HC8.5 Flashcards

1
Q

waaruit ontstaat de binnenbekleding van de organen van het spijsverteringsstelsel en de longen?

A

uit endoderm maar ook bindweefsel etc zit ook bij de organen erbij dus ook mesoderm
- zijn dus endoderm derivaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat komt er uit het stomodeum?

A
de mond (- en neusholte) 
--> bekleed met ectoderm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat komt er uit de rathke’s pouch?

A

de hypofyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zat er in de pharynx?

A

kieuwbogen en kieuwzakken (aka de pharynxbogen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is kenmerkend aan het ilieum?

A

er zit nog een aftakking aan waar de dooierszak (steel) aan zat dus de darm was continu met de dooierszak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe heet de holte die om de maag/darmen zit zodat de organen vrij kunnen bewegen?

A

de peritoniale holte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat ontstaat er uit de allantois?

A

de blaas en de urethra
eromheen ontstaan geslachtscellen

ook de urachus ontstaat eruit: loopt van blaas naar navel
- vormt in volgroeid lichaam lig. umbilicalis medianis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waarvan kun je spreken na het krommingsproces waarbij het endoderm ontwikkelt is tot een buis?

A
craniaal = primitieve voordam
midden = primitieve middendarm, grenst met de dooierszak
caudaal = primitieve einddarm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe ontstaan specialisaties in de verschillende delen van het endoderm?

A

door interactie met mesodermaal weefsel dat erbij ligt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat ontstaat er uit de voordarm?

A

de farynx, de thymus, de (bij) schildklier, de longen, de oesofagus, de maag, lever en pancreas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe blijft de middendarm verbonden met de dooierzak?

A

via een opening aan de ventrale zijde middels de dooierzaksteel aka yolk steel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat geeft een indicatie van waar je ongeveer in de zwangerschap zit?

A

de verhouding tussen grootte dooierszak en het embryo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is vertikel van Meckel?

A

persisterende dooierzaksteel

in het ilieum: baby verliest ontlasting via de navel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoe worden de drie delen van de darm voorzien van bloed?

A

door 3 grote vaatsystemen:
voordarm = truncus coeliacus (maag en organen)
middendarm = arteria mesenterica superior
einddarm = arteria mesenterica inferior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hoe heet het gebied waar de einddarm samen met de allantois eindigt?

A

de cloaca

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is de allantois?

A

uitstulping van de dooierzak in de vroege navelstreng
ook ontstaat bij een gebied hier vlakbij de geslachtscellen
- blaas, urethra en urachus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

waardoor wordt het cloaca (of: einddarmen van de allantois) gesplitst?

A

het septum urorectale:

door deze splitsing ontstaan twee openingen waartussen zich het peritoneum bevindt: het rectum en de blaas met urethra

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wat is de urachus?

A

deel van de allantois die niet tot de blaas ontwikkelt
blijft tijdje persisteren (net als de dooierszak)

in het volgroeide lichaam vormt het een ligament in de buikwand (ligamentum umbilicalis medianis)
loopt van de blaas naar de navel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

wat ontstaat er uiteindelijk uit de urachus?

A

de plica umbicalis medianis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

wat ontstaan er uit de middendarm?

A

jejenum, ileum, caecum, colon ascendens en colon transversus

21
Q

hoe krijgt de middendarm kronkelingen?

A

groei van de buis, die vastzit aan dooierzaksteel en ontwikkeling in navelstreng

niet random proces, gestructureerd proces

zit vast aan 1 kant met de dorsale mesenterium

verstoorde draaiing lijdt tot aangeboren afwijkingen aka darmmalbutatie

22
Q

tot welke week ligt een deel van de dunne darm en colon in de navelstreng?

A

week 8

23
Q

waar ligt het maag-darmstelsel en waaraan verbonden?

A

ligt grotendeels intraperitoneaal en is verbonden met de achterwand van de buikholte via het dorsaal mesenterium (waar ze dus vast aanzitten en hoe het darmstelsel zich ontwikkelt)

deel van de darmen komt secundair retroperitoneaal (heel diep in de achterwand van de buikholte)

24
Q

welke delen liggen secundair retroperitoneaal?

A

het duodenum, colon ascendens en descendens, rectum en de pancreas

25
Q

welke organen kunnen de term secundair retroperitoneaal niet gebruiken?

A

organen die nooit in het peritoneum (buikholte) hebben gelegen, deze liggen gewoon retroperitoneaal

26
Q

bij welke delen van de darm heb je alleen een dorsaal mesenterium?

A

middendarm en einddarm: dus alleen vast aan de rugzijde

- deel van colon transversus vergroeit tot omentum majus

27
Q

bij welk deel van de darm heb je ook een ventraal mesenterium?

A

organen in de voordarm
- maag en duodenum

ventraal mesenterium wordt omentum minus

28
Q

welke organen ontstaan er het ventrale mesenterium?

A

o.a. het ligamenten falciforme (waar lever hangt) en het omentum minus

29
Q

wat voor membraan zit er tussen het stomodeum (enctoderm) en de binnenbekleding (endoderm)?

A

het buccofaryngeale membraan

30
Q

in welk gebied gaat de eosophagus over in de maag?

A

in het gebied waar het diafragma gaat ontstaan

31
Q

wat wordt verteerd door de lever en alvleesklier die in rudimentaire vorm al op de maag komen te liggen?

A

lever –> galzouten: vetten

alvleesklier –> enzymen” eiwitten aka proteases

32
Q

waar zit het buccofaryngeale membraan?

A

tussen het stomodeum en de farynx

33
Q

waarin splitst de farynx en wat wordt hierdoor gevormd?

A

in ventrale en dorsale deel:

  • ventraal gaat longen vormen
  • dorsaal gaat de oesophagus vormen
34
Q

hoe owrdt de buik- en borstholte gescheiden?

A

door het diafragma

–> ontstaat uit het septum transversum

35
Q

welk deel van de dunne darm is verbonden met de dooierzaksteel?

A

het ileum

36
Q

met welke structuur begint het colon en waarin eindigt het?

A

begint met het cecum

eindigt in een gemeenschappelijke opening, de cloaca / anus waaraan de allantois is aangesloten

37
Q

wat is de ruimte rond het maagdarm stelsel?

A

de peritoneaalholte

38
Q

wat is de urachus?

A

het distale gedeelte van de allantois dat richting de navelstreng loopt
–> vormt in volgroeid lichaam het lig. umbilicalis mediana tussen blaas en navel
naast dit ligament lopen de 2 plicae umbilicalis mediales

39
Q

wat veroorzaakt de draaiing en kromming van de darmbuis?

A

de groei van de darm die vastzit aan de dooierzaksteel

40
Q

bovenbuikorganen hebben naast dorsale verbinding met de buikwand ook een ventrale, wat bevindt er zich aan de ventrale zijde en dorsale zijde hiervan?

A

aan ventrale zijde tussen lever en buikwand = lig. falciforme
aan dorsale zijde = dorsale mesogastrium (hierin ligt de milt en groeit deels uit tot het omentum majus)
tussen maag-lever = ventrale mesogastrium dat tijdens de draaiing van de maag het omentum minus wordt

41
Q

hoe communiceren endoderm en mesoderm?

A

dmv een uitgebreide communicatie via signaalmoleculen

42
Q

wat splitst er rond week 5?

A

de pharynx in trachea en oesophagus

43
Q

wat ontstaat er uit het intra-embryonale coeloom (IEC)?

A

pericard-, pleura-, en peritoneaalholte
- ruimte tussen het viscerale en parietale mesoderm
- diafragma scheidt de peritoneaal en pleuraholtes van elkaar
(week 5-7) die nog met de EEC verbonden waren

44
Q

wat is de extra-embryonale coëloom (EEC)?

A

chorion-, amnion-, embryonale holte
dooierzak
allantois

liggen buiten het embryo / intra-embryonaal

45
Q

wat ontstaat er uit de voordarm?

A
de pars abdominalis van oesophagus
de maag
proximale deel duodenum
lever
galblaas
pancreas
46
Q

wat ontstaat er uit de middendarm?

A

dunne darm

deel van dikke darm

47
Q

wat ontstaat er uit de einddarm?

A

laatste deel dikke darm
sigmoïd
rectum

48
Q

waar ligt het lateraal emsoderm?

A

lateraal van het intermediaire mesoderm

49
Q

welke twee mesodermlagen kunnen worden onderscheiden?

A

viscerale (splanchnisch) mesoderm: ligt tegen het endoderm aan en vormt de wand van de ingewanden: de pleura, pericard en het peritoneum bevatten allen een visceraal blad

pariëtale (somatische) mesoderm: ligt tegen het ectoderm aan en vormt de pariëtale bekleding van de lichaamsholtes