LE4 Flashcards
Strafuitsluitingsgronden
Als een verdachte wordt vervolgd voor een delict waar opzet een bestandsdeel is, en hij maakt succesvol beroep op AVAS, dan volgt…
1. vrijspraak
2. straffeloosheid wegens schulduitsluitingsgronden
3. OVAR
4. niet ontvankelijkheid
- vrijspraak
==> Als een verdachte wordt vervolgd voor een delict waar opzet een bestandsdeel is, en hij maakt beroep op AVAS, dus hij wist niet dat de gedraging verboden was, dan handelde hij dus ook niet willens en wetens, en dus handelde hij zonder opzet. Omdat opzet echter een bestanddeel is, zal niet worden voldaan aan de delictsomschrijving, en dan volgt er vrijspraak (en niet straffeloosheid wegens schulduitsluitingsgronden).
De vraag over… (vul in) wordt pas gesteld nadat een daad… is verklaard. Bij… hoeft men zich niet langer af te vragen of er sprake is van….
- wederrechtelijkheid… verwijtbaar… rechtvaardigingsgronden… wederrechtelijkheid
- verwijtbaarheid… wederrechtelijk… rechtvaardigingsgronden… verwijtbaarheid
- wederrechtelijkheid… verwijtbaar… schulduitsluitingsgronden… wederrechtelijkheid
- verwijtbaarheid… wederrechtelijk… schulduitsluitingsgronden… verwijtbaarheid
- verwijtbaarheid… wederrechtelijk… rechtvaardigingsgronden… verwijtbaarheid
Bevat artikel 316, eerste lid, Sr een strafuitsluitingsgrond? Zo ja, is dit dan een rechtvaardigingsgrond of een schulduitsluitingsgrond?
1. Ja, en het is een rechtvaardigingsgrond
2. Ja, en het is een schulduitsluitingsgrond
3. Nee
- Nee
==>
Nee, artikel 316, eerste lid, Sr zegt immers niet dat echtgenoten van elkaar mogen stelen (rechtvaardigingsgrond), en evenmin dat hen dit niet verweten kan worden (schulduitsluitingsgrond). Artikel 316 Sr zegt dat strafvervolging in zo’n geval is uitgesloten. Het betreft daarom niet de strafbaarheid, maar de vervolgbaarheid. Een vervolgingsbeletsel is wat anders dan een strafuitsluitingsgrond.
Issam en Eddie kennen elkaar nog van school. Ze lagen toen al vaak overhoop. Op een avond komen ze elkaar weer tegen. Issam is alleen, Eddie in gezelschap van een aantal vrienden. Het draait uit op ruzie en Issam wordt op een misselijke manier door de groep mannen afgetuigd onder aanvoering van Eddie. Uiteraard kan hij in zijn eentje tegen deze overmacht niet op. Een paar dagen later ziet Issam Eddie lopen, nu alleen. Issam voelt zijn woede weer oplaaien. Hij gaat Eddie achterna en roept tegen hem ‘Lafbek, met je vrienden durf je wel, nu je alleen bent wil je me niet eens zien. Laat maar eens zien wat voor een held je bent’. En hij begint Eddie te slaan waar hij hem maar raken kan. Met twee blauwe ogen en veel pijn blijft Eddie achter.
Kan dit gedrag van Issam worden gekwalificeerd als mishandeling?
1. Ja
2. Nee
- Ja
==> 1. Het zal geen moeite kosten Issams gedrag te kwalificeren als mishandeling: Issam heeft Eddie willens en wetens geslagen waardoor deze lichaamspijn/-letsel ondervond, en hiervoor was geen rechtvaardigingsgrond aanwezig (zie hierna).
Welke stelling over Afwezigheid van alle schuld (avas) is onjuist?
1. De afwezigheid van alle schuld (avas) tast de verwijtbaarheid aan. Er doet zich dan een situatie voor waarbij de delictsomschrijving is vervuld, maar het onredelijk is om de dader daarvoor te straffen.
2. De Hoge Raad heeft avas geaccepteerd in het Melk-en-water-arrest (HR 14 februari 1916).
3. Om avas succesvol te claimen, hoeft niet te worden voldaan aan zorgvuldigheidseisen, zoals de plicht om betrouwbare informatie in te winnen, want de verdachte wist niet van het delict, en dus kan niet worden geëist dat hij er over zou informeren.
4. Als een verdachte wordt vervolgd voor een delict waar opzet een bestandsdeel is, en hij maakt beroep op avas, zal niet worden voldaan aan de delictsomschrijving, en dan volgt er vrijspraak.
- Om avas succesvol te claimen, hoeft niet te worden voldaan aan zorgvuldigheidseisen, zoals de plicht om betrouwbare informatie in te winnen, want de verdachte wist niet van het delict, en dus kan niet worden geëist dat hij er over zou informeren.
==> Wel juist:
Om AVAS succesvol te claimen, moet worden voldaan aan zorgvuldigheidseisen, zoals de plicht om betrouwbare informatie in te winnen.
Casus: een arts is onderweg naar een spoedgeval, en rijdt harder dan toegestaan (snelheidsovertreding).
Op welke strafuitsluitingsgrond kan de arts zich beroepen?
1. Afwezigheid van alle schuld
2. Wettelijk voorschrift
3. Overmacht als noodtoestand
4. Ontbreken van de Materiële wederrechtelijkheid
- Overmacht als noodtoestand
… (vul in) verontschuldigt diegene die zich disproportioneel verdedigt wanneer hij of een andere persoon fysiek, ogenblikkelijk en wederrechtelijk wordt aangerand.
Het juiste antwoord is:
1. Noodweer
2. Psychische overmacht
3. Overmacht als Noodtoestand
4. Noodweerexces
- Noodweerexces
… (vul in) excuseren de…, en nemen de wederrechtelijkheid weg.
… (vul in) excuseren de…, en nemen de verwijtbaarheid weg.
- Rechtvaardigingsgronden… verdachte… Schulduitsluitingsgronden… gedraging
- Schulduitsluitingsgronden.. verdachte… Rechtvaardigingsgronden… gedraging
- Rechtvaardigingsgronden… gedraging… Schulduitsluitingsgronden… verdachte
- Schulduitsluitingsgronden.. gedraging… Rechtvaardigingsgronden… verdachte
- Rechtvaardigingsgronden… gedraging… Schulduitsluitingsgronden… verdachte
Welke stelling over noodweerexces is onjuist?
1. Bij noodweerexces is er sprake van een disproportionele verdediging veroorzaakt door hevige emoties. Er kan alleen sprake zijn van noodweerexces indien noodweer niet mogelijk is wegens schending van de proportionaliteit.
2. Bij noodweerexces moet een dubbele causaliteit gelden: (A) de aanranding veroorzaakt een hevige gemoedsbeweging; en (B) de hevige gemoedsbeweging veroorzaakt de disproportionele verdediging.
3. Als voorwaarde bij noodweerexces geldt dat er geen sprake mag zijn van culpa in causa
4. In het geval dat er sprake van Garantenstellung is, wordt extra scherp getoetst of beroep op noodweerexces mogelijk is.
- In het geval dat er sprake van Garantenstellung is, wordt extra scherp getoetst of beroep op noodweerexces mogelijk is.
==> Voorwaarde voor beroep op noodweerexces: Er is geen sprake van Garantenstellung
Roosje is onderweg van een feestje naar huis. Het is 02:00 uur in de nacht. Roosje woont in een buitenwijk in Heerlen. Het is de laatste tijd onrustig in de wijk. Tasjesroof is schering en inslag (EN: common). Roosje heeft laatst ook al een vervelende ervaring gehad, die uiteindelijk maar net goed afliep. Sinds dat moment is Roosje zo bang, dat zij ter bescherming van zichzelf een mes bij zich heeft als ze midden in de nacht over straat gaat.
Als Roosje bijna thuis is, komen twee mannen (die later Roy en Vincent blijken te heten) vanuit de bosjes op haar afgerend. Ze hebben allebei een bivakmuts op en Roosje ziet direct dat het foute boel is. Ze begint te rennen, maar ze struikelt en Roy en Vincent halen haar in. Vincent begint aan de tas van Roosje te trekken.
Roosje wil dit niet laten gebeuren en roept heel hard dat ze een mes heeft dat ze gaat gebruiken als Roy en Vincent haar niet heel snel met rust laten. Het helpt niks en de mannen blijven worstelen om de tas van Roosje te pakken te krijgen. Roosje valt door de worsteling op de grond. Op enig moment buigt Roy zich over Roosje heen. Hij haalt daar ook zijn vuist bij naar achteren en Roosje is bang dat ze ook nog geslagen gaat worden. Vanuit haar broeksband trekt ze het mes en ze maakt een stekende beweging in de richting van Roy. Het mes gaat de borst van Roy in en doorboort zijn hart. Roy valt direct dood neer.
Roosje wordt door de officier van justitie vervolgd ter zake van doodslag. Zij stelt ten overstaan van de rechter dat ze zichzelf alleen maar heeft geprobeerd te verdedigen, dat ze in paniek raakte en dat het nooit haar bedoeling is geweest om Roy dood te steken.
Vraag:
Kan Roosje zich met succes kan beroepen op noodweer?
1. Nee, doordat ze een mes bij zich had, is er geen sprake van dreigende aanranding .
2. Nee. Aan de subsidiariteit is niet voldaan.
3. Nee. Aan de proportionaliteit is niet voldaan.
4. Ja; er is voldaan aan alle eisen.
- Nee. Aan de proportionaliteit is niet voldaan.
Bij… (vul in) noodweerexces is er een disproportionele verdediging, omdat de kracht van de verdediging niet in verhouding staat tot de aanval.
Bij … (vul in) noodweerexces is er een disproportionele verdediging, omdat de duur van de verdediging langer doorgaat terwijl de aanval al is geëindigd.
Bij … (vul in) noodweerexces is er een disproportionele verdediging, omdat de verdediging pas begint nadat de aanval al is geëindigd.
Het juiste antwoord is:
1. Intensief… Extensief… Tardief
2. Extensief… Tardief… Intensief
3. Tardief… Intensief… Extensief
4. Massief… Extensief… Tardief
- Intensief… Extensief… Tardief
Welke stelling over Psychische overmacht is onjuist?
1. Het is een van buitenaf komende drang waaraan men redelijkerwijs geen weerstand kan of behoeft te bieden.
2. Het moet gaan om een psychische druk van zodanige aard en van zodanig gewicht dat hierdoor de wilsvrijheid wordt aangetast.
3. Een psychische druk die een inwendige oorzaak heeft (bijv. idealisme, geloof), kan nooit aanleiding geven tot straffeloosheid op grond van psychische overmacht.
4. Bij een beroep op psychische overmacht wordt gekeken naar de verhouding tussen de uitgeoefende druk en het gepleegde delict.
5. Alle stellingen zijn juist
- Alle stellingen zijn juist
Wat zijn de Rechtvaardigingsgronden? (+acronym)
Acronym: NN BMW
Noodweer (art. 41 lid 1 Sr)
Overmacht als Noodtoestand (art. 40 Sr)
Bevoegd gegeven ambtelijk bevel (art. 43 lid 1 Sr)
Wettelijk voorschrift (art. 42 lid 1 Sr)
Ontbreken van de Materiële wederrechtelijkheid
(ongeschreven, Veearts-arrest)
Rechtenstudent Amira is een groot natuurliefhebber. Op een wandelvakantie in Zuid-Limburg struint zij door de bossen en langs beekjes. Midden in een bos komt zij iemand tegen, die haar nogal bars vraagt wat zij daar eigenlijk doet. Dit is privéterrein waar zij helemaal niet komen mag, en waar zeker niemand wordt toegelaten in de broedtijd, zoals nu. Enfin, als gevolg hiervan krijgt Amira een transactie aangeboden wegens overtreding van artikel 461 Sr. Zij betaalt niet. Ten eerste voelt zij zich niet schuldig, en ten tweede lijkt het haar een nuttige praktijkoefening voor haar studie om zich op de zitting te verdedigen. Amira wordt inderdaad vervolgd. Zij vindt dat ze niet veroordeeld mag worden. Het kan wel zijn dat dit bos privéterrein is, maar hoe had zij dat moeten weten? Er was nergens een verbodsbord te zien en ze was ook nergens overheen geklommen; je kon zo zonder enige belemmering vanaf het weggetje het bos in.
Amira bereidt zich terdege op de zitting voor. Ze wil zich beroepen op een strafuitsluitingsgrond, omdat ze niet wist en niet kon weten dat dit bos verboden terrein was.
Wat is de strafuitsluitingsgrond waarop Amira zich wil beroepen en waar is deze te vinden?
1. Bevoegd gegeven ambtelijk bevel
2. Onbevoegd gegeven ambtelijk bevel
3. Afwezigheid van alle schuld
4. Ontbreken van de Materiële wederrechtelijkheid
- Afwezigheid van alle schuld
==> Amira wil zich beroepen op avas: afwezigheid van alle schuld. Dit is een door de Hoge Raad gecreëerde algemene strafuitsluitingsgrond, meer specifiek een schulduitsluitingsgrond. Deze is dan ook te vinden in de jurisprudentie, voor het eerst in het arrest Melk en water van 1916. De vraag is hier of Amira zich wel op de juiste manier op de zitting heeft voorbereid.
Zoals zij het zich voorstelt, zal de rechter haar gedrag kwalificeren als overtreding van artikel 461 Sr en vervolgens bij zijn beslissing over strafuitsluitingsgronden tot de conclusie komen dat zij hier niets aan kon doen en dus moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging wegens afwezigheid van alle schuld.
Als de rechter de delictsomschrijving van artikel 461 Sr beter heeft gelezen dan Amira, zal hij aan de vraag over strafuitsluitingsgronden echter helemaal niet toekomen. Ook al betreft het hier een overtreding, en ook al bevat artikel 461 Sr inderdaad alleen maar objectieve bestanddelen, deze voor de hand liggende variant heeft de wetgever wél voorzien en al in de delictsomschrijving uitgesloten. Amira’s verhaal komt er immers op neer dat – anders dan artikel 461 Sr eist – de toegang in dit geval niet ‘op een voor haar blijkbare wijze door de rechthebbende was verboden’.
Omdat dit als bestanddeel in de delictsomschrijving is opgenomen, zal de OvJ dit bestanddeel ook ten laste hebben gelegd. Het kan echter niet bewezen worden verklaard, dus zal de rechter Amira moeten vrijspreken. Zie in dit verband de artikelen 350 en 352 van het Wetboek van Strafvordering en par. 4.3.2 Grondtrekken.
De … (vul in) nemen de… weg en dat betekent dat de gedraging niet in strijd met het recht is geweest.
De … nemen de… weg en dat betekent dat de dader wordt geëxcuseerd, maar niet de daad.
1. schulduitsluitingsgronden… verwijtbaarheid… rechtvaardigingsgronden… wederrechtelijkheid
2. rechtvaardigingsgronden… verwijtbaarheid… schulduitsluitingsgronden… wederrechtelijkheid
3. schulduitsluitingsgronden… wederrechtelijkheid… rechtvaardigingsgronden… verwijtbaarheid
4. rechtvaardigingsgronden… wederrechtelijkheid… schulduitsluitingsgronden… verwijtbaarheid
- rechtvaardigingsgronden… wederrechtelijkheid… schulduitsluitingsgronden… verwijtbaarheid