HC 3.7 Afbeeldingstechnieken in de medische wereld Flashcards

1
Q

Waar worden röntgenfoto’s meestal van gemaakt?

A

Bij verdenkingen van fracturen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe werkt een röntgenfoto?

A

Er wordt gebruik gemaakt van een vacuümbuis met daarin een kathode en een anode. Bij de kathode zit een gloeidraad waaruit elektronen vrijkomen (van kathode naar anode). Deze vormen een elektronenbundel en doordat er tussen de anode en de kathode een spanningsverschil is van 30 tot 150 kV botsen ze heel hard tegen de anode waarbij er röntgenstraling vrijkomt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe kun je weefsels op een röntgenfoto onderscheiden?

A

Door het verschil in absorptie. Bot is denser en absorbeert meer straling en is op een röntgen wit gekleurd. Lucht is lucent en laat veel straling door en is in een röntgen zwart gekleurd. Stoffen met een hoger massagetal houden meer straling tegen, hangt ook af van de dikte van een materiaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de meest vervaardigde röntgenopname?

A

De thoraxfoto.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat kun je met een thoraxfoto goed afbeelden?

A

Het hart en de longen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe maak je een thoraxfoto? Van welke richting?

A
  • PA (posterieur-anterieur): de patiënt staat met zijn borst tegen de fotografische plaat, de röntgenbuis staat achter de patiënt
  • Laterale opname: hierbij staat de patiënt met zijn linkerzijde tegen de fotografische plaat aan. De patiënt staat dan zo dicht mogelijk met het hart bij de fotografische plaat en het hart zal daardoor minder vergroot worden op de foto. (dit geeft een betrouwbaarder plaatje)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is röntgenstraling?

A

Een divergerende (uiteenlopende) bundel, het hart wordt dus vergroot afgebeeld naarmate de patiënt verder van de fotografische plaat staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe lees je een röntgenfoto af?

A

Links op het scherm is rechts voor de persoon. Het is net als of je voor een persoon staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat kun je op een thoraxfoto van het hart niet van elkaar onderscheiden?

A

Je kunt de atria en de boezems niet van elkaar onderscheiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe kun je zien of een thoraxfoto betrouwbaar is?

A

Door de ribben te tellen, goed geïnspireerde foto als je 9-10 dorsale ribben kunt tellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer wordt er een AP foto (anterieur posterior) gemaakt?

A

Als iemand niet uit zijn bed kan, omdat die niet rechtop kan staan. De fotografische plaat ligt nu achter de rug van de patiënt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het gevolg van een AP opname?

A

Het hart is vergroot weergegeven. En de kwaliteit van de foto is wat lager.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe groot mag het hart zijn?

A

Breedste gedeelte van het hart / breedste deel van de thorax.
CTR Cor thorax ratio < 0.5, iemand met een CTR boven de 0.5 heeft een vergroot hart.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarop mag je de CTR niet toepassen?

A

Bij een AP opname, want een AP opname laat al een groter hart zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe werkt een computer tomografie (CT)?

A

Is ook gebaseerd op de absorptie van röntgenstraling. De anode en de kathode zijn niet gefixeerd, maar kunnen rond de patiënt heen draaien. Door vele beelden vanuit verschillende hoeken te combineren, kan je een visuele coupe/plak maken van de patiënt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het verschil tussen een single-slice en een multi-slice CT?

A

Een multi-slice CT heeft meerdere detector rijen, waardoor het ook mogelijk is om in verschillende vlakken naar het CT te kijken.

17
Q

Wat is er bij een CT-scan te gebruiken?

A

Contrastvloeistof, dit bevat jood en absorbeert röntgenstraling waardoor het wit aankleurt (hoog massa getal van jood). Het wordt intraveneus toegediend (in de venen geïnjecteerd).

18
Q

Wat is een nadeel van de CT-scan en de röntgenfoto? En wat is een andere overeenkomst?

A

Er wordt gebruik gemaakt van schadelijke röntgenstraling, wat een risicofactor is voor kanker. Een andere overeenkomst is dat er wordt gewerkt met contrasten tussen weke en dense delen.

