Pneumonie Flashcards

1
Q

Definitie pneumonie?

A

Ontsteking van longblaasjes en omliggende weefsels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke 3 klassen van pneumonie bestaan er?

A
  • Community acquired (CAP)
  • Nosocomiale pneumonie: Hospital acquired (HAP) of ventilator-associated (VAP)
  • Aspiratie pneumonie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welk onderscheid wordt gemaakt bij een CAP?

A
  • Typsiche pneumonie

- Atypische pneumonie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke zijn de verwekkers van een typische pneumonie?

A
  • Streptococcus pneumoniae (meest frequent)
  • H. Influenza
  • Moraxella caterrhalis
  • Klebsiella pneumoniae
  • Staphylococcus aureus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke zijn de verwekkers van een atypische pneumonie?

A
  • Mycoplasma pneumoniae
  • Chlamydia pneumoniae
  • Viraal: RSV, influenza, CMV, adenovirus, CORONA
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke zijn de verwekkers van een HAP?

A
  • Pseudomonas aeruginosa
  • Enterobacterien
  • Acinetobacter spp
  • Staphylococcus aureus
  • streptococcus pneumoniae
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke types pneumonie bestaan er?

A
  • Lobulaire pneumonie
  • Bronchopneumonie
  • Interstitiële pneumonie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welk type pneumonie geven typische verwekkers het meeste?

A
  • Lobulair en bronchiaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welk type pneumonie geven atypische verwekkers het meeste?

A
  • Interstitiële pneumonie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kliniek van typische pneumonie?

A
  • Koorts, rillingen
  • Productieve hoest met purulent sputum
  • Dyspneu
  • Tachypneu
  • Auscultatie: crepitaties
  • Percussie: dof
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kliniek van atypische pneumonie?

A
  • Nietproductieve, droge hoest
  • Dyspneu
  • Auscultatie meestal normaal
  • Extrapulmonale klachten: vermoeidheid, hoofdpijn, zere keel, myalgie en malaise
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Diagnose van pneumonie?

A
  • Labo: gestegen CRP, BSE en leukocytose, gestegen procalcitonine
  • RX thorax (AP en Lat)
  • CT (zonder contrast)
  • Bronchoscopie zo nodig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Indicaties voor uitvoeren van een bronchoscopie?

A
  • Vermoeden van een massa (recurrente pneumonie)
  • Nood aan pathologische diagnose
  • Inconclusieve resultaten op CT
  • Slechte respons op behandeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is procalcitonine?

A

Acute fase reactant die helpt bij diagnose van bacteriële lage luchtweginfectie.

–> helpt in de beslissing om antibiotica af te bouwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe kan men de etiologie/verwekker van pneumonie achterhalen?

A
  • Sputum: Cultuur en antibiogram, Gramkleuring en RO
  • Bloedcultuur, pleurale vloeistof
  • Serologie
  • Invasief: BAL (broncho-alveolaire lavage)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

De aanwezigheid van welke parameters leiden tot een verhoogde kans op mortaliteit door pneumonie?

A
  • Ademhalingsfrequentie >= 30 / min
  • Diastole bloeddruk =< 60 mmHg
  • Mentale verwardheid
  • Bloed ureum >= 42 mg/dl
17
Q

Behandeling van CAP?

A
  • Start met amoxicilline-clavulaanzuur: augmentin
  • -> zo geen beterschap na 3 dagen => dekken van atypische kiemen:
  • Clarithromycine (Biclar) + Amoxiclav (Augmentin)
18
Q

Behadnleing van een ernstige pneumonie met pseudomonas aeruginose infectie?

A
  • Piperacilline-tazobactam (tazocin) + macrolide (biclar)
19
Q

Definitie van hospital acquired pneumonie?

A

Pneumonie die zich ontwikkeld na > 48 u in ziekenhuisopname

20
Q

Etiologie van HAP?

A
  • Micro-aspiratie van oropharyngeaal secreet
  • Aspiratie oesophagale/maag inhoud
  • Hematologische verspreiding
  • Exogene penetratie van geïnfecteerde site
  • Directe inoculatie van geïntubeerde patiënt
  • Translocatie van GI-tractus
21
Q

Behandeling van HAP?

A

Early onset (< 7 dagen hospitalisatie):
• Geen risico op multiresistentie: Amoxiclav (augmentin)
• Risico voor multiresistentie: Piperacilline-tazobactam (tazocin)

Late onset HAP (>of = 7 dagen hospitalisatie)
• Piperacilline-tazobactam (tazocin)

22
Q

Antibiotica behandeling van legionella?

A
  • Macroliden: clarithromycine: biclar