Technologie - Verpakken Flashcards
Welke twee soorten van bederf kennen we?
We kennen microbieel bederf en chemisch bederf.
- Microbieel bederf : Verpakken zorgt voor een kleine kans op herbesmetting door micro-organismen. Reeds aanwezige bacterien kunnen ook bederf veroorzaken, dit willen we vermijden door het creëren van een aangepaste atmosfeer.
- Chemisch bederf : Bv oxidatiereacties met ranzigheid en kleurveranderingen tot gevolg kunnen we proberen te beperken door een bepaald klimaat rond het vlees in te stellen. Zo blijft de kleur behouden en vochtverliezen beperkt.
Gezien van uit microbieel oogpunt, welke bacteriën willen we dan vooral vermijden?
Verpakken heeft vooral als doel om snelgroeiende pseudomonas te ontwikkelen.
Wanneer deze geremd zijn gaan andere bacterien de dominerende groep vormen. Het ideale geval zou zou dat een flora vooral bestaat uit melkzuurbacterien. Deze veroorzaken relatief traag bederf in vergelijking met andere bacteriën.
Welke factoren gaan de groei van micro-organismen beïnvloeden?
- Temperatuur
- Samenstelling van het gas
- Wateractiviteit
- pH
- Begeleidende flora.
Wat weet je over de temperatuur te vertellen?
Dat lagere temperaturen meestal zorgen voor een bacterie remmend effect. -1 is ideaal, hierbij bevriest het voedingswaar niet en worden bacteriën zoveel mogelijk geremd. Wettelijk gezien mag de temperatuur niet boven de 7 graden zijn.
Welke categorie van bacterieen kennen we?
We kennen 4 categorieën
- Strikt aeroben : Deze hebben zuurstof nodig om te overleven. Beinvloeden organoleptische kwaliteit (ruiken en proeven) vnl de pseudomonas.
- Factultatief anaeroob : Zowel in de aanwezigheid als afwezigheid van zuurstof groeien. Bv Salmonella/staphylococcen/gisten.
- Obligaat anaeroob : Enkel in afwezigheid zonder zuurstof bv clostridium botulinum.
- Micro-aerofielen : Enkel in een omgeving met weinig zuurstof bv lactobacillen.
Wat weet je over CO2 en micro-organismen?
Micro-organismen hebben CO2 nodig, maar bij concentraties vanaf 10% worden ze geremd in hun ontwikkeling.
Dit werkt op 2 manieren :
- O2 wordt verdrongen, daardoor hebben strikt aeroben (pseudomonas) een probleem.
- Oplossen van CO2 in de waterfase, hierdoor daalt de pH. Dit werkt ook bacterie remmend.
Dus CO2 aanbrengen rondom het vlees kan ervoor zorgen dat bederf wordt uitgesteld.
Welke eisen worden er gesteld aan verpakkingsmateriaal?
Ondoorlaatbaar voor micro-organismen, gassen, vocht, voldoende stevigheid, stabiliteit, condensatie vrij, recycleerbaar en aantrekkelijk voor de consument.
Voor welke producten zijn glas en blik geschikt?
Voor gepasteuriseerde en gesteriliseerde producten. Door goede afsluiting kan dit zeer lang buiten de koeling bewaard worden.
Wat is belangrijk bij glas?
Dat de kopruimte (ruimte waarin geen vleesproducten of vocht aanwezig is) 5-8% bedraagt.
Wat is belangrijk bij blik?
Dat er geen roest kan ontstaan en ze lekvrij zijn.
Wat is kopruimte?
De ruimte waar geen vleesproducten of vocht in aanwezig is, in een blik.
Voor wat wordt papier gebruikt als verpakkingsmateriaal?
Enkel om vlees kortdurend te verpakken. Kan verlenging geven van de chemische houdbaarheid door afsluiting van licht.
Uit wat wordt cellofaan geproduceerd?
Uit cellulose. Dit is niet bestand tegen vocht of warmte en wordt daardoor meestal gelamineerd.
Welke soorten darmen kennen we?
- Natuurdarm
- Machinaal gemaakte darmen uitgaande van een natuurproduct.
- Echte kunstdarm
- Darm uit textiel
Van wat is natuurdarm afkomstig en uit wat kan het allemaal gevormd worden?
Is afkomstig van het spijsverteringsstelsel van geslachte dieren. Slokdarm, maag, dunne+dikke darm, urineblaas en rectum kunnen hiervoor gebruikt worden. Voordat het gebruikt kan worden moet men de inhoud + inwendige vet verwijderen, ontslippen en zouten.
Van wat is de kwaliteit van natuurdarm afhankelijk?
Diersoort, leeftijd, gezondheid, voeder, maar vooral grondigheid van bewerken.
Welk soort darm gebruiken we voor verkleinde niet-verhitte vleeswaren?
Deze moeten omhuld worden met een lucht, water en rookdoorlaatbare darm. Dit zijn enkel maar darmen die gegenereerd zijn uit natuurproducten. bv natuurdarmen, cellulosedarmen, colageendarm en textieldarm.
Welk soort darm gebruiken we voor verkleinde verhitte vleeswaren?
Hiervoor zijn alle soorten darm bruikbaar behalve textieldarmen.
Wat zijn nadelen bij het gebruik van darmen?
Continue proces is onmogelijk.
Natuurdarmen zijn relatief kort, hebben geen vaste diameter en moeilijk machinaal te verwerken omdat ze niet zo sterk zijn.
Kunstdarmen moeten worden afgepeld voor consumptie en kunnen niet ingevroren worden. Lastig bruikbaar voor gerookte producten.
Wat is co-extrusie?
Dit is om de nadelen van darmen op te vangen. Rond de vleesproducten wordt er op een continue wijze een omhulsel gevormd, dit bestaat uit collageen van huiden. Het is een sterk en eetbaar omhulsel, goedkoop, snel en goede hygiene (ivm niet aanraken) en de wordt kunnen ook gerookt worden.
Vertel wat je weet over vleesproducten op schaaltjes
Polystyreenschuim schaaltjes : Hebben een geringe zuurstofdoorlaatbaarheid en de onmogelijkheid om vocht op te nemen is een nadeel. Isolatie is bij transport een voordeel maar bij koelen na inpakken een nadeel.
Thermoform schaaltjes : Onstaat door na verhitten in een vervormbaar folie via bovendruk en onderdruk.
Wat weet je te vertellen over eetbare deklaag?
Hier wordt veel onderzoek naar gedaan. Hoeft voor consumptie niet verwijderd te worden.
Stoffen die daarvoor gebuikt worden zijn vetten, wassen, olieen, zetmeel enz.
Wat weet je over conserveren?
Het houdt in dat er een verpakking wordt gevuld met het voedingsmiddel bij een bepaalde temperatuur, dat het blik/glas gesloten wordt en daarna gekoeld wordt. Als die temperatuur waarbij het gekoeld wordt minder hoog is als dan het ingebrachte product creert men onderdruk en zal het deksel zeer nauw tegen de rand van de verpakking aansluiten.
Er moet zo weinig mogelijk lucht in aanwezig zijn, de aanwezigheid van zuurstof kan roest geven (nitriet zou dit ook bevorderen) wel moet er voldoende kopruimte aanwezig zijn.
Het goed vullen :
- Steeds een gelijke hoeveelheid
- Voldoende kopruimte, te weinig kan namelijk zorgen voor het opbollen van het blik. Te veel kan aanleiding geven tot moeilijk opwarmen en is een groter risico voor bederf.
- Geen contact van vlees met de bovenrand. Dit kan ervoor zorgen dat het blik niet dicht gaat.
Wat is er van belang bij vleesproducten met een zeer fijne structuur in het geval van conserveren?
Dat deze goed ontlucht wordt, anders kan dit voor bederven zorgen.