LE16 Flashcards

De vragen van art. 350 Sv

1
Q

Wederrechtelijkheid wordt weggenomen door een… (vul in).
Verwijtbaarheid wordt weggenomen door een… (vul in).

  1. rechtvaardigingsgrond… schulduitsluitingsgrond
  2. schulduitsluitingsgrond… rechtvaardigingsgrond
A
  1. rechtvaardigingsgrond… schulduitsluitingsgrond
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Casus:
Volgens de tll, heeft de verdachte ‘op of omstreeks 10 augustus 2020 te Rotterdam, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een Nintendo toebehorend aan de Bijenkorf, althans toebehorend aan een ander dan de verdachte (art. 310 Sr)’.
De verdachte geeft bij de terechtzitting toe dat hij de spelcomputer heeft gestolen, maar de raadsvrouw van de verdachte weet bij het pleidooi aannemelijk te maken dat de verdachte de spelcomputer niet heeft weggenomen uit de Bijenkorf uit Rotterdam, maar uit Amsterdam.
Wat wordt de einduitspraak?
1. Nietigheid van de dagvaarding
2. Niet ontvankelijkheid van het OM
3. Rechter onbevoegd
4. Vrijspraak
5. Veroordeling
6. Schorsing van de vervolging

A
  1. Vrijspraak
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke stelling is onjuist?
1. In art. 1 jo. art. 91. Sr zien we het legaliteitsbeginsel terug: De delictsomschrijving moet geschreven recht zijn.
2. De rechter onderzoekt bij de eerste materiële vraag van art. 350 Sv of de verdachte het hem ten laste gelegde feit heeft begaan. Het is bij de bewijsvraag niet van primair belang om vast te stellen wat er precies gebeurd is, maar of het ten laste gelegde gedrag heeft plaatsgevonden. De letterlijke tekst van de tll is bepalend.
3. De rechter kan de verdachte alleen veroordelen voor het hem ten laste gelegde feit en voor niets anders.
4. Alle stellingen zijn juist.
5. Alle stellingen zijn onjuist.

A
  1. Alle stellingen zijn juist.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Als de OvJ niet alle bestanddelen van een delictsomschrijving heeft opgenomen in de tll, dan volgt de einduitspraak:
1. Nietigheid van de dagvaarding
2. Niet ontvankelijkheid van het OM
3. Rechter onbevoegd
4. Vrijspraak
5. Veroordeling
6. Ontslag van alle rechtsvervolging

A
  1. Ontslag van alle rechtsvervolging
    ==> dan zal er wel bewezenverklaring zijn maar zal het (bij vraag 2) niet gekwalificeerd worden als een delict, en dan volgt OVAR.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Iemand is vervolgd voor het overschrijden van de maximumsnelheid met 31 km/h. De rechtbank vond dat een snelheidscorrectie toegepast moest worden, waardoor het onder de 30 km/h viel. Dan geldt dat je deze overtreding via de WAHV moet afdoen, en niet strafrechtelijk vervolgen. Wat zou de einduitspraak zijn?
1. Nietigheid van de dagvaarding
2. Niet-ontvankelijkheid van de Officier van Justitie
3. Vrijspraak
4. Ontslag van alle rechtsvervolging.

A
  1. Vrijspraak
    ==> De HR vond dat hier sprake was van geen bewezenverklaring, waardoor vrijspraak moest volgen (en niet: OM niet ontvankelijk).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bij een … (vul in) bewijsstelsel geldt: De rechter bepaalt zelf welk bewijs hij gebruikt. De wet beschrijft niks.
Bij een … (vul in) bewijsstelsel geldt: de tll moet in zijn geheel – op straffe van vrijspraak – bewezen worden aan de hand van wettige bewijsmiddelen.
Bij een … (vul in) bewijsstelsel geldt: Wanneer de rechter ondanks alle bewijsmiddelen niet overtuigd is dat de verdachte het feit heeft begaan, spreekt de rechter hem vrij.
1. vrij… negatief-wettelijk… positief-wettelijk
2. negatief-wettelijk… positief-wettelijk… vrij
3. positief-wettelijk… vrij… negatief-wettelijk
4. vrij… positief-wettelijk… negatief-wettelijk

A
  1. vrij… positief-wettelijk… negatief-wettelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Beoordeel de volgende stellingen:

Stelling 1
De rechter dient altijd alle vragen van 350 Sv te beantwoorden.

Stelling 2
Bij een ten laste gelegd culpoos delict leidt een geslaagd beroep op een strafuitsluitingsgrond altijd tot vrijspraak.

  1. Beide stellingen zijn juist
  2. Alleen stelling 1 is juist
  3. Alleen stelling 2 is juist
  4. Beide stellingen zijn onjuist
A
  1. Alleen stelling 2 is juist
    ==>
    Stelling 1 is onjuist. De vragen van 350 Sv moeten worden beantwoord worden in hun wettelijke volgorde. Zodra een vraag ontkennend beantwoord wordt, betekent dit dat de volgende vragen niet meer aan de orde komen.

Stelling 2 is juist. Wederrechtelijkheid en verwijtbaarheid zijn componenten van de culpa. Een geslaagd beroep op een rechtvaardigingsgrond of schulduitsluitingsgrond heeft om die reden tot gevolg dat de tenlastegelegde culpa niet bewezen kan worden en vrijspraak dient te volgen.

Zie ook Grondtrekken, par. 11.5.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

In de tll van de verdachte staat “dat hij op 21 juni 2022 te Den Haag een aanslag heeft gepleegd op het staatshoofd van het Verenigd Koninkrijk, de heer B. Johnson (artikel 115, eerste lid, Sr).”
Boris Johnson was echter geen staatshoofd, maar een regeringsleider.
Welke einduitspraak zal volgen?
1. Nietigheid van de dagvaarding
2. Niet-ontvankelijkheid van de Officier van Justitie
3. Vrijspraak
4. Ontslag van alle rechtsvervolging.

A
  1. Vrijspraak
    ==> Het ten laste gelegde is niet bewezen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Casus:
Een vertegenwoordiger van een extreemrechtse splintergroepering deelt in het centrum van Kedichem folders uit waarin burgers gevraagd wordt om zich te verzetten tegen het in Nederland gevoerde asielbeleid. In de folder wordt een beroep gedaan om het recht in eigen hand te nemen en alle (niet- Germaanse) buitenlanders en asielzoekers ‘eigenhandig de grens over te slaan’. Het OM besluit de man te vervolgen op basis van art. 137d Sr.
Er wordt hem tenlastegelegd: ‘hij op of omstreeks 14 juli 2020, te Kedichem, bij geschrift heeft aangezet tot gewelddadig optreden tegen personen op grond van hun ras, immers verdachte heeft toen en daar aan derden folders aangeboden met daarin teksten waarin werd opgeroepen om buitenlanders en asielzoekers met geweld de grens over te zetten (art. 137d Sr)’.
Bij de ter terechtzitting: de verdachte geeft het toe.
Wat wordt de einduitspraak?
1. Vrijspraak
2. Ontslag van alle rechtsvervolging
3. Niet ontvankelijkheid van het OM
4. Veroordeling

A
  1. Ontslag van alle rechtsvervolging
    ==>
    In het pleidooi voert de raadsman aan dat zijn client moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging. Het feit kan volgens hem wel bewezen worden, maar niet worden gekwalificeerd.
    Want art. 137d Sr luidt: ‘hij die in het openbaar (…) bij geschrift (…) aanzet tot (…) gewelddadig optreden tegen (…) persoon of goed van mensen wegens hun ras (…) wordt gestraft met (…)
    De raadsman heeft gelijk: de officier van justitie is vergeten om het bestanddeel ‘in het openbaar’ ten laste te leggen waardoor de bewezenverklaarde tenlastelegging dus nooit het strafbare feit van art. 137d Sr kan opleveren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Illias wordt verdacht van moord (art. 289 Sr). Uit meerdere deskundigenrapporten blijkt dat de moord hem vanwege ontoerekenbaarheid in het geheel niet kan worden verweten. Ter zitting verweert hij zich op basis van de bevindingen uit dit deskundigenrapport.

De verdachte voert in zijn verweer de strafuitsluitingsgrond…. (vul in). Het verweer heeft betrekking op de hoofdvraag van artikel 350 Sv omtrent… (vul in). Als het verweer van de verdachte slaagt, komt de rechter op grond van artikel 352 Sv in casu op de einduitspraak:… (vul in).

Mogelijke antwoorden:
1. ontoerekenbaarheid (art. 39 Sr - schulduitsluitingsgrond)… is de verdachte verwijtbaar… OVAR
2. ontoerekenbaarheid (art. 39 Sr - schulduitsluitingsgrond)… is bewezen dat het ten laste gelegde feit door de verdachte is begaan… vrijspraak
3. psychische overmacht (art. 40 Sr - schulduitsluitingsgrond)… is de verdachte verwijtbaar… OVAR
4. psychische overmacht (art. 40 Sr - schulduitsluitingsgrond)… is bewezen dat het ten laste gelegde feit door de verdachte is begaan… vrijspraak

A
  1. ontoerekenbaarheid (art. 39 Sr - schulduitsluitingsgrond)… is de verdachte verwijtbaar… OVAR
    ==>
    - Art. 289 Sr
    - Het gaat om een beroep op ontoerekenbaarheid (art. 39 Sr - schulduitsluitingsgrond)
    - Het draait gelet op het tenlastegelegde om de derde hoofdvraag van art. 350 Sv
    - Ontslag van alle rechtsvervolging (het tenlastegelegde kan bewezen worden verklaard en past binnen een wettelijke delictsomschrijving, maar het strafbare feit kan de verdachte niet worden verweten, nu niet aan het element verwijtbaarheid is voldaan)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Een winkeldief bedreigt een caissière van een supermarkt met een mes. De bedrijfsleider, die net aan komt lopen, heeft voor de veiligheid altijd een pistool bij zich. Hij richt het pistool op de winkeldief en roept: ‘Laat vallen of ik schiet’. Enkele maanden later ontvangt de bedrijfsleider tot zijn verbazing een dagvaarding voor de bedreiging van de dief. Ter terechtzitting voert hij aan dat hij de winkeldief heeft bedreigd ter verdediging van de caissière.
Wat wordt de einduitspraak:
1. Vrijspraak
2. Ontslag van alle rechtsvervolging want niet bewezenverklaard
3. Ontslag van alle rechtsvervolging want niet gekwalificeerd
4. Ontslag van alle rechtsvervolging want niet wederrechtelijk
5. Ontslag van alle rechtsvervolging want niet verwijtbaar

