Voedingsmiddelenmicrobiologie deel 1.2 Flashcards

1
Q

Wat is een commensaal?

A

Een micro-organisme dat in of op een ander organisme leeft zonder dat de schaden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bij welk proces zien we micro-organismen als iets gunstigs?

A

Bij fermentatie. Het aantal micro-organismen is hier 10 tot de 6e tot 10 tot de 8e per gram.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe druk je het aantal bacterien op een correctie wijze uit?

A

In logaritme, in CFU per gram.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

In welk opzicht kunnen micro-organismen nog meer nuttig zijn?

A

Naar gezondheid toe. Bv probiotica hebben een gunstige invloed op de microbiota.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de microbiota?

A

Alle levende micro-organismen in het gastro-intestinale stelsel. de samenstelling en verhoudingen van de verschillende micro-organismen is erg belangrijk en heeft een belangrijke weerstand op de gezondheid van de mens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn bacteriocines?

A

Dit zijn kleine eiwitten die werken tegen een zeer nauw verwant micro-organisme. Het verschil met antibiotica is dat het veel nauwer is qua actie terrein. Werkt niet specifiek tegen gram+ of -. Daarnaast zijn ze interessant omdat ze werken tegen bepaalde voedselpathogenen. Bv Listeria monocytogenes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de opties die een pathogeen micro-organisme heeft wanneer het aanwezig is op een voedingsmiddel?

A
  1. Opgenomen en afgedood worden door het maagzuur.
  2. Aanwezig zijn maar geen ziekte veroorzaken in verband met te laag aantal.
  3. Infectie veroorzaken
  4. Ziekte veroorzaken door productie van toxines.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer spreken we van infectie?

A

Wanneer een pathogeen een interactie aangaat met de darmvilli en dit systeem gaat beïnvloeden of kapot maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn toxines?

A

Deze worden geproduceerd door bacterien tijdens groei, vermenigvuldiging, metabolisering en komen ook vrij bij het afsterven van bacterien.

We kunnen een onderscheid maken tussen hitte stabiele toxines en hitte labiele toxines.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat kun je vertellen over bederfkiemen en pathogenen?

A

Kiemen die bij bederf betrokken zijn zorgen voor sterke proteolyse en lipolyse activiteit. De afbraakproducten zorgen voor verandering in kleur, geur en smaak.

Bederfkiemen zijn niet perse pathogenen. Pathogenen groeien zelden uit tot grote hoeveelheden.
De bederfkiemen zijn doorgaans meer aangepast aan de verschillende hordes en hebben een hogere diversiteit van pathogenen

Met diversiteit bedoelen we genera, stammen en species.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly