Voedingsmiddelenmicrobiologie deel 1.3 Flashcards
Welke bacteriële kenmerken willen we beheersen?
- Groei
- Overleving
Geef meer uitleg aan het bacteriële kenmerk groei dat we willen beheersen.
Groei kan in sommige gevallen gewenst zijn.
De replicatie is exponentieel.
Afdoden lijkt het meest effectief maar hierbij kunnen er toxines vrijkomen ie ziekte kunnen veroorzaken.
Geef meer uitleg aan overleving in het kader van bacteriële kenmerken die we willen beheersen
We spreken ook wel van steady state. Dit is de situatie die het meest voorkomt in de voedingsindustrie.
Er is geen uitgroei maar ook geen afdoden. (afdoden enkel bij hordes, volledige afdoding zien we wel bij corned beef)
Dus steady state is het meest voorkomend, streven om de initiële contaminatie zo laag mogelijk te houden.
In de meeste gevallen hebben een lage bacteriële contaminatie in dierlijke producten en is het aandeel pathogenen zeer laag.
De wetgever weet dat helemaal vrij van pathogenen niet haalbaar is, wat is hun eis?
Vrij van pathogenen in 25 gram.
Voor wat staat de afkorting VBNC
Viabele but not culturalbe
Geef uitleg aan het VBNC verhaal
VBNC is niet hetzelfde als overleven, bij overleven hebben we een metabolisme, zien we opname van voeding, uitstoten van afvalstoffen en hebben we motiliteit, maar geen deling.
In VBNC kunnen we het metabolisme zeer lastig waarnemen. De morfologie van de bacterie is ook anders. Er is geen groei op de agarplaat en als we deze cellen terug in een dier brengen kunnen het weer de normale cellen worden.
Vertel alles wat je weet over BIAS labocondities.
Bv je neemt een staal van de gekookte hesp en brengt dit aan op petrischaal. Dit geeft onderschatting van het werkelijke aantal.
Waarom? We hebben BIAS op 2 niveau’s
- Zijn we in staat om alle bacterien over te brengen op de petrischaal.
- De voedingsbodem is niet gelijk aan de gekookte hesp.
Er zijn kiemen in het proces erbij en eraf gegaan.
Wat is van belang bij het onderzoek naar bacteriën?
- Samenstelling van het voedingsmiddel, dus de agarbodem.
- De temperatuur waarbij geincubeerd wordt
- De atmosfeer waarbij geincubeerd wordt.
Wat is er nog meer van belang bij groei en afdoden?
- Motiliteit
- Spore vormig
- Toxines
- Virulentie
Wat weet je te vertellen over motiliteit?
Het is de eigenschap van een bacterie om zich voort te bewegen. Belangrijk voor ubiquitaire kiemen.
Als een bacterie op de mucuslaag aanwezig is, kan deze doorheen de mucuslaag en zich aanhechten op microvilli en enterocyten.
Motiliteit is afhankelijk van e temperatuur.
Wat weet je over spore vorming?
Is afhankelijk van de pH, temperatuur en atmosfeer.
Het is van een vegetatieve kiem een spore vormen, dit vereist ongunstige omstandigheden en kost veel energie.
Desporulatie is het terug gaan van een spore naar een vegetatieve kiem.
Wat weet je over toxines?
Dat deze zeer belangrijk zijn in de voedselveiligheid. Toxines worden geproduceerd door een vegetatieve cel.
Ze kunnen ook vrijgesteld worden tijdens het afsterven de kiem. Hiermee dient men rekening te houden bij het toedienen van antibiotica.
Wat weet je over virulentie?
Dat dit sterk kan verschillen tussen bacteriën.
Waarom delen bacteriën zich?
Omdat het inwendige volume te groot is geworden voor het oppervlak. Onder optimale omstandigheden hebben we metabolisme, hierdoor stijgt het volume maar wordt het oppervlak niet groter.
Er is een grens aan het aantal porien/uitwisselingskanalen daardoor gaat de bacterie delen..
Wat kun je er aan doen om een bacterie te laten stoppen met delen?
- Minder voedingsbestanddelen aandienen.
- Vrij water onthouden door toevoegen van zout. Het water gaat binden en daardoor geen metabolisme.