A
  1. Ontslag van alle rechtsvervolging want niet wederrechtelijk
    ==>
    Het verweer van de verdachte kan niet anders worden opgevat dan een roep op noodweer. Dit is een rechtvaardigingsgrond, die de wederrechtelijkheid van het feit wegneemt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Volgens de tll heeft de verdachte ‘op of omstreeks 10 augustus 2020 aan de Coolsingel 105 te Rotterdam, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een Nintendo toebehorend aan de Bijenkorf, althans toebehorend aan een ander dan de verdachte (art. 310 Sr)’.
Stel de rechter acht de tll bewezen.
Mag de rechter de straatnaam weghalen uit de bewezenverklaring? Kies het ONJUISTE ANTWOORD.
1. Ja, het is voldoende als de rechter aangeeft dat de tll bewezenverklaard is.
2. Ja, de rechter mag de straatnaam weghalen als het geen wezenlijke betekenis heeft of het feit in deze straat of in een andere straat is gepleegd.
3. Ja, de rechter mag delen uit de tll in de bewezenverklaring weglaten zolang de tll daardoor niet wordt gedenatureerd.
4. Alle antwoorden zijn onjuist.

A
  1. Ja, het is voldoende als de rechter aangeeft dat de tll bewezenverklaard is.
    ==>
    De rechter kan ook een deel vrijspreken, en een deel bewezenverklaren. Hij maakt deel van termen als “en”, “of”, “dan wel” en “althans” in de tll.
    De rechter mag delen uit de tll in de bewezenverklaring weglaten alleen als de tll daardoor niet wordt gedenatureerd (=ontaard). Bijvoorbeeld, hij mag de straatnaam weghalen als het geen wezenlijke betekenis heeft of het feit in deze straat of in een andere straat is gepleegd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Er zijn redenen waarom ontslag van alle rechtsvervolging moet volgen omdat het bewezenverklaarde niet aan de delictsomschrijving voldoet. Wat is geen zo’n geldige reden?
1. Het bewezen verklaarde valt niet onder de delictsomschrijving.
2. Een fout van het OM: Het OM verzuimt een bestanddeel van de toepasselijk geachte delictsomschrijving te omschrijven.
3. Er mankeert iets aan de delictsomschrijving zelf.
4. Er geldt een vervolgingsbeletsel

A
  1. Er geldt een vervolgingsbeletsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Marike wordt verdacht van het opzettelijk en wederrechtelijk vernielen van een deur van het huis van de buurvrouw (art. 350 Sr). Marike voert ter zitting aan dat zij dat heeft gedaan om de kat van de buurvrouw te redden. De kat zat al dagenlang opgesloten.

De verdachte voert in haar verweer de strafuitsluitingsgrond…. (vul in). Het verweer heeft betrekking op de hoofdvraag van artikel 350 Sv omtrent… (vul in). Als het verweer van de verdachte slaagt, komt de rechter op grond van artikel 352 Sv in casu op de einduitspraak:… (vul in).

Mogelijke antwoorden:
1. Noodweer (art. 41 lid 1 Sr - rechtvaardigingsgrond)… strafbaarheid (2e vraag)… OVAR
2. overmacht in de vorm van noodtoestand (art. 40 Sr - rechtvaardigingsgrond)… bewezenverklaring (1e vraag)… vrijspraak
3. NoodweerExces (art. 41 lid 2 Sr - schulduitsluitingsgrond)… strafbaarheid (2e vraag)… vrijspraak
4. Psychische overmacht (art. 40 Sr - schulduitsluitingsgrond)… bewezenverklaring (1e vraag)… OVAR

A

Antwoord 2.
==>
- Art. 350 Sr
- Het gaat om een beroep op overmacht in de vorm van noodtoestand (art. 40 Sr - rechtvaardigingsgrond)
- Het draait gelet op het tenlastegelegde om de eerste hoofdvraag van art. 350 Sv (dit strafuitsluitingsverweer pakt i.c. uit als bewijsverweer)
- Vrijspraak (wederrechtelijkheid komt te vervallen, waardoor vernieling niet meer bewezen kan worden – daarvoor is immers bewijs van het bestanddeel ‘wederrechtelijk’ vereist)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Casus:
Iemand is vervolgd voor het overschrijden van de maximumsnelheid met 31 km/h. De rechtbank vond dat een snelheidscorrectie toegepast moest worden, waardoor het onder de 30 km/h viel. Dan geldt dat je deze overtreding via de WAHV moet afdoen, en niet strafrechtelijk vervolgen.
Wat zal dan de einduitspraak zijn?
1. Nietigheid van de dagvaarding
2. Niet ontvankelijkheid van het OM
3. Rechter onbevoegd
4. Vrijspraak
5. Veroordeling
6. Schorsing van de vervolging

A
  1. Vrijspraak
    ==>
    De HR vond dat hier sprake was van geen bewezenverklaring, waardoor vrijspraak moest volgen (en niet: OM niet ontvankelijk).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Jan wordt vervolgd omdat hij opzettelijk een ander van het leven heeft beroofd (art. 287 Sr).
Hij beroept zich met succes op noodweer.
Wat zal de einduitspraak zijn?
1. Vrijspraak
2. Ontslag van alle rechtsvervolging
3. Niet ontvankelijkheid van het OM
4. Veroordeling

A
  1. Ontslag van alle rechtsvervolging
    ==>
    Als er een rechtvaardigingsgrond (bijvoorbeeld noodweer ex art. 41 lid 1 Sr) van toepassing is, zal het van de inhoud van de tenlastelegging (die gebaseerd is op de inhoud van de relevante delictsomschrijving) afhangen tot welke beslissing de rechter moet komen.
    Als wederrechtelijkheid geen bestanddeel is van de delictsomschrijving maar een element (bijvoorbeeld in art. 287 Sr) en dus niet ten laste is gelegd, zal de rechter het ten laste gelegde bij aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond wél bewezen kunnen verklaren. Op grond van art. 350 Sv juncto art. 352 lid 2 Sv moet de rechter de verdachte dan ontslaan van alle rechtsvervolging (afgekort: OVAR).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Jan wordt vervolgd omdat hij opzettelijk een ander van het leven heeft beroofd (art. 287 Sr).
Hij beroept zich met succes op noodweerexces.
Wat zal de einduitspraak zijn?
1. Vrijspraak
2. Ontslag van alle rechtsvervolging
3. Niet ontvankelijkheid van het OM
4. Veroordeling

A
  1. Ontslag van alle rechtsvervolging
    ==>
    Als er een schulduitsluitingsgrond (bijvoorbeeld noodweerexces ex art. 41 lid 2 Sr) van toepassing is, zal het van de inhoud van de tenlastelegging (die gebaseerd is op de inhoud van de relevante delictsomschrijving) afhangen tot welke beslissing de rechter moet komen.
    Als schuld geen bestanddeel is van de delictsomschrijving (dus geen ‘culpa’, zie bijvoorbeeld in art. 287 Sr) en dus niet ten laste is gelegd, zal de rechter het ten laste gelegde bij aanwezigheid van een schulduitsluitingsgrond wél bewezen kunnen verklaren. Op grond van art. 350 Sv juncto art. 352 lid 2 Sv moet de rechter de verdachte dan ontslaan van alle rechtsvervolging (OVAR).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Marina wordt verdacht van dood door schuld (art. 307 Sr); zij zou een onbekende man, die haar midden in de nacht plotseling aanrandde, van de trap hebben geduwd. Als gevolg daarvan is de man overleden. Marina stelt dat er geen andere manier was om deze aanval af te slaan.

De verdachte voert in haar verweer de strafuitsluitingsgrond…. (vul in). Het verweer heeft betrekking op de hoofdvraag van artikel 350 Sv omtrent… (vul in). Als het verweer van de verdachte slaagt, komt de rechter op grond van artikel 352 Sv in casu op de einduitspraak:… (vul in).

Mogelijke antwoorden:
1. Overmacht als Noodtoestand (art. 40 Sr)… bewezenverklaring (1e vraag)… OVAR
2. Overmacht als Noodtoestand (art. 40 Sr)… is het bewezenverklaarde wederrechtelijk… vrijspraak
3. noodweer (art. 41 lid 1 Sr - rechtvaardigingsgrond)… bewezenverklaring (1e vraag)… vrijspraak
4. noodweer (art. 41 lid 1 Sr - rechtvaardigingsgrond)… is het bewezenverklaarde wederrechtelijk… OVAR

A
  1. noodweer (art. 41 lid 1 Sr - rechtvaardigingsgrond)… bewezenverklaring (1e vraag)… vrijspraak
    ==>
    - Art. 307 Sr (culpoos delict)
    - Het gaat om een beroep op noodweer (art. 41 lid 1 Sr - rechtvaardigingsgrond)
    - Het draait gelet op het tenlastegelegde om de eerste hoofdvraag van art. 350 Sv (dit strafuitsluitingsverweer pakt i.c. uit als bewijsverweer)
    - Vrijspraak (wederrechtelijkheid vervalt, daardoor kan de wederrechtelijkheidscomponent van de culpa niet bewezen worden, en dus kan de culpa als geheel niet worden bewezen)
19
Q

Mehmet wordt gedagvaard ter zake van diefstal. Hem is tenlastegelegd dat:
‘hij op 15 oktober 2022 een boek toebehorende aan de Hema, althans aan een ander dan de verdachte, heeft weggenomen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening.’
Omdat de tenlastelegging niet voldoet aan de eisen van art. 261 Sv verklaart de rechter de dagvaarding nietig. Wel is het duidelijk dat er genoeg bewijs aanwezig is dat Mehmet de diefstal heeft gepleegd en dat hij geen beroep kan doen op strafuitsluitingsgronden.

De OvJ dagvaardt Mehmet daarom een aantal weken later opnieuw ter zake van de diefstal, maar nu neemt hij wel de plaats (Sittard) op in de tenlastelegging. Wat zal de uitspraak zijn van de rechter?
1. Dagvaarding nietig.
2. OM niet ontvankelijk.
3. Ontslag van alle rechtsvervolging.
4. Veroordeling.

A
  1. Veroordeling.
    ==>
    Nu de eerste rechter nog niet is toegekomen aan het beantwoorden van de hoofdvragen van art. 350 Sv, is er nog niet over het tenlastegelegde feit beslist. In dat geval staat art. 68 Sr een nieuwe vervolging ter zake van hetzelfde feit niet in de weg.
    Zie Grondtrekken, par. 9.4 en Het beslissingsmodel 348/350 Sv, par. 3 (inleiding) en 3.1.
20
Q

Aan een verdachte wordt ten laste gelegd dat hij op of omstreeks 1 mei 2022 te Amstelveen, althans in de regio Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk een onbekend gebleven jonge man eenmaal of meermalen met kracht heeft geslagen/gestompt tegen het gezicht/hoofd, in elk geval tegen het lichaam, waardoor deze letsel heeft opgelopen en/of pijn heeft ondervonden (art 300 Sr).

Tijdens het onderzoek ter terechtzitting worden camerabeelden getoond waarop de verdachte duidelijk zichtbaar de verweten gedragingen verricht. De rechter leest bovendien voor uit enkele getuigenverklaringen die bevestigen wat op de beelden te zien is. De verdachte verweert zich echter door te stellen dat de situatie wezenlijk anders was dan het lijkt. Hij verdedigde zich slechts tegen een aanval van het vermeende slachtoffer. Gelet op de camerabeelden en de getuigenverklaringen acht de rechter het verweer van de verdachte volstrekt ongeloofwaardig.

Tot welke uitspraak zal de rechter komen?
1. Vrijspraak. De verdachte beroept zich immers op noodweer, waardoor de wederrechtelijkheid niet bewezen kan worden.
2. Ontslag van alle rechtsvervolging. Hetgeen ten laste is gelegd kan bewezen worden, maar door het beroep op noodweer zal de derde vraag in het beslissingsschema ontkennend worden beantwoord.
3. Veroordeling. Nu het verweer van de verdachte volstrekt ongeloofwaardig is, kan de rechter hieraan voorbijgaan.
4. Veroordeling. Daarbij dient de rechter ook te beslissen op het door de verdachte gevoerde verweer en deze beslissing ook te motiveren.

A
  1. Veroordeling. Daarbij dient de rechter ook te beslissen op het door de verdachte gevoerde verweer en deze beslissing ook te motiveren.
    ==> Voor een geslaagd beroep op een strafuitsluitingsgrond is vereist dat het gevoerde verweer op z’n minst aannemelijk is. Uit de casus blijkt dat dit niet het geval is. De rechter kan dus ondanks het verweer tot een veroordeling komen. Daarbij dient de rechter wel een beslissing te nemen op het verweer en deze ook te motiveren in zijn uitspraak. Zie Grondtrekken, par. 11.6.
21
Q

Welk begrip refereert ernaar dat de tll woorden hanteert uit de delictsomschrijving, zodat de rechter op deze manier precies weet welke delictsomschrijving de officier van justitie voor ogen had bij het opstellen van de tenlastelegging?
1. Vervolging
2. Strafbaar feit
3. Beschuldigingsfunctie
4. Kwalificatieve vingerduiding
5. Onmiddellijkheidsbeginsel

A
  1. Kwalificatieve vingerduiding
22
Q

Welke stelling is onjuist?
1. De zittingsrechter is verplicht om een einduitspraak doen.
2. De zittingsrechter is verplicht om bij veroordeling een opgelegde straf of maatregel te motiveren.
3. De zittingsrechter is verplicht om een gemotiveerde beslissing te nemen mbt een voorgedragen strafuitsluitingsverweer.
4. De zittingsrechter is verplicht om - als de verdediging bewijsverweren en straftoemetingsverweren voert - te motiveren waarom hij dit standpunt niet heeft overgenomen.
5. Alle stellingen zijn juist.
6. Alle stellingen zijn onjuist.

A
  1. Alle stellingen zijn juist.
    ==> Zie art. 358-359 Sv
23
Q

Jan wordt vervolgd omdat hij opzettelijk en wederrechtelijk een goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielde en onbruikbaar maakte (art. 350 Sr).
Hij beroept zich met succes op noodweer.
Wat zal de einduitspraak zijn?
1. Vrijspraak
2. Ontslag van alle rechtsvervolging
3. Niet ontvankelijkheid van het OM
4. Veroordeling

A
  1. Vrijspraak
    ==>
    Als er een rechtvaardigingsgrond (bijvoorbeeld noodweer ex art. 41 lid 1 Sr) van toepassing is, zal het van de inhoud van de tenlastelegging (die gebaseerd is op de inhoud van de relevante delictsomschrijving) afhangen tot welke beslissing de rechter moet komen.
    Als wederrechtelijkheid een bestanddeel is van de delictsomschrijving (zoals in art. 350 Sr, waar het woord ‘wederrechtelijk’ in staat) en dus ten laste is gelegd, zal de rechter het ten laste gelegde niet bewezen kunnen verklaren als de wederrechtelijkheid wegvalt. Op grond van art. 350 juncto art. 352 lid 1 Sv moet de rechter de verdachte dan vrijspreken.
24
Q

Casus:
Jan wordt vervolgd. Tijdens de terechtzitting blijkt dat de delictsomschrijving onverbindend is omdat deze strijdt met een hogere regeling.
Wat wordt de einduitspraak?
1. Vrijspraak
2. Ontslag van alle rechtsvervolging
3. Niet ontvankelijkheid van het OM
4. Veroordeling

A
  1. Ontslag van alle rechtsvervolging
    ==>
    In zulke gevallen volgt ontslag van alle rechtsvervolging, omdat de strafbepaling waarop de tenlastelegging is toegesneden buiten toepassing blijft.
25
Q

