WL F-NL mei 2014 08 Flashcards
bourbier m
modderpoel
bourdon m
hommel
bourdonnement m
gegons, gemompel
bourdonner
gonzen, brommen
bourgade f
dorpje, gehucht
bourrade f
por, dreun, ram
bourrage m
vulling, het opvullen
bourrasque f
rukwind, driftbui
bourré
vol van
bourreau m
beul
bourrelet m
vetrol | tochtstrip
bourrin m
knol, paard
bourru
nog niet bewerkt, ruw | bars, nors
bourse f
(studie)beurs
boursouffler
doen opzwellen
bouser
hard werken
bousillage m
knoeiwerk
bousiller
verwoesten
boussole f
kompas
bout m
einde, punt, top
boutade f
grap, kwinkslag
bouteille f
fles
bouter
verdrijven
boutoir m
snuit van wild zwijn
bouton m
knop
bouture f
stek, loot, scheut
boyau m
lange smalle gang, mijnschacht
braconner
stropen
brader
van de hand doen
brader
verkopen, verkwanselen
brai m
pek
braire
balken (ezel)
braise f
gloeiend houtskool
branche f
tak
branché
trendy
brandir [ brandi ]
dreigend zwaaien, slingeren [ dreigend ]
brandon m
gloeiend stuk hout, strofakkel
branlant
wankel, waggelend
branle m
schommelende beweging, eerste aanzet/stoot
branler
waggelen, wankelen
braquage m
overval met geweld
braquer
een overval plegen op, richten
bras m
arm
brasero m
vuurpot
brasier m
vuurgloed, vlammenzee
brasier m
vuurgloed, vlammenzee
brebis f
ooi, schaap
brèche f
doorgang, doorbraak, gat, bres
bredouillement m
gestamel, gestotter
bredouiller
stotteren, stamelen
bretelle f
schouderriem / oprit van autoweg
bretteur m
houwdegen
breuvage m
(medisch) drankje
brevet m
brevet, akte, diploma
bribe f
brokstuk, flard
bricoler
in elkaar prutsen, opknappen, knutselen
brider
teugelen, vastklemmen
brie m
brie
briguer
dingen naar, ambiëren
brillant [m]
stralend, blinkend, prachtig [glans]
brimade f
treiterij, pesterij