HLA, kruisproeven en allocatie Flashcards
factoren die een rol spelen in het succes van niertransplantatie
HLA typering
etniciteit (sterk gekoppeld aan HLA typering)
wel of niet aanwezig zijn van HLA antistoffen
welke indicatie voor niertransplantatie → bepaalt oa de recidiefkans in de nieuwe nier
bloedgroep
donor karakteristieken (oa leeftijd, levende/overleden donor, ischemietijd)
wat doe APC
(= antigeen presenterende cel: dendritische cel, macrofaag) brengt HLA klasse II tot expressie aan een CD4+T-cel (T-helpercellen)
wat doen koershoudende cellen
brengen HLA klasse I tot expressie aan CD8+ T-cel (cytotoxische T-cellen), die vreemde cellen kunnen opruimen
matchen op HLA *hoeft niet 100%)
best mogelijke match voor
- HLA klasse I (A, B)
- HLA klasse II (DRB1)
ontwijken van HLA antistoffen (A, B, C, DRB1, DQB1, DPB1)
hoe werkt het allocatie programma
donor ≥ 65 jaar: oud voor oud programma → oud orgaan naar oude ontvanger
- ESP programma
donor 18-65 jaar
- AM programma (patiënten met veel HLA-antistoffen → voorrang)
- ETKAS programma
hoe werkt het puntensysteem voor allocatie ETKAS (donor 18-65)
1 AM Patienten
2 000-MM (rank obv score) -> patiënten zonder mismatches met donor
3 rit van Patienten via scoresysteem: factor max aantal punten
HLA, -A, -B, -DR matching 400 (800 voor kinderen)
mismatch probability 100
waiting time (per year) 33.3
distance factor (local/region/nation) 300
national balance no max
HU/KAOO/kidney donor (zelf gedoneerd) 500
wat zijn immunizing events + 3 voorbeelden
= gebeurtenissen die leiden tot contact met vreemd HLA en daardoor tot mogelijke vorming van anti-HLA alloantistoffen
vb. zwangerschap → paternale HLA-antigenen in de foetus
bloedtransfusie → HLA-antigenen op leukocyten of trombocyten in donorbloed
eerdere transplantatie waarbij er een HLA-mismatch was met de donor
er zijn ook mensen zonder deze 3 events die alsnog HLA-antistoffen hebben, dit is nog onverklaarbaar
waar leiden de Novo HLA-antistoffen toe
graft los (door antistoffen ontstaan door transplantatie)
waar leiden donor-specifieke antistoffen (DSA) toe
acute humorale rejectie
chronische transplantaatfalen
wanneer is er een HLA match
als HLA-eiwit het zelfde is (ongeacht genetisch verschillen)
wat is high resolution typering
typering bij patienten
vb high resolution typering
NGS
nanopore sequencing (kan ook snel)
wat is low resolution typering
typering bij donor
vb. low resolution typering
SSP: mbo primers (kan 2-3 uur)
SSO: mbo. oligonucleotiden (luminex)
techieken HLA-anitstofscreening
complement dependent cytotoxicity (CDC)
- niet sensitief
- bij toelating wachtlijst
luminex-based assays
- wel sensitief
- voor toelating wachtlijst min 2 keer, daarna elk kwartaal