HC7.8 Flashcards
wat is macrocirculatie?
met het blote oog zichtbaar
wat is microcirculatie (haarvaten)?
niet met het blote oog zichtbaar
- diffusie en filtratie vindt hier plaats
wat doet het arteriële stelsel met het bloed?
het verdeelt het bloed –> macrocirculatie
wat doet het veneuze stelsel met het bloed?
het verzamelt het bloed –> macrocirculatie
waaruit zijn vaten opgebouwd?
van binnen naar buiten:
tunica intima, media en adventitia
waaruit is de tunica intima opgebouwd?
laagje endotheel: binnenbekleding vaten
basale membraan
bindweefsel
afgescheiden van de tunica media door elastisch membraan
waaruit is de tunica media opgebouwd?
glad spierweefsel met een elastische bindweefsellaag die zorgen voor vasoconstrictie
en vegetatieve innervatie (autonoom ZS / sympathicus geeft opdracht tot vasoconstrictie dmv noradrenaline)
weer elastisch membraan
waaruit is de tunica adventitia opgebouwd?
bindweefsel: dikte is wisselend
in capillairen = 1 lagig
verschillende vaten verschilt het
wanneer worden arteriën arteriolen genoemd?
bij een dikte van 0.2 mm
hoe vindt de vertakking plaats bij de arteriën?
arteriën –> (terminale) arteriolen –> haarvaten
hoe vindt de vertakking plaats bij de venen?
haarvaten –> (post-capillaire) venules (veel glad spierweefsel en bindweefsel waardoor ze goed kunnen uitrekken en vloeistof opslaan) –> venen
wat voor typen zijn grote arteriën en kleine arteriën?
grote –> elastische type om drukverschillen op te vangen (drukstoot van de ventrikels)
- bevatten veel elastine in hun wand waardoor ze rekbaar zijn (aorta)
kleine –> musculeuze type: weerstandsvaten die goed kunnen samentrekken, bevatten veel glad spierweefsel
–> hoe kleiner de arterie hoe dikker de gladde spierweefsellaag wordt
wat is de windketelfunctie?
tijdens systole rekken de grote arteriën uit en tijdens diastole veren ze weer terug
wat is compliantie?
de mate van rekbaarheid
van welk type vaten is de compliantie groter?
de venen: capaciteit vaten: bij geringe drukverhoging kunnen ze enorm uitzetten
- bevatten veel collagene vezels
- minder elastisch
bij lage druk hebben venen een ovale vorm en deze vorm wordt steeds ronder bij hogere druk (arteriën ondergaan deze vormverandering niet)
wat gebeurt er met de oppervlakte van de dwarsdoorsnede van alle arteriële vaten?
bij elke vertakking in het arteriële stelsel (‘weerstandsvaten’) neemt de totale oppervlakte van de dwarsdoorsnede door alle vaten toe
door toename dwarsdoorsnede –> lagere stroomsnelheid (verdeelt over steeds meer vaten)
- in de capillairen (haarvaten) is de stroomsnelheid >100x lager dan in de arteriën
wat gebeurt er met de oppervlakte van de dwarsdoorsnede van alle veneuze vaten?
bij elke vertakking in het veneuze stelsel neemt de totale oppervlakte van de dwarsdoorsnede door alle vaten af
met welk doel is de stroomsnelheid laag in de capillairen?
meer tijd voor uitwisseling (diffusie)