Pathologie van afstoting Flashcards
verstoringen nierbiopt
pathogenetische mechanismen
te kleine sample grootte
meerder compartimenten van primair laesie
aspecifieke chronische afwijkingen
sampling error
belangrijkste klinische informatie bij het beoordelen van een niertransplantaat
donor afkomst
levend of overleden (DBD/DCD)
gezondheid en leeftijd van de donor
tijdstip na transplantatie
heeft de nier het altijd goed gedaan?
medicatie
oorspronkelijke ziekte
nierfunctie
anti-donor HLA antibodies
mogelijke ziektebeelden in het biopt van het niertransplantaat
rejectie
therapie toxiciteit
virus infectie
donor ziekte
nodig voor adequate beoordeling transplantaatnier
minimum 7 glomeruli, 2 arteriën (Banff)
waarvoor is de BANFF classificatie
richtlijnen voor pathologen: criteria diagnose renal allograft rejection, prognose voor therapeutische reactie of lange termijn functie
categorieën BANFF classificatie
1 = normaal
2 = antistof gemedieerde afstoting
3 = verdenking op borderline t-cel gemedieerde rejectie
4 = TCMR (t-cel gemedieerde reactie)
5 = IFTA (chronische nierschade)
6 = andere veranderingen, niet veroorzaakt door acute of chronische afstoting)
hoe stel je de diagnose van antistof remedieerde afstoting/ ABMR
- histologie: acute weefselschade
- antibody interaction with endothelium: c4d + PTC’s
- serologie: anti-HLA antibodies of ander donor specifieke antilichamen
wat zijn de verschillende types T-cel remedieerde rejectie (category 4 BANFF)
1 = tubulo-interstitieel
2 = endarteritis (lymfocyten in de arteiën)
3 = transmurale ontsteking / fibrinoïde necrose
BANFF category 6
andere veranderingen niet gerelateerd aan acute of chronische rejectie
- polyomavirus
- calcinyeurine remmer toxiciteit
- acute tubulusnecrose
welke klinische informatie is belangrijk bij het beoordelen van een nierbiopt
hoe snel nierfunctie achteruit gaat
verdenking op een virale infectie
donor-specifieke antilichamen aanwezig
aanvullende immunosuoresiva