De rol van het steunhart Flashcards

1
Q

LVAD:

A

Left Ventricle Assist Device

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wanneer is er sprake van ernstig hartfalen en komt een patiënt in aanmerking voor een LVAD?

A
  • Meerdere opnames voor decompensatie in het laatste jaar
  • zeer beperkte inspanningstolerantie ondanks maximale therapie (VO2 max < 12 ml/kg/min)
  • verslechtering orgaanperfusie (hypotensie, verhoogd lactaat, nierfunctiestoornis) en noodzaak voor ondersteuning met inotropie: dobutamine, milrinone, noradrenaline (inotropie-afhankelijk)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

LVAD is dus een ondersteuning van het linker ventrikel. het is een interne pomp, draagbare accu.
de patiënt is mobiel en het is een lange termijn ondersteuning (jaren)

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

belangrijkste voorwaarde voor LVAD:

A

goede rechter ventrikel functie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

RVAD:

A

Rechter hartkamer ondersteuning
is een externe pomp, en is alleen op de IC mogelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

BiVAD:

A

ondersteuning van beide hartkamers
externe pomp en ook alleen op de IC mogelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

falende linker kamer = LVAD
falende rechter kamer = LVAD niet mogelijk

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

contra-indicaties voor LVAD:

A
  • screeningstraject lVAD vergelijkbaar met harttransplantatie, wel enkele verschillen
  • mechanische aortaklep of mitralisklep
  • Rechter ventrikel falen is de belangrijkste contra-indicatie voor LVAD
  • rechter ventrikel falen (Rechter Ventrikel falen wordt middel echo beoordeeld (gedilateerd RV, verminderde RV functie, ernstige TI, hoog rechter atrium druk, dus > 15 mmHg))
  • rechts katheterisatie middels Swan-Ganz katheter.
  • ratio rechter atrium druk/capillaire wedge > 0,5: voorspeller RV falen post-LVAD
    –> Licht verminderde RV functie, is geen contra-indicatie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

voordelen van LVAD t.o.v. harttransplantatie:

A
  1. Geen wachtlijst (direct beschikbaar)
  2. Geen leeftijdsgrens (mogelijk ook na 65 jaar)
  3. Geen gebruik van immunosuppressiva
  4. Mogelijk bij recente curatief behandelde maligniteit (contra-indicatie voor Htx)
  5. Mogelijk bij patiënten met pulmonale hypertensie (contra-indicatie voor Htx)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

1e generatie LVAD:

A
  • een grote pomp
  • twee pompen die buiten het lichaam zitten (RVAD zit tegenwoordig nog steeds buiten, LVAD zit wel inwendig)
  • hele grote pomp die onder de borstkas werd geïmplanteerd
  • maaktte heel veel geluid (RVAD ook tegenwoordig nog steeds)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

de RVAD wordt maar weinig gebruikt en dus alleen op de IC.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

2e generatie LVAD:

A
  • heart Heart Mate 2
  • volledig inwendig, boven het diafragma
  • een canule in de LV apex en een canule in de aorta
  • maar aan de buitenkant zitten wel baterijen/stroomkabels
  • die kabels gaan via een controller, via een kabel verbonden, rechtsstreeks met de pomp in de borstkas
    Zorgde voor een continue flow van linker ventrikel apex naar de aorta.
    RISICO: stolselvorming in de rotor –> LVAD trombose –> kan leiden tot embolische incidenten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

3e generatie LVAD:

A
  • Heart Mate 3 (sinds 2016)
  • voordeel is dat door magnetische veld, er een minder grote kans is op trombose vorming
  • veel kleinere pomp, zit ‘in het hart verstopt’, in de LV
  • patiënten kunnen niet in de MRI, door magnetische pomp
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

2 trajecten mogelijk na LVAD implantatie:

A
  • Overbrugging naar harttransplantatie: bridge to transplant
  • indien: < 65 jaar
  • geen pulmonale hypertensie
  • kreatinine klaring > 30 ml/min
  • geen belangrijke comorbiditeit (infectie, maligniteit)
  • geen eind-orgaan schade bij diabetes mellitus
  • Permanent support = ‘destination’ therapie
    (geen kandidaat voor harttransplantatie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hoeveel LVAD implantaties doen we per jaar in het EMC?

A

ongeveer 20

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

in welke steden in Nl worden LVAD implantaties gedaan?