Bij een … (vul in) bewijsstelsel geldt: De rechter bepaalt zelf welk bewijs hij gebruikt. De wet beschrijft niks.
Bij een … (vul in) bewijsstelsel geldt: De wet schrijft voor wat als bewijs geldt; en als er voldaan is aan het bewijs, dan MAG de rechter de verdachte veroordelen, maar het is zijn oordeel.
Bij een … (vul in) bewijsstelsel geldt: De wet schrijft voor wat als bewijs geldt; en als er voldaan is aan het bewijs, dan MOET de rechter de verdachte veroordelen.
1. vrij… negatief-wettelijk… positief-wettelijk
2. negatief-wettelijk… positief-wettelijk… vrij
3. positief-wettelijk… vrij… negatief-wettelijk
4. vrij… positief-wettelijk… negatief-wettelijk

A
  1. vrij… negatief-wettelijk… positief-wettelijk
26
Q

In geval 1 ontbreekt de plaatsvermelding in de tenlastelegging.
In geval 2 is de plaatsvermelding in de tenlastelegging onjuist.

In geval 1 … (vul in), en mag… worden vervolgd. In geval 2 …, en mag… worden vervolgd.

  1. volgt ontslag van alle rechtsvervolging…. niet opnieuw… volgt vrijspraak… opnieuw
  2. volgt vrijspraak…. niet opnieuw… volgt ontslag van alle rechtsvervolging… niet opnieuw
  3. is de dagvaarding nietig…. niet opnieuw… volgt vrijspraak… opnieuw
  4. is de dagvaarding nietig…. opnieuw… volgt vrijspraak… niet opnieuw
A
  1. is de dagvaarding nietig…. opnieuw… volgt vrijspraak… niet opnieuw
27
Q

Een vertegenwoordiger van een extreemrechtse splintergroepering deelt in het centrum van Kedichem folders uit waarin burgers gevraagd wordt om zich te verzetten tegen het in Nederland gevoerde asielbeleid. In de folder wordt een beroep gedaan om het recht in eigen hand te nemen en alle (niet- Germaanse) buitenlanders en asielzoekers ‘eigenhandig de grens over te slaan’. Het OM besluit de man te vervolgen op basis van art. 137d Sr.
Er wordt hem tenlastegelegd: ‘hij op of omstreeks 14 juli 2020, te Kedichem, bij geschrift heeft aangezet tot gewelddadig optreden tegen personen op grond van hun ras, immers verdachte heeft toen en daar aan derden folders aangeboden met daarin teksten waarin werd opgeroepen om buitenlanders en asielzoekers met geweld de grens over te zetten (art. 137d Sr).
Bij de ter terechtzitting: de verdachte geeft het toe.
Wat wordt de einduitspraak:
1. Nietigheid van de dagvaarding
2. Niet-ontvankelijkheid van de OvJ
3. Veroordeling
4. Vrijspraak
5. Ontslag van alle rechtsvervolging omdat het bewezenverklaarde niet kan worden gekwalificeerd
6. Ontslag van alle rechtsvervolging om een andere reden

A
  1. Ontslag van alle rechtsvervolging omdat het bewezenverklaarde niet kan worden gekwalificeerd
    ==>
    In het pleidooi voert de raadsman aan dat zijn client moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging. Het feit kan volgens hem wel bewezen worden, maar niet worden gekwalificeerd.
    Want art. 137d Sr luidt: ‘hij die in het openbaar (…) bij geschrift (…) aanzet tot (…) gewelddadig optreden tegen (…) persoon of goed van mensen wegens hun ras (…) wordt gestraft met (…)
    De raadsman heeft gelijk: de officier van justitie is vergeten om het bestanddeel ‘in het openbaar’ ten laste te leggen waardoor de bewezenverklaarde tenlastelegging dus nooit het strafbare feit van art. 137d Sr kan opleveren.
28
Q

Ehsan wordt verdacht van doodslag (art. 287 Sr), dit naar aanleiding van het doodslaan van een inbreker in zijn woning. Ter zitting verweert hij zich door te stellen dat hij de inbreker opzettelijk heeft gedood in de noodzakelijke verdediging van eigen goed tegen ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding.

De verdachte voert in zijn verweer de strafuitsluitingsgrond…. (vul in). Het verweer heeft betrekking op de hoofdvraag van artikel 350 Sv omtrent… (vul in). Als het verweer van de verdachte slaagt, komt de rechter op grond van artikel 352 Sv in casu op de einduitspraak:… (vul in).

