Voedingsmiddelenmicrobiologie 1.5.3 Flashcards

1
Q

Wat is kwantitatief?

A

Een aantal. Bij bacterien hebben we het over logaritmes. Er zit een foutenmarge op de analyse en het exacte aantal is niet zo belangrijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Op welke 2 manieren zien we een onderschatting?

A

Bij de staalname (die dan niet-destructief plaats vindt) en bij de telling, omdat de bacteriën in laboratorium condities minder groeien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoeveel kun je aanbrengen op een gietplaat?

A

1 mL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoeveel kun je aanbrengen op een spreidplaat?

A

0.1 mL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het nut van genormaliseerde methodes?

A

Dat als er telkens met dezelfde methode gewerkt wordt dat we dan weten wat de afwijking gaat zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de algemene regel bij het tellen van agarplaten?

A

Op een telplaat (kwantitatieve analyse) moet je alle kolonies, groot en klein tellen. Hoe komt het dat ze groot en klein zijn? Doordat je verschillende soorten genera hebben die niet allemaal even snel groeien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke agarplaten ga je tellen?

A
  • Bij niet-selectieve agarplaten : De verdunning waarbij je tussen de 30-300 kolonies hebt.
  • Bij selectieve agarplaten : Degene met 15-150 KVE.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een ander woord voor gietplaat?

A

Pourplate

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly