PD 2 Pompfunctiestoornissen Flashcards
1
Q
Wat betekend souffles?
A
Hartruis
2
Q
Wat is een hartkatheterisatie?
A
Coronairangiografie
3
Q
Hoe is vocht te zien op een echo?
A
Zwart is vocht op een echo.
4
Q
Hoe kom je van vochtophoping in het lichaam af?
A
- Plaspillen
- Zoutloos eten, 1,5 liter vocht per dag
5
Q
Wat is een ICD?
A
Ingebouwde AED.
6
Q
Wat is dyspnoe?
A
Ervaring van onaangename sensatie van ademhaling of ademtekort.
7
Q
Wat zijn symptomen van dyspnoe?
A
- Moeheid, kortademigheid, benauwd
- Verschillende betekenissen
- Welke situaties? Iedereen is na intensief sporten kortademig en moe.
8
Q
Wat zijn aandachtspunten bij een anamnese als je denkt aan dyspnoe?
A
- Is het continu aanwezig? Is het afwisselend aanwezig?
o Bepaalde situaties - Hoelang al?
- Acuut ontstaan of langzaam?
- Mate van inspanning wanneer de klachten optreden? NYHA classificatie geeft aan bij welke mate van inspanning de klachten optreden
- Begeleidende symptomen?
- Uitlokkende factoren?
9
Q
Wat zijn problemen die kunnen optreden bij de tractus circulatorius?
A
- Oedemen
o Welk moment van de dag?
o Waar en tot hoever?
o Varices? - Gewicht
o Toename of afname
o Buikomvang
o Eetlust (als eetlust afneemt, maar gewicht niet, wijst dat op vochtophoping) - Nycturie
o Frequentie
o Hoeveelheid - Pijn op de borst
o Beschrijvingen
o Lokalisatie - Hartkloppingen (palpitaties)
10
Q
Wat zijn typische klachten bij hartfalen?
A
- Kortademigheid (vooral snachts kortademigheid, niet meer plat kunnen liggen)
- Orthopneu
11
Q
Wat is hartfalen voor een ziekte?
A
chronische ziekte, oplossing prognose verlengen, je kunt het dus niet genezen