Mogelijke antwoorden:
1. noodweer (art. 41 lid 1 Sr - rechtvaardigingsgrond)… strafbaarheid van de verdachte (verwijtbaarheid)… is het bewezenverklaarde wederrechtelijk… OVAR
2. noodweer (art. 41 lid 1 Sr - rechtvaardigingsgrond)… kan het bewezen verklaarde worden gekwalificeerd… vrijspraak
3. NoodweerExces (art. 41 lid 2 Sr - schulduitsluitingsgrond)… strafbaarheid van de verdachte (verwijtbaarheid)… OVAR
4. NoodweerExces (art. 41 lid 2 Sr - schulduitsluitingsgrond)… is het bewezenverklaarde wederrechtelijk… OVAR

A

Antwoord 1
==>
- Art. 287 Sr
- Het gaat om een beroep op noodweer (art. 41 lid 1 Sr - rechtvaardigingsgrond)
- Het draait gelet op het tenlastegelegde om de derde hoofdvraag van art. 350 Sv
- Ontslag van alle rechtsvervolging (het tenlastegelegde kan bewezen worden verklaard en past binnen een wettelijke delictsomschrijving, maar levert (toch) geen strafbaar feit op, nu niet aan het element wederrechtelijkheid is voldaan)

29
Q

Welke stelling over art. 350 Sv. is onjuist?
1. Als het ten laste gelegde feit niet bewezen kan worden, moet vrijspraak volgen.
2. Als het bewezen verklaarde niet te kwalificeren valt, moet de verdachte worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
3. Als een delict in de wet op de standaard manier staat omschreven (dus zonder het woord ‘wederrechtelijkheid’ of ‘schuld’ in de delictsomschrijving), dan leidt een geslaagd beroep op een strafuitsluitingsgrond tot ontslag van alle rechtsvervolging.
4. Als de wederrechtelijkheid -anders dan in punt 3- in de wettelijke delictsomschrijving tot uitdrukking is gekomen, dan leidt een geslaagd beroep op een schulduitsluitingsgrond tot vrijspraak.
5. Bij een ten laste gelegd culpoos delict maken de wederrechtelijkheid en verwijtbaarheid onderdeel uit van de tenlastelegging. Een geslaagd beroep op een schulduitsluitingsgrond of rechtvaardigheidsgrond leidt dan altijd tot vrijspraak.

A
  1. Als de wederrechtelijkheid -anders dan in punt 3- in de wettelijke delictsomschrijving tot uitdrukking is gekomen, dan leidt een geslaagd beroep op een schulduitsluitingsgrond tot vrijspraak.
    ==> Moet zijn:
    … dan leidt een geslaagd beroep op een rechtsvaardigheidsgrond tot vrijspraak.
30
Q

Jan wordt vervolgd omdat aan zijn schuld de dood van een ander te wijten is (art. 307 Sr).
Hij beroept zich met succes op noodweerexces.
Wat zal de einduitspraak zijn?
1. Vrijspraak
2. Ontslag van alle rechtsvervolging
3. Niet ontvankelijkheid van het OM
4. Veroordeling

A
  1. Vrijspraak
    ==>
    Als er een schulduitsluitingsgrond (bijvoorbeeld noodweerexces ex art. 41 lid 2 Sr) van toepassing is, zal het van de inhoud van de tenlastelegging (die gebaseerd is op de inhoud van de relevante delictsomschrijving) afhangen tot welke beslissing de rechter moet komen.
    * Als schuld een bestanddeel is van de delictsomschrijving (‘culpa’, zie bijvoorbeeld art. 307 Sr) en dus ten laste is gelegd, zal de rechter het ten laste gelegde niet bewezen kunnen verklaren als de verwijtbaarheid (dat een van de componenten is van de culpa) wegvalt. Op grond van art. 350 Sv juncto art. 352 lid 1 Sv moet de rechter de verdachte dan vrijspreken.
31
Q

Een ontsnapte gedetineerde houdt ‘s nachts in Amsterdam een taxi aan. De nietsvermoedende taxichauffeur krijgt de schrik van zijn leven als zijn passagier meteen na het instappen een revolver tevoorschijn haalt. De man dwingt de chauffeur plankgas naar Rotterdam te rijden. Ter hoogte van de Schiphol- tunnel wordt de taxi ‘geflitst’, waarbij een snelheid wordt gemeten van 178 km/u. De chauffeur wordt voor dit strafbare feit gedagvaard. Ter terechtzitting beroept de chauffeur zich op psychische overmacht.
Wat wordt de einduitspraak:
1. Vrijspraak
2. Ontslag van alle rechtsvervolging want niet bewezenverklaard
3. Ontslag van alle rechtsvervolging want niet gekwalificeerd
4. Ontslag van alle rechtsvervolging want niet wederrechtelijk
5. Ontslag van alle rechtsvervolging want niet verwijtbaar

A
  1. Ontslag van alle rechtsvervolging want niet verwijtbaar
    ==>
    Het behoeft weinig betoog dat de chauffeur straffeloos dient te blijven. De rechter zal het beroep op psychische overmacht honoreren en de vraag over verwijtbaarheid in het beslissingsschema met ‘nee’ beantwoorden. Vervolgens zal hij de verdachte ontslaan van alle rechtsvervolging. Uiteraard is het ook mogelijk dat de rechter de laatste vraag met ‘ja’ beantwoordt. In dat geval zal de verdachte worden veroordeeld.
32
Q

Wat is de einduitspraak als het tenlastegelegde kan worden bewezen, maar in de tenlastelegging een bestanddeel van de delictsomschrijving ontbreekt?
1. Vrijspraak, omdat dan het bewezenverklaarde niet de gehele delictsomschrijving betreft.
2. Ontslag van alle rechtsvervolging, omdat het feit niet kan worden gerubriceerd onder een delictsomschrijving.
3. Dan kan de verdachte worden veroordeeld, omdat het tenlastegelegde bewezen is verklaard.
4. Dan kan de verdachte worden veroordeeld, mits het ontbrekende bestanddeel niet essentieel van aard is.

