week 2 HC2 autonome zenuwstelsel Flashcards
waarom vereist het aanzetten van sympatische preganglionaire neuronen een verbinding naar het ruggenmerg?
omdat daar de sympatische preganglionaire neuronen zijn gelegen
wat doet de parasympathicus?
verlagen hartslagfrequentie
verhogen speekselsecretie (rest and digest)
erectie
verhogen motiliteit darmen
wat doet de sympathicus?
bronchodilatatie
contractie sphincter blaas
verhogen speekselsecretie
pilo erectie
positief inotroop effect
in welke hersenkern komt viscero-sensibele informatie (bloeddruk, O2, smaak etc.) binnen?
nucleus tractus solitarii
bij welk type neuronen kan acetylcholine de belangrijkste neurotransmitter zijn?
preganglionair parasympathisch, preganglionair sympathisch, postganglionair parasympathisch en postganglionair sympathisch
wat is er bijzonder aan de samenwerking van het ortho- en parasympathisch systeem?
ortho- en parasympathisch systeem hebben vaak een tegengesteld effect op het functioneren van targetorganen
• Hoeft niet op het niveau van individuele cellen te zijn
• Er zijn allerlei uitzonderingen
• Regulatie is complex, niet een simpele aanuit schakelaar
beschrijf de weg van hoe licht op het retina valt naar de pupilaanspanning:
het licht valt op het retina → ganglioncellen van de retina worden geactiveerd → gaan naar nucleus lateralus geniculatus → (sommige genereren door en gaan naar nucleus pretectalus) → beide gaan naar nucleus van Edinger-Westphal → parasympaticus mee met n. oculomotorius (III) → schakelt over in ganglia ciliare → pupillen spannen aan en verkleinen
waarvoor zorgt de parasympaticus bij het oog?
accommodatie reflex:
- pupilvernauwing (miose; via m. sphincter pupillae)
- accommodatie (beter dichtbij zien, want lens boller; via m. ciliaris)
- convergentie (midden spieren contraheren en laterale spieren relaxeren)
waarvoor zorgt de sympathicus bij het oog?
pupilverwijding (mydriase; via m. dilatator pupillae)
beschrijf het concept van vasoconstrictie via de varicositeiten (orthosympathicus)
varicositeiten vormen synapsen met de targetorganen → geven noradrenaline af → bindt aan adrenerge receptor (a1) → via g-eiwitten wordt er een enzym actief (fosfolipase C) → 2 second messenger wordt gevormd met belangrijk IP3 → IP3 bindt aan IP3 receptor (calciumkanaal in SR) → calciumkanaal open → calcium vanuit lumen SR in sarcoplasma → contractie → vasoconstrictie
wat wordt er bedoeld met co-transmissie in postganglionaire vezels van het autonome zenuwstelsel?
dat een variositeit verschillende neurotransmitters kan afgeven
(ATP is ook een neurotransmitter)
wat is het effect van de sympathicus op bloedvaten?
vasoconstrictie van bloedvaten die naar organen gaan die niet belangrijk zijn voor de ‘fight or flight response’ (niervaten, maag-darm vaten)
kan ook zorgen voor vasodilatatie → sympathicus → cholinerge vezels → ander neurotransmitter dan acetylcholine
wat is het effect van de parasympathicus op bloedvaten?
zorgt voor vasodilatatie van sommige vaten
(bijv. corpus cavernosum van de penis)
waartoe leidt activatie van cholinerge sympathische (postganglionaire) huidvezels?
zweten (en waarschijnlijk ook vasodilatatie van huidvaten)
wordt het hart geïnnerveerd door de sympathicus, parasympathicus of allebei?
innervatie door zowel sympathicus als parasympathicus
beschrijf het proces van een actiepotentiaal in de SA knoop:
fase 0 depolarisatie door opening Ca kanalen → fase 3 repolarisatie door K kanalen → fase 4 diastolische depolarisatiefase door o.a. If (funny current, kationkanaal)
wat doet de parasympathicus op de SA-knoop?
activatie van muscarine (metabotrope cholinerge) receptoren:
→remt If
→activeert K-kanalen
→remt Ca kanalen
wat doet de sympathicus op de SA-knoop?
activatie van β1-adrenerge receptoren:
→stimuleert If
→stimuleert Ca kanalen → CICR
(→excitatie-contractie koppeling myocard)
wat is het effect van het autonome zenuwstelsel op het hart?
sympathicus zorgt voor toename frequentie en contractiekracht
en parasympathicus zorgt voor afname frequentie
wat zijn de sensoren in het cardiovasculaire systeem?
baroreceptoren en volumereceptoren
waar zitten de baroreceptoren en wat doen ze?
in de halsslagader en aorta
- snelle invloed op hartslag en vaatweerstand
- vrije zenuweindigingen die de rekking in de vaatwand meten
- actiepotentialen mee met de n.glossopharyngeus en bij aortaboog met n.vagus
wat gebeurt er met de bloeddruk bij activatie barosensoren?
omlaag (negatieve terugkoppeling)
waar zitten de volumereceptoren en wat doen ze?
in de atria en de vena cava
- lange termijn invloed op circulerend volume (o.a. via de nier)
- langzamer dan baroreceptoren
- meten de input van het hart, vezels lopen mee met n.vagus
- activatie van B vezels leidt tot hogere hartfrequentie en vasodilatatie nierarteriën (urineproductie omhoog)
wat is dysautonomie?
het niet goed werken van het autonome zenuwstelsel, een andere term is autonome dysregulatie