Infecties en transplantatie Flashcards
de soort infectie is heel erg afhankelijk van de tijd na transplantatie.
hoe werkt het met de start en afbouw van IS?
Start met immunosuppressie –> maand later zijn T-cellen goed onderdrukt –> gedurende een jaar wordt de immunosuppressie langzaam afgebouwd –> een jaar na de transplantatie is de immunosuppressie op het laagste niveau
infecties die voorkomen binnen 1 maand na transplantatie:
- donor-derived
- nosocomiaal (algemeen-transplantatiespecifiek)
- recipient derived
infecties die voorkomen tussen 1 maand na transplantatie en 12 maanden na transplantatie:
- reactivatie latente infectie
- opportunistische infectie
infecties die voorkomen > 12 maanden na transplantatie:
- community acquired
- late intracellulaire infecties (virus, schimmel, bacterie, parasite)
- kanker (huid, PTLD)
donor-derived infecties:
- komt bijna nooit voor
- infecties die mee getransplanteerd worden met het orgaan
- we screenen donoren op infecties, waardoor dit niet heel vaak voorkomt
screening van donoren (algemene zaken):
- leeftijd, geslacht en beroep
- lengte en gewicht
- opname-indicatie
- chronische aandoeningen, zoals hypertensie en diabetes mellitus
- ziektegeschiedenis
- doodsoorzaak
- intoxicaties
- medicatiegebruik thuis
- risicogedrag op het vlak van seksueel overdraagbare aandoeningen
- ondergane operaties
- allergieën
- reisgedrag in het afgelopen jaar
- het klinische beloop tijdens de opname
algemene contra-indicaties voor de donor:
- identiteit van donor is onbekend
- onbehandelde sepsis
- actieve tuberculose
- een actieve virale infectie met rabiës, herpes zoster of rubella
- anencefalie (onverklaard neurologisch beeld)
relatieve contra-indicaties van de donor:
- HIV
- chronische Q-koorts
- maligniteiten
- een onbekende doodsoorzaak
- melanoom
donor screening (meer specifiek):
- HIV, Hepatitis B en C
- EBV (pfeiffer), CMV
- Lues (soa)
- COVID-PCR
- toxoplasmosis (wordt overgedragen via ontlasting van katten)
- bloedkweek
- urinekweek
Nosocomiale infecties (wat je in het ziekenhuis oploopt):
Gewone Postoperatieve Infecties
- pneumonie
- wondinfectie
- flebitis infuus
- centrale lijn gerelateerde infectie
- antibiotica geassocieerde diarree
recipient derived infecties:
- uitgebreide screening ontvanger van te voren (bacterieel onderzoek, parasitologisch onderzoek, virologisch onderzoek)
- op dag van de transplantatie: ziekte?
- eerdere kolonisatie?
- long: CF
- Nier: rec uwi (heel veel uwi’s)
- lever: cholangitis
- perioperatieve ab er op aanpassen
mazelen en gele koorts vaccin kan nooit meer na een transplantatie gegeven worden.
na transplantatie (gordelroos):
- gedissemineerde varicella zoster virus infectie
- waterpokken, maar dan over het hele lichaam
- waterpokken komt ook wel op oudere leeftijd voor, maar dan altijd 1dermatoom en bij deze infectie dus over het hele lichaam
–> dus gordelroos