Week 10 HC.6 maten van risico: prognose en therapie Flashcards
1
Q
prevalentie
A
Het huidige aantal ziektebeelden
Prevalentie = Bestaande gevallen / gehele populatie
Prevalentie = incidentie x duration
2
Q
Cumulatieve incidentie
A
Kans op mensen die ziekte ontwikkelen
New cases / Groep gedurende tijd
3
Q
Case-fatality
A
Van alle mensen die ziek worden, hoe veel gaan er dood?
4
Q
Incidence rate = incidentie cijfer
A
New events / population, time
Eenheid = personenjaren
Range van 0 > –>
5
Q
Relative risk
A
Risk 1 / risk 0
Hoeveel is het risico in de ene groep hoger dan in de andere groep?
Nulwaarde = 1
6
Q
Risk difference
A
Verschil tussen 2 groepen
Nulwaarde = 0
Range van -1 naar 1