complicaties na levertransplantatie Flashcards
wat zijn vroege complicaties na levertransplantatie?
bloeding intra-abdominaal
galweg-lekkage
wondinfectie
welke factoren bepalen de uitkomst van de transplantatie
leeftijd donor en ontvanger
transplantaat schade (mischemie, afstoting, chirurgisch technisch)
comorbiditieten
complicaties eerste maanden
leverziekte
immuunsuppressie + bijwerkingen
ervaring transplantatie team
wat zijn chirurgische vroege complicaties na levertransplantatie
trombose a.hepatica/ vena porta
obstructie Piggy back anastomose
lekkage/obstuctie galweganastomose
fascie dehiscentie
nabloeding
leus
wat zijn chirurgische late complicaties na levertransplantatie
obstructie galweganastomose
ischemische galwegschade
trombose a.hepatica
stenose anatomose vena porta en piggy back
wondhernia
wat zijn medische late complicaties na levertransplantatie
acute cellulaire rejectie
humorale rejectie
infectie
nierinsufficeintie
osteoporose
diabetes
hypertensie
maligniteit (de novo)
terugkeer leverziekte
wat zijn medische vroege complicaties na levertransplantatie
acute cellulaire rejectie
ischemie/reperfusie shcade
hyperglycemie
infectie
toxiciteit geneesmiddelen
delier/slaapproblemen
nierinsufficientie
hypertensie
overvulling/oedeem
primaire dysfunctie van orgaan
inactief orgaan
gelijk hoge urgentie re-LTx
ASAT > 10.000 U/L
1-8%
vroege orgaan dysfunctie
op dag 7
trage start van orgaan
ASAT > 2000
23%
welke vasculaire complicaties ontstaan er na levertransplantatie?
5-10% vroege ( < 1 maand) arteria hepatica trombose (HAT)
1-5% late HAT
3% vena portae trombose/stenose
< 1% stenose piggyback cavo-cavostomie (sec Budd-Chiari)
wat is de behandeling van vasculaire complicaties na LTx
retransplantatie (bij vroege HAT of galweg schade bij late HAT)
radiologische angioplastiek / stent
chirurgische revisie
antistolling
welke soorten galweg complicaties zijn er na LTx (komt voor in 30%)
stenose galweg anastomose: 9-12%
galweg lekkage +/- biloom: 2-21%
bij DCD 4%, bij DBD 0.4% (niet significant verschil)
niet-anastomotische stricturen: 10-15%
bij DCD 24%, bij DBD 8% (significant verschil)
wat is de behandeling voor galweg complicaties na LTx
ERCP (oprekken of stent plaatsen) of PTC (via de lever een drain plaatsen) of drainage (biloom)
vaak herhaaldelijk (20% recurrent)
hepaticojejunostomie +/- revisie
retransplantatie
wat zijn de bijwerkingen van immunosuppressiva
verhoogd risico op infecties
verhoogd risico op kanker
nierinsufficiëntie (16%)
hart- en vaatziekten (17%)
diabetes mellitus (35%)
hyperlipidemie (52%)
hypertensie (65%)
osteoporose
wat zijn immunologische oorzaken van verlies van levertransplantaat?
under-immunosuppression
immunologische complicaites
wat zijn niet-immunologische oorzaken van verlies van levertransplantaat
vasculaire aandoeningen
recidief initiële ziekte
virologisch
de novo non-alcoholische steatohepatitis
graft kwaliteit
chirurgische complicaties