De rol van het steunhart Flashcards
wanneer komt een patiënt in aanmerking voor een VAD
meerdere opnames voor decompensatie in het laatste jaar
zeer beperkte inspanningstolerantie ondanks maximale therapie (VO2max < 12 ml/kg/min)
verslechtering orgaanperfusie (hypotensie, verhoogd lactaat, nierfunctiestoornis) en afhankelijk van ondersteuning met inotropie (dobutamine, milrinone, noradrenaline)
werking LVAD
ondersteuning van het linkerventrikel
interne pomp met draagbare accu, mobiele patiënt, lange termijn ondersteuning (jaren)
voorwaarde LVAD: goede rechter ventrikel functie
werking RVAD
ondersteuning van het rechterventrikel
externe pomp, alleen op IC
werking BiVAD
ondersteuning van beide hartkamers
externe pomp, alleen op IC
contra-indicaties LVAD
mechanische aortaklep of mitralisklep
rechter ventrikel falen
hoe wordt rechter ventiel falen beoordeeld
echografie (gedilateerd RV
verminderde RV functie (licht verminderde functie is geen absolute contra-indicatie, het gaat ook om de mate van verminderde functie)
ernstige tricuspidalisklepinsufficiëntie (TI)
hoge rechter atriumdruk ( > 15 mmHg))
of meting druk: Swan-Ganz katheter
ratio rechter atriumdruk / capillaire wedge > 0.5 = voorspeller voor RV-falen post-LVAD
voordelen LVAD tov harttransplantatie
geen wachtlijst (direct beschikbaar)
geen leeftijdsgrens (ook mogelijk na 65 jaar)
geen gebruik van immunosuppressiva
mogelijk bij recente curatief behandelde maligniteit (contra-indicatie HTx)
mogelijk bij patiënten met pulmonale hypertensie (contra-indicatie HTx)
wat was de ontwikkeling van verschillende soorten VAD
1e generatie VAD: biventriculair, 2 externe pompen onder de borstkas
vaak buiten het lichaam geplaatst (paracorporeel) of deels in de thorax
maakt enorm veel lawaai
wordt tegenwoordig niet meer gebruikt
2e generatie implanteerbare LVAD: Heart Mate II (2006) → axiale continue flow
volledig implanteerbaar in de borstkas (dus boven het diafragma)
levensreddend, met na de ingreep een normale kwaliteit van leven
risico: stolselvorming in de rotor → LVAD trombose met trombolische accidenten → LVAD wissel nodig
3e generatie LVAD: Heart Mate III / HM3 (2016)
Full MagLev Flow Technology
impeller volledig stabiel opgehangen in magnetisch veld
nadeel: deze patiënten kunnen niet in een helikopter, door het grote magnetische veld
ontworpen voor reduceren van bloed trauma → minder trombose
brede range van flow (2-10 L/min)
kunstmatige pols
= huidige standaard
criteria om na LVAD nog harttransplantatie te krijgen
< 65 jaar
geen pulmonale hypertensie
creatinineklaring > 30 ml/min (dus goede nierfunctie)
geen belangrijke comorbiditeit (infectie, maligniteit)
geen eind-orgaanschade bij diabetes mellitus
oorzaken hartfalen van LVAD patiënt
45% ischemisch
55% niet-ischemisch (cardiomyopathie)
situatie eindstadium hartfalen van LVAD patiënt
85% inotropie-afhankelijk (dobutamine, enoximone) → ernstig
15% ernstig beperkt poliklinische patiënt → niet in levensgevaar, maar wel sterk verminderde kwaliteit van leven
korte termijn complicaties na LVAD
rechter vertikken falen
bloeding
trombo-embolische complicaties
nierinsufficiettie
infecties
lange termijn complicaties na LVAD
gastrointestinale bloedingen
LVAD trombose en trombo-embolische complicaties
LVAD driveline infectie
mechanisch falen van LVAD
ventriculaire ritmestoornissen
LVAD HM3 outflow graft stenose (plotselinge dood)
- seriële evaluatie middels CT na 2 jaar post-implantatie, bij significante stenose transcatheter stentplaatsing
overleving na LVAD
1-jaarsoverleving: 80%
2-jaarsoverleving: 70%