W9HC1: Immuniteit van transplantatie Flashcards

1
Q

Complicaties van transplantaties

A

Nabloeding, andere chirurgische complicaties, infecties, afstotingsreacties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Inductie alloreactieve T-cellen

A

Dendritische cellen hebben veel MHC-moleculen -> immunogeen, kruipen uit getransplanteerd orgaan -> presenteert daar zijn lichaamsvreemde MHC-moleculen -> effectorcellen gaan de huid afstoten: direct

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Immuniteit van transplantatie

A

Factoren:

  • variatie in MHC expressieniveau
  • variatie in aantal APC’s
  • met name DC
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Directe T-cel alloreactie

A
  • directe herkenning van vreemd, intact donor MHC door TCR van ontvanger
  • kruisreactie: T-cel heeft TCR die ook in staat is peptide-onafhankelijk te kruisreageren met lichaamsvreemd donorcel MHC
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Indirecte route

A
  • herkenning door TCR van ontvanger van vreemde donor MHC peptiden, gepresenteerd door eigen MHC
  • chronisch, enkele maanden na transplantatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gepreformeerd

A

Al gesensibiliseerd zijn voor bepaalde bloedgroepantigenen door bloedtransfusie en het immuunsysteem al een voorsprong heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geïnduceerd

A

Nieuwe respons tegen lichaamsvreemde antistoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hyperacute afstotingsreactie

A
  • bijna altijd gevolg van al aanwezige antistoffen in de ontvanger tegen bloedgroepantigenen en/of MHC-moleculen in het transplantaat (gepreformeerd)
  • B-cel gemedieerd
  • van te voren weten dat die antistoffen er zijn en een plasmaferese doen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Acute afstotingsreactie

A
  • door inductie adaptieve allo-immuunrespons tegen donor MHC
  • met name anti-MJC, ook anti-minor T-cellen
  • inductie door T-cellen, ook B
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Chronische afstotingsreactie

A

Door zowel allo-immuunresponsen als niet-immunologische oorzaken:

  • hypertensie
  • hyperlipidemie
  • geneesmiddelentoxiciteit
  • virale infecties
  • late effecten van ischemie-/reperfusieschade
  • terugkeer oorspronkelijke ziekte
  • vaatschade: proliferatie van myofibroblasten -> hypertrofie tunica intima: neo intima
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Afweer bij transplantatie

A
  1. Adaptieve afweer: allo-immuunrespons van T- en B-cellen tegen lichaamsvreemde AB0- en MHC antigenen
  2. Aangeboren afweer:
    Factoren: ziekte of trauma, duur hersendood, mate ischemie, operatieprocedure -> invloed allogeniciteit donororgaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Cellulaire kruisproef

A
  • witte bloedcellen van donor en ontvanger
  • van donor bestralen zodat die niet prolifereren
  • CD4+ expanderen als ze MHC herkennen als lichaamsvreemd -> kan je meten
  • CD8+ reageert -> lysis van donorcellen zichtbaar maken
  • negatieve kruisproef: geen gepreformeerde immuniteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Humorale kruisproef

A
  • serum vd ontvanger + cellen vd donor + complement
  • > herkenning antigeen door antilichaam: cellysis, positieve kruisproef
  • > geen herkenning antigeen door antilichaam: geen cellysis, negatieve kruisproef
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

HLA typering

A

Serologisch: MHC-I
-> antistoffen tegen bepaalde MHC-I moleculen + donorcellen
Moleculair: MHC-I en II
-> PCR amplicatie, sequence-specifieke primers, DNA sequentie analyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly