LE6 Flashcards

Poging en voorbereiding

1
Q

Welke stelling over poging en voorbereiding is onjuist?
1. Art. 96 Sr is een tegenvoorbeeld voor de regel dat het enkel bedenken van het plan geen strafbaar feit is.
2. Bij de subjectieve theorie over begin van de uitvoering ligt de nadruk op de intentie van de dader. De geestesgesteldheid van de dader staat centraal. Het gaat om de misdadige wil van de poger. Dus: er is sprake van een poging wanneer een begin van uitvoering van het voornemen heeft geopenbaard.
3. De objectieve theorie over begin van de uitvoering betekent dat de gedraging een begin moet vormen van voltooiing van het misdrijf. Dus er is sprake van een poging wanneer een begin van uitvoering van het misdrijf zich heeft geopenbaard. Daarvan kan sprake zijn als er een direct gevaar bestaat voor de krenking van het rechtsgoed dat het delict in kwestie beoogt te beschermen.
4. Alle stellingen zijn juist.

A
  1. Alle stellingen zijn juist.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Elly heeft het plan opgevat om een fiets te stelen. Zij heeft daartoe een grote kniptang aangeschaft om de hangsloten waarmee dergelijke voertuigen aan hekken, lantaarnpalen etc. zijn bevestigd, makkelijk door te kunnen knippen. Op een morgen loopt zij met de tang in haar hand naar buiten om naar het verder gelegen station te gaan, waar zij haar slag wil slaan.
Is hier sprake van een strafbare poging of strafbare voorbereiding?
1. Er is geen sprake van een strafbare voorbereiding, wel van een strafbare poging.
2. Er is geen sprake van een strafbare poging, wel van een strafbare voorbereiding.
3. Er is zowel sprake van een strafbare voorbereiding als een strafbare poging.
4. Er is geen sprake van een strafbare voorbereiding, noch van een strafbare poging.

A
  1. Er is geen sprake van een strafbare voorbereiding, noch van een strafbare poging.
    ==> Het delict dat Elly van plan is te gaan plegen is diefstal met braak (art. 311 lid 1 sub 5 Sr). Een poging is strafbaar indien iemand al begonnen is aan de uitvoering van een misdrijf (art. 45 Sr). Diefstal met braak is weliswaar een misdrijf, maar Elly was nog niet bezig met de uitvoering: zij heeft nog geen gedraging verricht die naar uiterlijke verschijningsvorm moet worden beschouwd als te zijn gericht op voltooiing van het tenlastelegde feit (CITO-arrest en Grenswisselkantoor-arrest). Het plan bevond zich nog in de voorbereidingsfase. De volgende vraag is dan: is hier sprake van strafbare voorbereiding? Voorbereiding is strafbaar indien uit bepaalde in art. 46 Sr genoemde omstandigheden blijkt dat iemand een strafbaar feit waarop een gevangenisstraf van acht jaar of meer is gesteld, wil gaan plegen. Op diefstal met braak staat een maximum gevangenisstraf van zes jaar. Er is dus ook geen sprake van strafbare voorbereiding van diefstal met braak.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Is poging tot mishandeling is strafbaar?
1. Ja
2. Nee
3. Afhankelijk van omstandigheden

A
  1. Nee
    ==>
    Art 300 lid 5 Sr bepaalt dat het niet strafbaar is.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Is poging tot zware mishandeling die dood ten gevolg heeft (art. 302 lid 2 Sr) strafbaar?
1. Ja
2. Nee
3. Afhankelijk van omstandigheden

A
  1. Nee
    ==> Bij delicten met een geobjectiveerd gevolg geldt geen poging.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Drugsdealer Bilal heeft het plan opgevat om een van zijn concurrenten te intimideren door een bom tot ontploffing te brengen in diens dure auto (art. 157, 3° Sr). Hij gaat op weg naar de auto, die op straat staat geparkeerd. In zijn tas bevindt zich de bom. Op 50 meter afstand van de auto staat een bankje. Bilal neemt plaats op het bankje om rustig een geschikt moment af te wachten om de bom te plaatsen. Terwijl hij daar zit, wordt hij aangehouden door de politie, die lucht heeft gekregen van zijn plannen. Bilal legt een volledige bekentenis af.
Hier is sprake van:
1. Voorbereiding
2. Poging
3. Vrijwillige terugtred
4. Geen strafbaar feit.

A
  1. Voorbereiding
    ==>
    Zie boek, p. 121
    ==> Geen concreet gevaarzetting van het beschermde rechtsgoed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kan iemand, die − met het plan een autoradio te stelen − de deur van de auto al heeft geforceerd maar wordt gestoord voordat hij de radio eruit heeft kunnen krijgen, worden gestraft wegens poging tot diefstal met braak?
1. Ja, braak (het forceren van de deur) is een begin van uitvoering van diefstal met braak.
2. Ja, zijn plan was immers het stelen van een autoradio.
3. Nee, braak is onvoldoende als begin van uitvoering van diefstal, aangezien de diefstal nog slechts een plan was.
4. Nee, het maken van plannen, in casu het stelen van een autoradio, is onvoldoende voor het aannemen van een poging tot diefstal met braak.

A
  1. Ja, braak (het forceren van de deur) is een begin van uitvoering van diefstal met braak.
    ==> Een plan hebben is onvoldoende voor een strafbare poging. In deze casus is echter niet slechts sprake van een plan: er is ook een handeling verricht, namelijk een autodeur geforceerd. Braak is voldoende als begin van uitvoering van diefstal met braak. Iemand kan op basis van de feiten in de casus worden gestraft op grond van artikel 45 Sr juncto artikel 311, eerste lid, sub 5, Sr.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Is poging tot dood door schuld (art. 307 Sr) strafbaar?
1. Ja
2. Nee
3. Afhankelijk van omstandigheden

A
  1. Nee
    ==>
    dit delict gaat over dood door onvoorzichtigheid; hier kan nooit een poging voor zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zal de uitspraak van de rechter zijn als de OvJ diefstal met braak (art. 311, eerste lid, sub 5, Sr) ten laste legt in een geval waarin sprake is van slechts een poging daartoe?
1. Vrijspraak
2. Ontslag van rechtsvervolging
3. Veroordeling op poging
4. Geen van deze opties

A
  1. Vrijspraak
    ==>
    Als de OvJ het voltooide delict ten laste legt terwijl in werkelijkheid slechts een poging heeft plaatsgevonden, is de voltooiing nooit te bewijzen, en zal altijd vrijspraak volgen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De broers Kees en Piet dromen ervan om veel geld te hebben. Op menige kroegavond spreken zij over de verwezenlijking van deze droom. Legale wegen tot rijkdom blijken alle te tijdrovend en zo groeit langzaam het plan om een overval te plegen. Het doelwit zal een juwelier in Amsterdam zijn. Samen bedenken zij, al pratend in een café, een draaiboek voor de overval en fantaseren zij erover wat zij met het geld allemaal zouden kunnen doen.
Welke stelling is juist?
1. Wat de gebroeders hier doen is te bestempelen als strafbare samenspanning
2. Wat de gebroeders hier doen is te bestempelen als niet strafbare samenspanning
3. Wat de gebroeders hier doen is te bestempelen als strafbare voorbereiding
4. Geen van de antwoorden is juist.

A
  1. Wat de gebroeders hier doen is te bestempelen als niet strafbare samenspanning
    ==> Zie boek, p. 123
    Wat de gebroeders hier doen is te bestempelen als samenspanning. Het maken van afspraken over het plegen van een overval levert echter geen strafbare samenspanning op.

Samenspanning (art. 80 Sr) bestaat zodra twee of meer personen overeengekomen zijn om het misdrijf te plegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De broers Kees en Piet dromen ervan om veel geld te hebben. Op menige kroegavond spreken zij over de verwezenlijking van deze droom. Legale wegen tot rijkdom blijken alle te tijdrovend en zo groeit langzaam het plan om een overval te plegen. Het doelwit zal een juwelier in Amsterdam zijn. Samen bedenken zij, al pratend in een café, een draaiboek voor de overval en fantaseren zij erover wat zij met het geld allemaal zouden kunnen doen.
Een week later kopen zij bij een kennis twee vuistvuurwapens en valhelmen met een donker vizier en stelen zij een motor die zij voorzien van valse kentekenplaten en willen gebruiken om te vluchten na de overval. In het huis waar de broers wonen worden deze goederen verborgen. Nog een week later, op een koopavond tegen sluitingstijd, voeren zij hun plan uit. Trillend van opwinding zitten Kees en Piet, vlakbij de juwelier, op de motor te wachten tot de laatste klant het pand heeft verlaten. Zij dragen beiden een leren motorpak en de eerder gekochte donkere valhelmen. Onder hun kleding verbergen zij beiden een vuurwapen.
Dan is het zover. Op het moment dat de winkel leeg is en de juwelier aanstalten maakt om de voordeur te sluiten, stormen Kees en Piet met getrokken pistool op de winkel af. De juwelier is net te laat om de deur te sluiten en wordt met geweld tegen de grond gewerkt.
Welke stelling is juist?

  1. Er is al sprake van concrete gevaarzetting (jetzt-geht-es-los-criterium), waardoor er sprake is van strafbare poging, niet voorbereiding.
  2. Onherkenbaar vermomd en met getrokken pistool vlak voor sluitingstijd een juwelier bestormen, is aan te merken als een begin van uitvoering.
  3. Diefstal met geweld is ook een misdrijf, aangezien artikel 312 Sr in Boek II van het Wetboek van Strafrecht is geplaatst. Als de voltooiing van het misdrijf hier niet zou volgen, omdat bijvoorbeeld de juwelier de mannen zou weten te overmeesteren en over te dragen aan de politie, dan hadden de mannen een strafbare poging tot diefstal met geweld gepleegd.
  4. Op het moment dat zij zitten te wachten op de motor is alleen nog maar sprake van voorbereiding. Als zij op de winkel afstormen en de juwelier tegen de grond werken, begint de pogingsfase.
  5. Alle stellingen zijn juist.
A
  1. Alle stellingen zijn juist.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer is er GEEN sprake van vrijwillige terugtred?
1. De dader begint met de daad, en vervolgens beslist hij dat het toch te riskant is.
2. De dader begint met de daad, maar toch onvoldoende lef heeft om de daad te voltooien.
3. De dader begint met de daad, en voelt dat hij het toch niet durft.
4. In al deze gevallen is er sprake van vrijwillige terugtred.

A
  1. In al deze gevallen is er sprake van vrijwillige terugtred.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Drie mannen brengen hun plan om een geldauto te overvallen tot uitvoer. Op het moment dat de geldauto een groot bankfiliaal verlaat, slaan zij toe. Op grond van eerdere observaties denken zij dat zich op dat moment een groot bedrag aan geld in de auto bevindt. Zij dwingen de geldauto tot stoppen en dwingen de bestuurders om de auto aan de achterzijde open te maken. Tot grote verbazing van de overvallers bevindt zich in de laadruimte van de auto helemaal niets. Wat zij niet wisten, was dat door een administratieve vergissing het geld bij de bank niet in gereedheid was gebracht voor vervoer en de geldauto daarom onverrichter zake naar het hoofdkantoor terugkeerde.
Hier is sprake van:
1. Voorbereiding
2. Absoluut ondeugdelijke poging
3. Relatief ondeugdelijke poging
4. Geen strafbaar feit.

A
  1. Relatief ondeugdelijke poging
    ==> zie boek, p. 116
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Jan en Piet hebben geld nodig om gokschulden af te lossen. Om aan geld te komen spreken zij af dat zij een eenmalige zogenaamde ramkraak zullen gaan plegen. Met een bestelbus willen zij ‘s nachts de pui van een juwelier rammen, zodat zij waardevolle zaken kunnen wegnemen. Jan heeft een oude bestelbus in zijn garage die hij wel aan dit doel wil opofferen. Piet heeft een stevig broodmes in de keukenla liggen en belooft dit mee te zullen nemen, mochten zij onverhoopt op weerstand stuiten. De politie luistert in het kader van een andere strafzaak toevallig de gesprekken af en is zodoende op de hoogte van het plan.
Hier is sprake van:
1. Voorbereiding
2. Poging
3. Vrijwillige terugtred
4. Geen strafbaar feit.

A
  1. Voorbereiding
    ==> Geen concreet gevaarzetting van het beschermde rechtsgoed
    Zie boek, p. 119
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Mag de gemeentewetgever in een APV poging tot overtreding strafbaar stellen?
1. Ja
2. Nee

A
  1. Nee
    ==>
    * Nee, artikel 45 Sr bepaalt dat poging tot misdrijf strafbaar is. Dit moet zo worden uitgelegd dat poging tot overtreding niet strafbaar is.
    * De lagere wetgever is niet bevoegd om van de Algemene bepalingen van het Wetboek van Strafrecht af te wijken (art. 91 Sr).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke stelling over poging en voorbereiding is onjuist?
1. Strafbaar is het veroorzaken van iemand zijn dood door een verwijtbare aanmerkelijke onvoorzichtigheid. Er kan echter geen sprake zijn van poging hiertoe.
2. Indien de voorwerpen, afzonderlijk dan wel gezamenlijk, naar hun uiterlijke verschijningsvorm ten tijde van het handelen dienstig kunnen zijn voor het misdadige doel dat de verdachte met het gebruik van de voorwerpen voor ogen had, den geldt volgens jurisprudentie dat de voorbereidingsmiddelen bestemd zijn tot het begaan van dát specifieke grondmisdrijf, en dus wordt strafbare voorbereiding vastgesteld.
3. Het CITO-arrest (HR, 1978) ging over de term “begin van uitvoering” in de wet. Het Samir A.-arrest (2007) ging over de vraag hoe vastgesteld kan worden of bepaalde voorwerpen een voorbereidingsmiddel zijn.
4. Het verschil tussen voorbereiding en poging zit in de vraag of er concrete gevaarzetting bestaat voor het rechtsgoed dat beschermd wordt door de delictsomschrijving. Bij voorbereiding is er geen gevaar voor het rechtsgoed. Bij poging wel. Vanaf het Jetzt-geht-es-los moment is er sprake van poging, niet van voorbereiding.

A
  1. Indien de voorwerpen, afzonderlijk dan wel gezamenlijk, naar hun uiterlijke verschijningsvorm ten tijde van het handelen dienstig kunnen zijn voor het misdadige doel dat de verdachte met het gebruik van de voorwerpen voor ogen had, den geldt volgens jurisprudentie dat de voorbereidingsmiddelen bestemd zijn tot het begaan van dát specifieke grondmisdrijf, en dus wordt strafbare voorbereiding vastgesteld.
    ==> “dus wordt strafbare voorbereiding vastgesteld” is onjuist; er gelden nog andere voorwaarden voor voorbereiding.
    ==>
    Mbt 1: Bij een poging is er altijd sprake van een streven, dus van opzet. Dus men kan niet streven naar een per ongeluk veroorzaakt gevolg. Als de dader streeft naar het gevolg, dan handelt hij immers opzettelijk.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Albert wacht een kwartier achter de boom in het park. Plotseling ziet hij dat Berend nadert. Als deze dicht bij de boom is gekomen, springt Albert op het pad en richt het pistool op de minnaar van zijn vrouw. Het hart van Albert gaat als een razende tekeer als hij de trekker overhaalt. In zijn opwinding mikt Albert niet goed. De kogel mist Berend op een haar na en boort zich even verderop in een boom. Berend zet het op een lopen en weet te verdwijnen in het duister.
Welke stelling is juist?
1. Hier is geen sprake van poging, volgens de objectieve opvatting.
2. Hier is wel sprake van poging, volgens de objectieve opvatting.
3. Hier is sprake van ondeugdelijke poging; er was een begin van uitvoering, maar op een ondeugdelijke manier.
4. Hier is sprake van voorbereiding, niet van poging.

A
  1. Hier is wel sprake van poging, volgens de objectieve opvatting.
    ==> Er was een begin van uitvoering
    Zie boek p. 112
17
Q

Jan en Piet hebben geld nodig om gokschulden af te lossen. Om aan geld te komen spreken zij af dat ze een eenmalige ramkraak gaan plegen. Jan heeft een oude bestelbus in de garage die hij wel aan dit doel wil opofferen. Piet heeft een stevig broodmes in de keukenla en belooft dit mee te nemen voor het geval dat zij op weerstand stuiten. De politie luistert in het kader van een andere strafzaak toevallig de gesprekken af en is zodoende op de hoogte van het plan.
Hier is sprake van:
1. Poging
2. Voorbereiding
3. Relatief ondeugdelijke poging
4. Absoluut ondeugdelijke poging

A
  1. Voorbereiding
18
Q

De buurman van Ravi parkeert zijn auto regelmatig zo dat Ravi moeite heeft om met zijn eigen auto de oprit op en af te rijden. Als het weer eens gebeurt dat Ravi niet langs de auto de oprit af kan rijden, terwijl Ravi een belangrijke afspraak heeft en nogal in tijdnood zit, wordt hij razend. Na een tijd toeteren komt de buurman op z’n dooie gemak aangelopen. Dit irriteert Ravi dusdanig dat hij uitstapt en de buurman met een vuist in zijn gezicht wil slaan. Hij heft zijn vuist op, haalt uit, maar de buurman duikt tijdig weg. Kan Ravi worden gestraft wegens poging tot mishandeling van de buurman?
1. Ja, want hier is sprake van een begin van uitvoering.
2. Nee, want hier is sprake van voorbereidingshandelingen door Ravi.
3. Nee, want in dit geval is poging niet strafbaar.
4. Nee, want hier is sprake van vrijwillige terugtred.

A
  1. Nee, want in dit geval is poging niet strafbaar.
    ==> Er is in dit geval sprake van een ‘begin van uitvoering’ in de zin van art. 45 Sr, maar: poging tot mishandeling is op grond van artikel 300, vijfde lid, Sr niet strafbaar.
19
Q

Wat is de maximale gevangenisstraf voor poging tot diefstal met braak?
1. 9 jaar
2. 6 jaar
3. 4 jaar
4. 4 jaar en 5 maanden

A
  1. 4 jaar
    ==>
    Volgens artikel 45, tweede lid, Sr wordt bij poging de straf met een derde verminderd. Op diefstal met braak, artikel 311, eerste lid, sub 5, Sr staat zes jaar. Poging, artikel 45, tweede lid, Sr leidt tot vermindering met een derde. Dus: 6 − 6/3 = 6 − 2 = vier jaar gevangenisstraf.
20
Q

Elly heeft het plan opgevat om een fiets te stelen. Zij heeft daartoe een grote kniptang aangeschaft om de hangsloten waarmee dergelijke voertuigen aan hekken, lantaarnpalen etc. zijn bevestigd, makkelijk door te kunnen knippen. Op een morgen loopt zij met de tang in haar hand naar buiten om naar het verder gelegen station te gaan, waar zij haar slag wil slaan.
Na tien minuten arriveert Elly op het plein voor het station. Het is echter te druk om ongezien een fiets te kunnen meenemen. Die kans is groter in een steegje iets verderop. Elly loopt het steegje in. Zij ziet er een prachtige ‘omafiets’ die met een kettingslot aan een regenpijp is bevestigd. Ze zet de tang vast op de schakels van de ketting, maar net op het moment dat ze met de tang de ketting wil doorknippen, komt er iemand de hoek om lopen. Elly stopt snel de tang in de binnenzak van haar jas en wacht op een beter moment. Dat betere moment komt echter niet: binnen twee minuten stapt er een meisje op de ‘omafiets’ en rijdt zingend het steegje uit.
Heeft Elly zich schuldig gemaakt aan een strafbare poging tot diefstal met braak?
1. Ja, nu zij een begin heeft gemaakt met de uitvoering van het misdrijf is zij altijd strafbaar ter zake van poging.
2. Nee, zij heeft nog geen begin gemaakt met de uitvoering van het misdrijf.
3. Nee, zij heeft weliswaar een begin gemaakt met de uitvoering van het misdrijf, maar is vrijwillig teruggetreden.
4. Ja, zij heeft een begin gemaakt met de uitvoering van het misdrijf en er is geen sprake van vrijwillig terugtreden.

A
  1. Ja, zij heeft een begin gemaakt met de uitvoering van het misdrijf en er is geen sprake van vrijwillig terugtreden.
    ==> De gedraging van Elly kan worden opgevat als een strafbare poging tot diefstal met braak, aangezien zij een begin heeft gemaakt met de uitvoering van het misdrijf. Dit gezien de gedraging naar uiterlijke verschijningsvorm moet worden beschouwd als te zijn gericht op voltooiing van dit misdrijf (het CITO-criterium). Maar art. 46b Sr stelt dat een dergelijke poging niet strafbaar is indien de dader vrijwillig terugkomt op zijn aanvankelijke voornemen. Een begin van uitvoering van een misdrijf is dus niet altijd strafbaar. Wel moet het dan duidelijk zijn dat de dader ‘vanuit zichzelf’ tot het besluit is gekomen om te stoppen. In dit geval is de reden om te stoppen niet gelegen in de dader zelf, maar in externe omstandigheden: er kwam iemand aan. Indien dit niet gebeurd was, mag op grond van de gegevens van de casus ervan uitgegaan worden dat Elly de ketting zou hebben doorgeknipt en de fiets meegenomen. Er is dus geen sprake van vrijwillige terugtred in de zin van art. 46b Sr.
21
Q

De broers Kees en Piet dromen ervan om veel geld te hebben. Op menige kroegavond spreken zij over de verwezenlijking van deze droom. Legale wegen tot rijkdom blijken alle te tijdrovend en zo groeit langzaam het plan om een overval te plegen. Het doelwit zal een juwelier in Amsterdam zijn. Samen bedenken zij, al pratend in een café, een draaiboek voor de overval en fantaseren zij erover wat zij met het geld allemaal zouden kunnen doen.
Een week later kopen zij bij een kennis twee vuistvuurwapens en valhelmen met een donker vizier en stelen zij een motor die zij voorzien van valse kentekenplaten en willen gebruiken om te vluchten na de overval. In het huis waar de broers wonen worden deze goederen verborgen. Nog een week later, op een koopavond tegen sluitingstijd, voeren zij hun plan uit. Trillend van opwinding zitten Kees en Piet, vlakbij de juwelier, op de motor te wachten tot de laatste klant het pand heeft verlaten. Zij dragen beiden een leren motorpak en de eerder gekochte donkere valhelmen. Onder hun kleding verbergen zij beiden een vuurwapen.
Welke stelling is juist?
1. De broers maken zich schuldig aan strafbare poging; want ze hebben opzettelijk voorwerpen en een vervoermiddel voorhanden gehad die, gezien hun intentie, bestemd zijn tot het begaan van een misdrijf waar ten minste acht jaar gevangenisstraf op staat.
2. De broers maken zich schuldig aan strafbare voorbereiding; want ze hebben opzettelijk voorwerpen en een vervoermiddel voorhanden gehad die, gezien hun intentie, bestemd zijn tot het begaan van een misdrijf waar ten minste acht jaar gevangenisstraf op staat.
3. Als de broers nu een politiesirene horen en beslissen om de daad niet te voltooien, hebben ze geen strafbaar feit gepleegd.
4. Alle antwoorden zijn juist.

A
  1. De broers maken zich schuldig aan strafbare voorbereiding; want ze hebben opzettelijk voorwerpen en een vervoermiddel voorhanden gehad die, gezien hun intentie, bestemd zijn tot het begaan van een misdrijf waar ten minste acht jaar gevangenisstraf op staat.
    ==> Zie boek, p.123
22
Q

Welke stelling mbt poging is onjuist?
1. Er is sprake van een ondeugdelijke poging indien iemand een strafbaar feit wil plegen, maar dit op een zodanige wijze doet dat nooit een reëel gevaar voor het slagen van dat misdrijf aanwezig is, terwijl noch omstandigheden van buitenaf de dader hebben verhinderd het misdrijf te voltooien, noch hij van gedachten is veranderd (geen vrijwillige terugtred).
2. De absoluut ondeugdelijke poging is wel strafbaar; de relatief ondeugdelijke poging is niet strafbaar.
3. Bij een absoluut ondeugdelijke poging maakt het gebruikte middel of het object van de poging het slagen van de poging onmogelijk. Bijvoorbeeld, een poging tot vergiftiging met een stof waarvan de dader denkt dat deze giftig is, maar dit in werkelijkheid niet het geval is; of iemand pleegt doodslag op een persoon die al reeds overleden is.
4. Bij een relatief ondeugdelijke poging is het middel of het object geschikt om te komen tot een voltooiing, maar door bepaalde omstandigheden blijft de voltooiing uit. Bijvoorbeeld, de middelen hebben normaal gesproken het gewenste gevolg, zoals het vergiften met een dodelijk gif, maar wordt er te weinig toegediend, waardoor het slachtoffer alleen ziek wordt.

A
  1. De absoluut ondeugdelijke poging is wel strafbaar; de relatief ondeugdelijke poging is niet strafbaar.
    ==> Wel juist:
  2. De absoluut ondeugdelijke poging is niet strafbaar; de relatief ondeugdelijke poging is wel strafbaar.
23
Q

Patrick wordt ten laste gelegd dat ‘hij op of omstreeks 26 maart 2016 te Rotterdam ter uitvoering van zijn voornemen, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, W. Overhuis door geweld en/of bedreiging met geweld te dwingen tot afgifte van geld, toebehorend aan W. Overhuis, althans aan een ander dan aan hem, verdachte, opzettelijk dreigend een pistool, althans een op een pistool gelijkend voorwerp op die Overhuis heeft gericht en/of dreigend tot die Overhuis heeft gezegd: ‘Ik geef je 5 seconden om het geld in deze zak te doen’, althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking’.

Patrick was echter, voordat Overhuis hem het geld kon geven, weggerend, omdat er mensen aan kwamen lopen. Hij beroept zich op straffeloosheid gezien het bepaalde in artikel 46b Sr.

Kan Patricks beroep op vrijwillige terugtred worden gehonoreerd?
1. Ja
2. Nee
3. Er is onvoldoende informatie om te beslissen

A
  1. Nee
    ==>
    Nee, hij is niet weggerend, omdat hij louter en alleen zélf besloot de verdere uitvoering van het misdrijf te staken, maar mede (of misschien zelfs alleen maar) omdat er mensen aan kwamen lopen. Voor een geslaagd beroep op vrijwillige terugtred dient de eigen wil de voornaamste factor te zijn in de beslissing om terug te treden. Nu in deze casus een externe factor de doorslag geeft, zal Patricks beroep op vrijwillige terugtred niet worden gehonoreerd.
24
Q

Welke stelling over poging en voorbereiding is onjuist?
1. De heersende pogingsleer van de Hoge Raad betreft een (gematigd) objectieve pogingsleer. Dit houdt in dat de uiterlijke verschijningsvorm het centrale criterium is, en het voornemen van de dader slechts de achtergrond vormt waartegen de gedraging moet worden geïnterpreteerd. Een geldend criterium voor begin van de uitvoering heeft de HR geformuleerd in het Cito-arrest (HR, 24 oktober 1978).
2. Er is sprake van een begin van uitvoering wanneer de gedraging naar uiterlijke verschijningsvorm beschouwd kan worden te zijn gericht op de voltooiing van het misdrijf. Dit heeft de HR bepaald in het Grenswisselkantoor-arrest (HR, 8 september 1987).
3. Volgens jurisprudentie is de “uiterlijke verschijningsvorm” een criterium om te bepalen wanneer sprake is van poging. Dat betekent niet dat er zichtbare handelingen van de verdachte aanwezig moeten zijn geweest. Dat de uiterlijke zichtbaarheid ter plekke niet is vereist, blijkt uit het Videodozen-arrest (HR 8 december 1992, NJ 1993/321). Een ‘gedraging’ mag ruim worden opgevat. Niet alleen fysieke gedragingen, maar ook relevante feiten en omstandigheden mogen worden meegewogen. Hierbij doet het niet ter zake of die ter plaatse zichtbaar waren of pas achteraf zijn gebleken.
4. Dit zijn allemaal voorbeelden van ondeugdelijke pogingen: het vuurwapen functioneert niet; bij een overval blijkt geen geld in de kas aanwezig te zijn; het slachtoffer is immuun tegen het gebezigde gif; de poger verkeerde in de onjuiste veronderstelling dat de toegediende stof een dodelijk gif was, terwijl het een onschuldige stof was; bij een poging tot brandstichting gaat halverwege de lont uit.

A
  1. Er is sprake van een begin van uitvoering wanneer de gedraging naar uiterlijke verschijningsvorm beschouwd kan worden te zijn gericht op de voltooiing van het misdrijf. Dit heeft de HR bepaald in het Grenswisselkantoor-arrest (HR, 8 september 1987).
    ==> Dit heeft de HR bepaald in het Cito-arrest (HR, 24 oktober 1978). In het Grenswisselkantoor-arrest bracht de toepassing van dit criterium tot de conclusie dat er geen begin van uitvoering was.
25
Q

Welke stelling over poging en voorbereiding is onjuist?
1. Vrijwillige terugtred neemt de strafbaarheid weg, maar het is geen rechtvaardigingsgrond en geen strafuitsluitingsgrond.
2. Van belang bij vrijwillige terugtred is dat het misdrijf niet is voltooid ten gevolge van de autonome wil van de dader. De eigen wil van de dader moet de voornaamste factor zijn in zijn beslissing om terug te treden. De eigen wil dient niet voort te vloeien uit een angst voor ontdekking. De dader is tot inkeer gekomen.
3. Een gemeente kan in een APV poging tot overtreding strafbaar stellen.
4. Alle stellingen zijn juist.

A
  1. Een gemeente kan in een APV poging tot overtreding strafbaar stellen.
    ==>
    * Nee, artikel 45 Sr bepaalt dat poging tot misdrijf strafbaar is. Dit moet zo worden uitgelegd dat poging tot overtreding niet strafbaar is.
    * De lagere wetgever is niet bevoegd om van de Algemene bepalingen van het Wetboek van Strafrecht af te wijken (art. 91 Sr).
26
Q

Albert ontdekt bij toeval dat zijn vrouw een minnaar heeft, een zekere Berend. Albert laat niets merken aan zijn vrouw, maar smeedt ondertussen een plan om Berend om zeep te helpen. Hij gaat de gangen van Berend na en merkt dat deze iedere avond op dezelfde tijd zijn hond uitlaat. Hij neemt daarbij altijd een vaste route door een stadspark. Albert koopt een pistool en stelt zich ‘s avonds op achter een boom in het bewuste park. Albert wacht anderhalf uur, maar Berend verschijnt niet. Teleurgesteld gaat Albert naar huis. Later verneemt hij dat Berend die avond ziek was en daarom het huis niet heeft verlaten.
Hier is sprake van:
1. Poging, op basis van de subjectieve leer
2. Poging, op basis van de objectieve leer
3. Relatief ondeugdelijke poging
4. Geen van deze antwoorden

A
  1. Poging, op basis van de subjectieve leer
    ==> Zie boek p. 111