week 5 HC3 diagnostiek van perifeer vaatlijden (inclusief functionele anatomie) Flashcards
wat zijn de uitingsvormen van atherotrombose?
TIA, CVA (beroerte)
acuut coronair syndroom
myocardinfarct
perifeer arterieel vaatlijden (claudicatio intermittens, rustpijn, necrose)
wat zijn epidemiologische weetjes/cijfers van arterieel vaatlijden?
5% vd mensen >50j symptomatisch PAV
15% vd mensen >50j asymptomatisch PAV
25% vd PAV patiënten heeft diabetes
NL: >500.000 PAV patiënten
NL: 14.000 ziekenhuisopnames per jaar
wie is “at risk” voor perifeer arterieel vaatlijden?
- <50 jaar, diabeet en een andere risicofactor
- 50 tot 70 jaar en (heeft) gerookt of is diabeet
- > 70 jaar
- beenklachten bij inspanning (suggestief voor CI) of ischemische rustpijn
- afwijkende perifere pulsaties bij lichamelijk onderzoek
- bekend met atherosclerotisch lijden van halsslagader, kransslagader of nierslagader
wat is de anamnese bij perifeer arterieel vaatlijden?
wat zijn de klachten
waar, wanneer, hoe lang, wat helpt
voorgeschiedenis
medicatie
familie anamnese
wat is het typische klachtenpatroon bij perifeer arterieel vaatlijden?
- pijn in spieren - bil, dijbeen, kuit
- na inspanning, zoals lopen
- wordt minder in rust
wat is lichamelijk onderzoek (1) bij perifeer arterieel vaatlijden?
pulsaties
souffles luisteren
afwezigheid van haar of atrofie van de huid
“depending rubor” (plotseling rood worden bij laten hangen benen)
“blanching” (been wordt koud en bleek bij omhoog brengen)
necrose/niet genezende wonden
wat is lichamelijk onderzoek (2) bij perifeer arterieel vaatlijden?
- a. femoralis communis (mediaal onder lig. inguinale, tussen os pubis en spinalis anterior superior)
- a. poplitea (knieholte, makkelijker als iemand ligt en de spieren ontspant)
- a. tibialis posterior (mediale zijde enkel)
- a. dorsalis pedis (bovenop voet)
VAN = vene arterie nerve
wat is de differentiaaldiagnose (DD) van perifeer arterieel vaatlijden, dus waar kan het op lijken?
PAV
neurogene claudicatio (in twee benen en mensen vaak rugklachten)
arthrose/arthritis
DVT - chronische veneuze insufficiëntie
chronisch compartimentsyndroom
wat is de diagnostiek bij perifeer arterieel vaatlijden?
- enkel-arm-index
- doppler
- looptest
- echo-duplex
- CT
- MRI
- angiogram
wat houdt de enkel-arm-index in, welke waarden zijn afwijkend en wanneer is er een hoger cardiaal risico?
band om het onderbeen die je opblaast tot een bepaalde druk totdat de doppler tonen wegvallen (voor- en na het lopen)
- PT en DP; je neemt de hoogste waarde
- systolische druk enkel/arm
- <0,9 afwijkend
- afname van 0,15 na inspanning is afwijkend
- hoe lager de enkel-arm index hoe hoger het cardiale risico
wat zijn de voor- en nadelen van een echo-duplex?
meet de stroomsnelheid en diameters
voordelen:
niet-invasief, veilig en goedkoop
nadelen:
operator-dependent, dynamisch onderzoek, darmgas belemmert, aorto-iliacaal
wat zijn de voor- en nadelen van een CT-scan?
voordelen:
hoge sensitiviteit/specificiteit, teruglezen (3D reconstructies), snel, weinig-invasief
nadelen:
contrastmiddel nefrotoxisch, röntgenstralen, calcificaties
wat zijn de voor- en nadelen van een MRI-angiogram?
voordelen:
geen röntgenstralen (maar magneet), niet-invasief, 3D reconstructie mogelijk
nadelen:
wachttijd, claustrofobie, stent artefact
wat zijn de voor- en nadelen van een angiogram?
voordelen:
‘gouden standaard’, perifeer/cruraal goed af te beelden, gelijk behandelen
nadelen:
invasief, röntgenstralen, contrastmiddel nefrotoxisch, luminale afbeelding
wat zijn de 4 klassen van de Fontaine classificatie?
- geen klachten
- Claudicatio Intermittens
a. niet invaliderend
b. wel invaliderend - rust- en/of nachtpijn
- gangreen