HC 1.10 Inleiding farmacotherapie Flashcards

1
Q

Waarvoor gebruik je een geneesmiddel?

A
  1. Het genezen of voorkomen van een ziekte, gebrek, wond of pijn bij de mens.
  2. Het stellen van een geneeskundige diagnose bij de mens
  3. Het herstellen, verbeteren of anderszins wijzigen van fysiologische functies bij de mens door een farmacologisch, immunologisch of metabolisch effect te bewerkstelligen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat kan een effect van een geneesmiddel zijn?

A
  • Therapeutische werking – bijv. antibioticum
  • Profylactische (preventieve) werking – bijv. antimalariamiddel
  • Middelen die dienen om een diagnose te stellen – bijv. oogdruppels die door de oogarts tijdens spreekuur worden gebruikt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is belangrijk bij preventieve medicatie?

A
  • Risk/benefit ratio
    Bij een kankermedicijn accepteer je ernstige bijwerkingen zoals haaruitval wel, maar bij dagelijkse geneesmiddelen zou dit niet acceptabel zijn.
  • Harde uitkomstmaat
  • Number needed tot treat: hoeveel mensen moet je behandelen om één case, bijvoorbeeld een hartinfarct te voorkomen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat moet je ook meenemen in de keuze wel of niet behandelen?

A

De nadelen van een behandeling: persoon voelt zich mogelijk patiënt, bijwerkingen, kosten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke instantie bepaalt of een geneesmiddel wordt toegelaten op de markt?

A

CBG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarop wordt een medicijn beoordeeld?

A

Gaat om de balans tussen de werking en de risico’s, de balans hiertussen kan veranderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat bepaald de CBG nog meer?

A

Het CBG bepaalt ook of het geneesmiddel in de apotheek of gewoon bij de drogist, supermarkt etc. beschikbaar mag zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke instantie gaat over de vergoeding van geneesmiddelen?

A

ZIN - Zorg instituut Nederland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het 6 stappen plan voor het voorschrijven van geneesmiddelen?

A
  1. Definieer probleem patiënt
  2. Definieer doel behandeling
  3. Selecteer relevante behandelmogelijkheden
  4. Maak een patiënt-specifieke keuze
  5. Voer behandeling uit: schrijf recept, informeer patiënt (therapie)
  6. Plan follow up (controlepunten)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar kan je niet aan ontkomen bij medicijnen?

A

Bijwerkingen, die zijn er namelijk altijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar moet je bijwerkingen van medicijnen melden?

A

Bij het LAREB.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly