HC 3.2 Hemodynamiek Flashcards
Waar streeft het hart naar?
Om de flow constant te houden.
Wat zijn enkele belangrijke functies van het bloedvatenstelsel?
- Transport van voedingsstoffen en afbraakproducten
- Warmtetransport
- Doorgeven van krachten/druk
- Snelle chemische signalering - hormonen en neurotransmitters
Wat zijn fysische kenmerken van het circulatiesysteem?
- Gesloten systeem, pompt in rust 5l/min en bij sporten 25l/min
- Goede verdeling over de organen
- Grote drukverschillen 80-120 mmHg (druk kan tot de 200 mmHg komen)
- Pulserende flow vs continue flow (aorta vs capillairen)
- Geen starre, maar flexibele elastische buizen
- Bloed is een heterogene vloeistof met visceuze (stroperige) eigenschappen
- Hoge perifere weerstand
- Bloedvolume ongeveer 6 liter waarvan 65% in het veneuze systeem.
Uit welke twee pompen bestaat het hart van een zoogdier?
- LV + LA voor de grote circulatie (hoge druk)
- RV + RA voor de kleine circulatie (lage druk)
Waarom is er een hoge druk pomp en een lage druk pomp?
Er is meer weerstand in de grote circulatie dan in de kleine circulatie, daarom is er een hoge druk nodig.
Hoe kan druk worden weergegeven in een formule?
Druk = vector F x A, kracht die loodrecht op een object boven een eenheidsgebied wordt toegepast.
Hoe kan bloed stromen?
Door druk en door vloeistofdruk.
- Andere componenten die ook een rol spelen zijn zwaartekracht, versnelling en krachten die van buitenaf komen.
Wat is de vloeistofdruk?
De kracht dat per oppervlakte-eenheid op een object in de vloeistof wordt uitgeoefend.
Wat geldt er volgens de wet van Pascal (bij stilstaande vloeistof)?
- Vloeistof oefent even grote druk uit in alle richtingen.
- De druk in een horizontaal vlak is overal gelijk, als je naar links of rechts beweegt is de druk gelijk.
- De druk neemt wel toe met diepte.
Wat is de wet van Pascal in formule vorm?
Waar is de bloeddruk in een rechtopstaand lichaam het hoogst?
In de voeten en het laagst in het hoofd.
Wat is de hartdruk in rust?
95 mmHg
Wat is de flow (F)?
Een maat voor de hoeveelheid vloeistof (bloed) per tijdseenheid in cm3/s. Een volumestroom per seconde.
Wat is de snelheid (v)?
Snelheid van één deeltje in m/s.
Wat is het verband tussen flow en snelheid?
F = v * A
Wat is een andere benaming voor de druk in de Wet van Pascal?
Hydrostatische druk
Waar gaan we van uit bij de continuïteitsvergelijking?
Van een gesloten systeem zonder verliezen. Dat wil zeggen dat de hoeveelheid die er aan de ene kant instroomt gelijk is aan de hoeveelheid die er aan de andere kant weer uitstroomt. De volume stroom (flow): F1 = F2 = constant.
Waar kijken we bij de continuïteitsvergelijking naar?
Niet naar één buis maar naar het gehele systeem.
Wat gebeurt er als de oppervlakte (A) van een vat toeneemt?
Dan daalt de snelheid en dus blijft de flow gelijk.
Wat gebeurt er als de oppervlakte (A) van een vat afneemt?
Dan verhoogt de snelheid want de flow blijft gelijk.
Wat gebeurt er als de doorsnede van de vaten afneemt volgens de continuïteitsvergelijking?
Dan neemt de stroomsnelheid toe.
Wat gebeurt er als de doorsnede van de vaten toeneemt volgens de continuïteitsvergelijking?
Dan neemt de stroomsnelheid af.
Waar zorgt het vertakken van de vaatjes voor in de capillairen?
Grotere doorsnede dus een lagere stroomsnelheid en op die manier betere diffusie.
Wat is de Wet van Bernoulli?
- p = pomp energie: drukopbouw van het hart
- 1/2 * ρ * v^2 = kinetische energie: bewegingsenergie en stromingsenergie (heeft te maken met de snelheid van het bloed)
- ρ * g * h = potentiële energie: plaatshoogte (Wet van Pascal)
En deze drie energieën bij elkaar opgeteld is de wet van Bernoulli en de uitkomst van deze som is constant.