19
Q

Hoe moet je een CT-scan aflezen?

A

Alsof je van onder naar de patiënt kijkt: links op het plaatje is recht bij de patiënt en andersom.

20
Q

Wat is een nadeel van contrastvloeistof?

A

Je kan de nieren een klap geven door jodium contrast bij mensen met een lage nierfunctie –> het kan het laatste zetje zijn richting dialyse. En mensen kunnen er allergisch voor zijn.

21
Q

Hoe kan een CT scan worden toegepast?

A

In kaart brengen van de schedel, de hersenen, de thorax, het abdomen, het skelet, het hart en de bloedvaten.

22
Q

Wat is de Hounsfield unit waarde?

A

Een waarde voor hoeveel straling er is geabsorbeerd in het betreffende gebied in het lichaam.

23
Q

Wat zijn de Hounsfield unit waarden voor water, vet en weke delen?

A
  • Waarde 0 = water
  • Beetje eronder kijk je naar vet
  • Beetje erboven dan kijk je naar weke delen
24
Q

Hoeveel kans geeft een stralingsdosis van 1000 mSv op kanker?

A

5% kans op kanker, kinderen zijn vatbaarder omdat ze nog langer te leven hebben.

25
Q

Hoeveel is de stralingsdosis van een thoraxfoto, CT thorax en een CT hart?

A
  • Thoraxfoto = 0,01 mSv
  • CT thorax 5 mSv
  • CT hart was 20 mSv, 3 mSv is het nu
26
Q

Hoe werkt een MRI?

A

Er wordt gebruik gemaakt bij een MRI van een homogeen elektrisch veld dat altijd aan staat. Door het magnetisch veld gaan de waterstofatomen tollen. Als deze deeltjes weer terug gaan tollen, komt er energie vrij dit wordt geregistreerd en er kan een beeld gevormd worden.

27
Q

Wat zijn de voordelen van een MRI?

A
  • Geen (schadelijke) straling
  • Goed contrast tussen weefsels (veel verschillende sequenties, meer dan T1 en T2)
  • Bloedflow kwantificeren
  • Je kunt ook contrastvloeistof injecteren
28
Q

Wat zijn nadelen van een MRI?

A
  • Lange scanduur: meeste scans duren een half uur, CT-scan duurt max 10 seconden
  • Kosten
  • Luidruchtig
  • Projectielgevaar (sterke magneet)
29
Q

Waarom gaat een MRI nooit uit?

A

Het duurt dagen tot een week om de magneet op te laden.

30
Q

Wat zijn contraindicaties voor de MRI?

A
  • Een pacemaker en andere implantaten
  • Hoog BMI
  • Claustrofobie
  • Zwangerschap (m.n. i.v. contrast)
31
Q

Hoe werkt een echografie?

A

Maakt gebruik van ultrasone geluiden (boven 20 kHz). Hoe verder het geluid reflecteert, hoe langer het duurt voordat het signaal terug is en hoe zwakker het signaal. Met echografie meet je vooral weefsel overgangen. Door honderden van dit soort metingen naast elkaar uit te voeren kan je een goed beeld vormen.

32
Q

Wat speelt er bij echografie ook een rol? En wat kan je daarmee beoordelen?

A

De Doppler techniek en hiermee kan je de bloedstroom beoordelen. Als het bloed naar je toekomt, reflecteert het geluid met een hogere frequentie dan als het bloed van je afstroomt.

33
Q

Wat zijn voordelen van echografie?

A

Brede toepassing, dynamisch onderzoek, niet duur.

34
Q

Wat zijn nadelen van echografie?

A
  • Lucht en bot geven een volledige reflectie, alles wat erachter zit is dus niet zichtbaar.
  • Diepe structuren zijn minder goed zichtbaar.
  • Het hangt af van de postuur van de patiënt
  • Kwaliteit afhankelijk van de echografist
35
Q

Waar is echografie voor geschikt?

A

Beeldvorming van:
- Buik
- Hart
- Hals
- Gewrichten
- Gynaecologie
- Vaten