WL F-NL mei 2014 11 Flashcards
chaudron m
kookketel
chauffer
opwarmen
chaume m
stoppel(veld), strodak
chaumière f
hut, armoedig huis
chausse f
rijweg
chaussette f
sok
chaussure f
schoen
chauve [m]
kaal [kaalkop]
chauvin
chauvinistisch
chaux f
kalk
chavirer
omdraaien / kapseizen / ten gronde gaan / omgooien
chef-lieu m
hoofdstad
cheminée f
schoorsteenmantel, de open haard
chemise f
overhemd
chemisier m
blouse
chenal m
vaargeul, waterloop
chêne
eiken
chenil m
hondenhok, kennel
chenille f
rups
chenu
wit, grijs (ouderdom)
cher, chère
duur
chercher
halen, zoeken
chercheuse v
onderzoekster
chéri/e m/v
schat, lieveling
chérubin
cherubijn, engeltje
chétif [m]
zwak, ziekelijk [ zielenpoot]
chevalière v
zegelring
chevaucher
berijden
chevelure f
haardos
chevet m
hoofdeind
cheveu m
hoofdhaar, haardos
cheville f
enkel
chèvre f
geit, sik, takel
chèvre m
geitenkaas
chevreuil m
reebok
chevronné
geroutineerd, ervaren
chevrotant
bevend (stem)
chevrotement m
het beven (stem)
chevrotine f
grove jachthagel
chez le boucher
bij de slager (als persoon)
chez moi
bij mij (thuis)
chez
bij, naar (iemand thuis, in winkel, in praktijk)
chialer
janken, blèren
chiant
stomvervelend
chicanes f
muggenzifterij, gekibbel
chiche
karig, zuinig, mager
chicorée f
witlof krulandijvie
chicot m
boomstomp
chiffe f
slappeling
chiffon m
doek, lap / vod / verkreukelde kleding
chiffonner
verkreukelen
chiffre m
cijfer, bedrag
chiffrer
becijferen
chignon m
wrong, knot
chimère f
hersenschim
chimérique
denkbeeldig | visionair
chiot m
jonge hond, pup
chiotte f
plee
chiper
gappen
chiquenaude f
knip van de vingers | duwtje, stootje (fig)
chiure f
drek (insecten)
choc m
schok