Week 5 HC4 Flashcards
Skeletspierweefsel
Dwarsgestreept, snelle contracite, oiv wil
duidelijk bandenpatroon, multinucleair en de kernen zijn perifeer gelegen
Hartspierweefsel
dwarsgestreept, snelle, ritmische contractie maar de contractie staat niet onder invloed van de wil
duidelijk bandenpatroon, mononucleair, centraal gelegen kernen en intercalairlijnen tussen cellen
Glad spierweefsel
langzame contractie en ook niet onder invloed van de wil
Wat geeft het dwarsgestreept uiterlijk van skeletspierweefsel vooral aan?
De aanwezigheid van verschillende (dunnen en dikke) myofilamenten
Waar bestaat de A band uit?
uit myosine en actine filamenten samen
Waar bestaat de I band uit?
Bevat dunne actinefilamenten
Wat hecht aan de I band?
De myosine filamenten
Wat bevindt zich in de H band?
Alleen myosine
Z-lijn tot Z-lijn =?
sarcomeer
Hoe heet de band in I band
midden = z band/z lijn
Hoe heet de middelste band un de A band
H band met in het midden de M lijn
Belangrijke microscopische eigenschappen van skeletspiercellen zijn?
Lange, cilindrische meerkernige cellen (dwarsstreping)
Meerkernigheid door fusie voorlopercellen (mononucleaire myoblasten)
Ovale kernen in de periferie van de spiervezels hebben een schuine verbinding en vormen het groot oppervlak
Er is een sterke kleuring voor de eiwitten (veel myofilamenten) in de spieren
Waar wordt spierweefsel mee omgeven?
Bindweefsel
Welk type bindweefsel om een gehele spier?
Epimysium = onregelmatig vezelig bw
Welk type bindweefsel om een spierbundel. /fascikel?
perimysium = dunne laag vezelig bw