HC 3.8 Pathofysiologie van ischemisch vaatlijden Flashcards
Wat is ischemisch vaatlijden?
Zuurstoftekort in een bepaald deel van het lichaam doordat de bloedtoevoer verminderd is.
Waar hebben ischemische hartziekten mee te maken?
Met te weinig zuurstoftoevoer naar de hartspier.
Waar is ischemia aan te herkennen?
Aan de kleurverandering van het weefsel.
Wat zijn de oorzaken van arteriële obstructie?
- Atherosclerose
- Hypertensie
- Vasculitis
Hoe kan atherosclerose zorgen voor arteriële obstructie?
Slagaderverkalking in zowel grote bloedvaten als in de microcirculatie.
Hoe kan hypertensie zorgen voor arteriële obstructie?
De weerstandsvaten kunnen dan niet goed ontspannen en zorgen dan voor een verhoogde perifere vaatweerstand. Een probleem dat vaak te herleiden is naar de kleine bloedvaten en de arteriolen waar 80% van de vaatweerstand zit. Als de vaattonus regulatie veranderd, gaan de arteriolen moduleren. De mediale laag kan dan dikker worden (hypertrofie), om de verhoogde bloeddruk te weerstaan.
Hoe kan vasculitis zorgen voor arteriële obstructie?
Ontsteking van de binnenwand bloedvat, kan voor een toename in de weerstand zorgen en daarmee voor een hoge bloeddruk.
Wat zijn oorzaken van atherosclerose?
- Erfelijke factoren: familiaire hypercholesterolemie bijv. dan heb je meer kans op het dichtslibben van vaten door bv een mutatie: dan liggen de cholesterol waarden niet bij de 4-5 maar bij de 8-9. Zulke mensen hebben dan al vanaf jonge leeftijd last van atherosclerose.
- Inactiviteit, roken en voeding.
- Hypertensie
- Diabetes mellitus
Wat is de normale situatie van de doorbloeding van een orgaan?
De flow is het drukverval over het vaatbed gedeeld door de weerstand van het vaatbed: Flow = (Pa - Pv) / Rarteriolen.
Pa = druk van het bloed, wanneer het het arteriële stelsel ingaat
Pv = druk van het bloed, wanneer het het veneuze vaatstelsel uitgaat
Hoe kan je de flow vergroten?
Door de weerstand te verlagen, de bloeddruk blijft meestal constant.
Wat is de situatie in het geval van een arteriële stenose voor de doorbloeding van een orgaan?
De druk na de stenose wordt lager, die noemen we nu Pa’. De Flow over het orgaan wordt nu berekend door Flow = Pa’ - Pv / Rarteriolen. De Pv zakt niet in waarde. Het streven is om de doorbloeding constant te houden: druk-flow regulatie. Door zuurstoftekort ontstaat melkzuurvorming en dit signaleert aan de vaten dat ze moeten verwijden en dit haalt de weerstand van het vaatbed omlaag en dan gaat de flow weer omhoog.
Wat gebeurt er als de straal van het bloedvat halveert met de dwarsdoorsnede en wat is daarvan het gevolg voor de druk van het vat?
Dan is de dwarsdoorsnede met 75% afgenomen. De druk is nog wel hetzelfde. Dit komt doordat vanaf 80% diameterreductie de auto-regulatoire reserve is uitgeput en de flow niet meer op peil kan worden gehouden –> de arteriolen kunnen niet meer verder verwijden en hebben hun maximale vergroting bereikt.
Wat gebeurt er als de auto-regulatoire reserve is uitgeput?
De doorbloeding zak dan vrijwel lineair met de druk omdat de druk achter de stenose daalt terwijl de weerstand van de arteriolen constant blijft (de arteriolen kunnen niet meer verder dilateren)
Iemand met een stenose onder de 80% vernauwing heeft een normale flow, hoe kom je erachter wat de ernst is van de stenose?
- Door de druk achter de stenose te meten.
- Je kunt ook de persoon een vasodilatoire stof geven. Bij een relatief hoge druk, kan bij toevoeging van de vasodilatoire stof de flow tot wel vijf keer toenemen. In het geval van een ernstige vernauwing gebeurt dit niet.
Wat zijn de grenzen van autoregulatie?
Maximale dilatatie en maximale constrictie.