Maligniteiten na transplantatie Flashcards
complicaties rondom de ingreep/operatie van een niertransplantatie:
- trombose, bloeding, infectie, lekkage/stenose urineleider
- bijwerkingen van de medicijnen
- nadelen van de immunosuppressiva (infecties, kanker, hart-en vaatziekten, nierschade)
- terugkeer van oorspronkelijke nierziekte
cystenieren keren na transplantatie niet terug.
Kanker komt niet alleen na transplantatie vaker voor, maar ook tijdens nierfalen. Ook tijdens nierfalen heb je dus een verhoogd risico op kanker.
Niet alleen door niertransplantatie ontstaat kanker, ook door andere factoren
welke factoren spelen een rol bij het ontstaan van kanker na niertransplantatie?
- immunosuppressiva
- virale infecties
- vooral intensiteit en duur van immunosuppressiva
- leeftijd van de ontvanger
- vele virussen hebben oncogene eigenschappen, na transplantatie minder afweer tegen die virussen
- tijd na transplantatie
- oorzaak nierfalen
EBV:
- Epstein-Bar virus, familie van herpesvirus
- latent aanwezig na infectie in jeugd
- symptomen na transplantatie meestal mild
- koorts, malaise, keelpijn, lymfadenopathie, hepatosplenomaglie
- leidt tot proliferatie van B-lymfocyten
- bestrijding door cytotoxische T-lymfocyten
- dus vooral na T-cel depleterende therapie risico op re-activatie dan wel primo infectie
- kan lymfoom veroorzaken
PTLD = Post Transplantation Lymfoproliferative Disease
- indien prolifererende B-cellen niet meer in toom gehouden kunnen worden door specifieke T-cellen, kan zich een lymfoom ontwikkelen
- Eén van de meest gevreesde complicaties na orgaantransplantaties.
- Afhankelijk van getransplanteerd orgaan 1-10% kan op PTLD
- mortaliteit tot 60%
behandeling PTLD:
- reductie/staken van de immunosuppressiva
- anti-B-cel antilichamen, vooral Retuximab
- chemotherapie
huidkanker na niertransplantatie:
- Huidkanker komt veruit het meeste voor, bijna helft van patiënten na 20-25 jaar na transplantatie wel tenminste 1 keer huidkanker
- groot gedeelte van patiënten > 3 huidkankers per jaar
- zonlicht expositie is de belangrijkste risicofactor!
kanker na niertransplantatie, screening:
- advies om mee te doen met landelijke screeningsprogramma’s, dus colonkanker, borstkanker en baarmoederhalskanker.
- colonkanker komt iets vaker voor na transplantatie.
- ook sterk verhoogd risico op baarmoederhalskanker.
discussie over mogelijk vaker screenen na transplantatie? of vroeger starten met screening?
vooralsnog alleen bij baarmoederhalskanker extra screening, namelijk jaarlijks
Screening heeft voordelen en nadelen en het gaat om de balans tussen die twee. nadelen van screening:
- fout-positieve uitslagen (met bijbehorende stress)
- invasieve procedure
- kosten
- invloed op overleving? (is deze vergelijkbaar bij niet-getransplanteerden?)
preventieve strategie?
het op voorhand verminderen van immunosuppressiva leidt tot meer transplantaatfalen.
en dus: geen preventieve reductie IS
reactieve strategie?
- momenteel wordt het alleen aanbevolen bij lymfomen en Kaposi sarcomen
- huidkanker komt het meeste voor, dus daar is veel onderzoek naar gedaan
- patiënten met huidkanker worden omgezet naar een behandeling met sirolimus
- diverse studies naar gedaan, meestal klein van omvang
belangrijkste lessen uit de studies naar sirolimus en everolimus bij huidkanker na transplantatie:
- sirolimus/everolimus lijkt wel enige remming van (nieuwe) huidmaligniteiten te geven
- werkt het beste indien dit gelijk bij eerste maligniteit wordt gedaan (en men dus kort na transplantatie is)
- ongeveer 25% van de patiënten verdragen deze middelen echter niet en moeten weer terugwisselen
Reductie IS na optreden van kanker, waar houden we rekening mee?
- niet wisselen na (eerste) huidkanker, vanwege het risico voor het transplantaat en de bijwerkingen
- of er gewisseld wordt, is een individuele afweging (wat zijn de andere behandelopties? Wat is het risico op transplantaatverlies?)
- zonlicht preventie is en blijft cruciaal!
- bij lymfomen stoppen we wel met MMF, ook omdat MMF en chemotherapie elkaars cytotoxische effect kunnen versterken! Mogelijk niet optimaal chemotherapie doseren
- soms ook alle immunosuppressie stoppen bij lymfomen als Rituximab niet voldoende is