W9HC1: Immuniteit van transplantatie Flashcards
Complicaties van transplantaties
Nabloeding, andere chirurgische complicaties, infecties, afstotingsreacties
Inductie alloreactieve T-cellen
Dendritische cellen hebben veel MHC-moleculen -> immunogeen, kruipen uit getransplanteerd orgaan -> presenteert daar zijn lichaamsvreemde MHC-moleculen -> effectorcellen gaan de huid afstoten: direct
Immuniteit van transplantatie
Factoren:
- variatie in MHC expressieniveau
- variatie in aantal APC’s
- met name DC
Directe T-cel alloreactie
- directe herkenning van vreemd, intact donor MHC door TCR van ontvanger
- kruisreactie: T-cel heeft TCR die ook in staat is peptide-onafhankelijk te kruisreageren met lichaamsvreemd donorcel MHC
Indirecte route
- herkenning door TCR van ontvanger van vreemde donor MHC peptiden, gepresenteerd door eigen MHC
- chronisch, enkele maanden na transplantatie
Gepreformeerd
Al gesensibiliseerd zijn voor bepaalde bloedgroepantigenen door bloedtransfusie en het immuunsysteem al een voorsprong heeft
Geïnduceerd
Nieuwe respons tegen lichaamsvreemde antistoffen
Hyperacute afstotingsreactie
- bijna altijd gevolg van al aanwezige antistoffen in de ontvanger tegen bloedgroepantigenen en/of MHC-moleculen in het transplantaat (gepreformeerd)
- B-cel gemedieerd
- van te voren weten dat die antistoffen er zijn en een plasmaferese doen
Acute afstotingsreactie
- door inductie adaptieve allo-immuunrespons tegen donor MHC
- met name anti-MJC, ook anti-minor T-cellen
- inductie door T-cellen, ook B
Chronische afstotingsreactie
Door zowel allo-immuunresponsen als niet-immunologische oorzaken:
- hypertensie
- hyperlipidemie
- geneesmiddelentoxiciteit
- virale infecties
- late effecten van ischemie-/reperfusieschade
- terugkeer oorspronkelijke ziekte
- vaatschade: proliferatie van myofibroblasten -> hypertrofie tunica intima: neo intima
Afweer bij transplantatie
- Adaptieve afweer: allo-immuunrespons van T- en B-cellen tegen lichaamsvreemde AB0- en MHC antigenen
- Aangeboren afweer:
Factoren: ziekte of trauma, duur hersendood, mate ischemie, operatieprocedure -> invloed allogeniciteit donororgaan
Cellulaire kruisproef
- witte bloedcellen van donor en ontvanger
- van donor bestralen zodat die niet prolifereren
- CD4+ expanderen als ze MHC herkennen als lichaamsvreemd -> kan je meten
- CD8+ reageert -> lysis van donorcellen zichtbaar maken
- negatieve kruisproef: geen gepreformeerde immuniteit
Humorale kruisproef
- serum vd ontvanger + cellen vd donor + complement
- > herkenning antigeen door antilichaam: cellysis, positieve kruisproef
- > geen herkenning antigeen door antilichaam: geen cellysis, negatieve kruisproef
HLA typering
Serologisch: MHC-I
-> antistoffen tegen bepaalde MHC-I moleculen + donorcellen
Moleculair: MHC-I en II
-> PCR amplicatie, sequence-specifieke primers, DNA sequentie analyse