A

Rotterdam, Utrecht en Groningen

17
Q

statistieken rondom LVAD:

A
  • Gemiddelde leeftijd LVAD: 54 jaar
  • Meer mannen dan vrouwen
  • Oorzaken HF/redenen voor LVAD: ischemisch HF, niet-ischemisch HF, dus een cardiomyopathie (de meeste patiënten)
  • Meeste patiënten zijn heel beperkt, inotropie afhankelijk (deze mensen liggen ook op de afdeling)
  • 15% van de patiënten zijn wel ernstig beperkt, maar zijn wel poliklinische patiënten
18
Q

korte termijn complicaties na LVAD implantatie:

A
  • RV falen (patiënt moet: dan langdurig inotropie, NO beademing, eventueel tijdelijke RVAD, soms urgente Htx)
  • intrathoracale bloedingen (tamponade vroeg na LVAD): dan antistolling tijdelijk onderbreken, rethoracotomie bij tamponade
  • trombo-embolische complicaties (neurologisch event, CVA): toevoegen trombocyten-aggregatie remmers
  • nierinsufficiëntie: CVVH, eventueel peritoneaal dialyse, indien dialyse-afhankelijk Htx niet mogelijk
  • infecties (antibiotica geven)
19
Q

lange termijn complicaties na LVAD implantatie (als patiënt dus al van de IC af is):

A
  • gastro-intestinale bloedingen (antistolling tijdelijk onderbreken, gastro/colonoscopie)
  • LVAD trombose en trombo-embolische complicaties (neurologische events, CVA): dan toevoegen trombocyten agregatie remmers
  • LVAD driveline infectie: dan antibiotica
  • mechanisch falen van LVAD (door beschadigde driveline): LVAD vervanging
  • ventriculaire ritmestoornissen: cardioversie, antiarritmica of ablatie
20
Q

RV falen na LVAD implantatie:

A
  • RV gedilateerd, RV > LV
  • LV wordt niet meer goed gevuld
  • flow van LVAD gaat omlaag
21
Q

RV falen na LVAD implantatie, behandeling:

A
  • Langdurig NO beademing
  • inotropie ondersteuning voor RV
  • indien laag LVAD flow, nierinsufficiëntie: tijdelijke RVAD
  • hoog mortaliteitsrisico
  • pre-operatieve screening tav RV functie is zeer belangrijk
22
Q

LVAD trombose:

A
  • ter voorkoming trombo-emolische events, permanente antistolling met acenocoumarol/fenprocoumon + acetylsalicylzuur
  • LVAD trombose een belangrijk probleem van Heart Mate 2, echter zeer zeldzaam in Heart Mate 3, belangrijke verbetering van Heart Mate 3
  • streef INR 1,8-2,5 (laag), enkele dagen/weken zonder antistolling mogelijk
  • The ARIES-HM3 randomized clinical trial: non-inferiority of warfarin alone vs warfarin + ASA
23
Q

LVAD Heart Mate 3 outflow graft stenose:

A
  • progressieve vernauwing LVAD outflow graft
  • behandeling: transkatheter stentplaatsing ter opheffing stenose en preventie occusie
  • klinische presentatie: episodes met lage LVAD flow, plotse dood
  • fibrofatty material tussen vaatprothese en bendrelief, amorf materiaal zonder cellen, lekkage van vocht/eiwit
24
Q

meest voorkomende complicatie na implantatie LVAD:

A
  • infectie insteekopening driveline
  • meest voorkomend Staphylococcus aureus
  • Cafuroxim iv 2-6 weken
  • steriele verzorging driveline essentieel ter preventie (3 keer per week)
25
Q

overleving na LVAD:

A
  • 1-jaars overleving van 80%
  • 2-jaars overleving van ongeveer 70%
26
Q

2e en 3e generatie continue-flow LVAD’s worden geïmplanteerd wereldwijd bij duizenden patiënten sinds 2006, aanvankelijk ter overbrugging naar hartransplantatie
- inmiddels alleen Heart Mate 3

A
27
Q

Sinds 2015 ook toestemming in NL voor destination therapie met LVAD bij patiënten die niet in aanmerking komen voor harttransplantatie.

A
28
Q

Lange termijn overleving na LVAD is rond 70% na 2 jaar, sommige patiënten in goede conditie > 5 jaar. In de toekomst overleving potentieel vergelijkbaar met harttransplantatie (2 patiënten 9 jaar LVAD HM2).

A
29
Q

Lange termijn complicaties verminderd met Heart Mate 3, vooral de trombo-embolische complicaties, waardoor mogelijk is om alleen orale antistolling (acenocoumarol/fenprocoumon) zonder acetylsalicylzuur te gebruiken.

A
30
Q

Risico op lange termijn bij Heart Mate 3 is outflow graft stenose en hierbij plotse dood. Daardoor seriële evaluatie middels CT na 2 jaar post-implantatie, bij significante stenose transcatheter stentplaatsing.

A
31
Q
A