WL F-NL mei 2014 07 Flashcards
berger allemand m
Duitse herder
berline v
vierdeurs auto
berlue f
schemerig voor de ogen
bernache f
rotgans
berner
beduvelen, voor de gek houden
bernique
mis, niks hoor
besogne f
arbeid, bezigheid
bestiole f
dier, beestje
bétail m
vee
bête [f]
dom [dier, beest]
bêtise f
stommiteit, domheid
beugler
loeien
beuverie f
zuippartij
bévue f
flater
biais [m]
schuin [schuinte, | kant van zaak, middel / kunstgreep, omweg]
biberonner
zuipen
biche f
hinde
bicoque f
hutje, krot
bidonville m
krottenwijk
bidule m
dingetje, iets, prulletje
bief m
riviervak
bielle f
drijfstang
bien élevé e
welopgevoed, beleefd
bien que
hoewel
bien sûr
natuurlijk
bien
goed wel
bien-être m
welzijn
bienfaisance f
liefdadigheid
bienfait m
weldaad
bienheureux m
gelukzalig
biennal
tweejarig
bienséance f
welgevoeglijkheid, betamelijkheid
bientôt
spoedig, gauw
bienveillance f
welwillendheid vriendelijkheid
bière f
bier
bière pression f
bier van de tap
bifurquer
splitsen, afslaan
bigarré
bont, gemengd
bigarrer
in bonte kleuren schilderen / weven
bilan m
balans, overzicht
bilingue
tweetalig
billet m
briefje, bewijs
billetterie f
kaartverkoop
billot m
(hak)blok
biner
schoffelen
binoclard
brildragend
biquet m
geitje, liefje
bis
grijsbruin, donkerbruin
biscornu
zonderling, excentriek, grillig, bizar, onregelmatig
bise f
noordoostenwind
bisou m
zoen
bistouri m
operatiemes
bistre
roodbruin
bitte f
lul
bizarre
raar, vreemd
blafard
beek, vaal
blague f
grap
blaireau m
das / scheerkwast / penseel, kwast
blâme m
afkeuring
blâmer
afkeuren
blancheur f
witheid, blankheid
blanchir
bleken
blason m
wapenschild
blé m
tarwe | poen