A
  1. Ontslag van alle rechtsvervolging, omdat het feit niet kan worden gerubriceerd onder een delictsomschrijving.
    ==>
    Ontslag van alle rechtsvervolging: wanneer een bestanddeel van de delictsomschrijving niet in de tenlastelegging is opgenomen, dan kan dat bestanddeel niet bewezen worden verklaard en is dus niet bewezen dat de verdachte datgene dat volgens de delictsomschrijving niet is toegelaten heeft begaan. Er is dan alleen maar bewezen dat de verdachte iets deed dat niet strafbaar is. En iets dat wel bewezen, maar niet strafbaar is, leidt niet tot vrijspraak (want het tenlastegelegde is bewezen) en dan blijft er maar één ding over: ontslag van alle rechtsvervolging, omdat het niet onder een delictsomschrijving past en dus niet is te kwalificeren als een strafbaar feit. Zie par. 3.2.2.1 van Het beslissingsmodel van 348/350 Sv en art. 352 lid 2 Sv.
33
Q

Bij de delictsomschrijving van bepaalde delicten staat dat ze alleen gelden bij bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld als de verdachte ambtenaar is, of dat de gedraging “in tijd van oorlog” heeft plaatsgevonden. Als iemand voor zo’n delict wordt vervolgd, en vervolgens blijkt dat niet is voldaan aan de omstandigheden, dan volgt de einduitspraak:
1. Nietigheid van de dagvaarding
2. Niet ontvankelijkheid van het OM
3. Rechter onbevoegd
4. Vrijspraak
5. Veroordeling
6. Ontslag van alle rechtsvervolging

A
  1. Vrijspraak
    ==> Er wordt wel voldaan aan de gedraging in de delictsomschrijving, maar niet aan alle bestanddelen.
34
Q

Wat is geen verweer van de verdediging?
1. Strafuitsluitingsverweer
2. Bewijsverweer
3. Straftoemetingsverweer
4. Onbevoegdheidsverweer

A
  1. Onbevoegdheidsverweer
35
Q

De verdachte heeft ‘op of omstreeks 10 augustus 2020 te Rotterdam, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een Nintendo toebehorend aan de Bijenkorf, althans toebehorend aan een ander dan de verdachte (art. 310 Sr)’. De verdachte geeft bij de terechtzitting toe dat hij de spelcomputer heeft gestolen.
Maar: de raadsvrouw van de verdachte weet bij het pleidooi aannemelijk te maken dat de verdachte de spelcomputer niet heeft weggenomen uit de Bijenkorf uit Rotterdam, maar uit Amsterdam. De officier van justitie heeft zich kennelijk vergist bij het opstellen van de tenlastelegging.
Wat wordt de einduitspraak?
1. Vrijspraak
2. Ontslag van alle rechtsvervolging
3. Nietigheid van de dagvaarding
4. Niet-ontvankelijkheid van de OvJ

A
  1. Vrijspraak.
    ==> Er kan niet worden bewezen dat de verdachte het feit in Rotterdam heeft gepleegd, hetgeen hem wel ten laste is gelegd.
36
Q

Jan wordt vervolgd voor ‘diefstal door twee of meer verenigde personen (art. 311, lid 1, sub 4 Sr)’; zo staat het in de tll.
De rechter acht het deel “door twee of meer verenigde personen” onbewezen maar vindt dat diefstal wel is bewezen. Wat wordt de einduitspraak?
1. Vrijspraak
2. Ontslag van alle rechtsvervolging
3. Niet ontvankelijkheid van het OM
4. Veroordeling

A
  1. Veroordeling
    ==> Bij een gekwalificeerd delict geldt dat het gronddelict wordt geacht impliciet subsidiair ten laste worden gelegd, waardoor de rechter het gronddelict bewezenverklaren kan.
37
Q

Een arts loopt in het gezelschap van zijn vrouw door Amsterdam. Terloops werpt de arts een blik in een geparkeerde auto. In de auto bevindt zich een zuigeling die, zo constateert de arts, de verstikkingsdood nabij is. Omdat de auto afgesloten is, slaat de arts de zijruit van de auto in zodat hij het portier kan openen. Vervolgens verwijdert hij een knikker uit de mond van de zuigeling. De eigenaar van de auto doet, geheel tegen de verwachting in, aangifte van vernieling. De arts wordt vervolgd op grond van vernieling. Aan hem wordt ten laste gelegd dat:
‘hij te Amsterdam, op 3 augustus 2020, opzettelijk en wederrechtelijk een auto, merk Opel Kadett, toebehorend aan J. Boersma, althans aan een ander dan de verdachte, heeft beschadigd door toen en daar opzettelijk een zijruit van die auto in te slaan. (art. 350 Sr)’.
Ter terechtzitting doet de arts een beroep op overmacht in de zin van noodtoestand. De rechter honoreert het beroep.
Wat wordt de einduitspraak:
1. Vrijspraak
2. Ontslag van alle rechtsvervolging want niet bewezenverklaard
3. Ontslag van alle rechtsvervolging want niet gekwalificeerd
4. Ontslag van alle rechtsvervolging want niet wederrechtelijk
5. Ontslag van alle rechtsvervolging want niet verwijtbaar

A
  1. Vrijspraak
    ==>
    Ter bepaling van de einduitspraak zal ook nu de eerste vraag voor de rechter weer luiden: kan het feit bewezen worden verklaard? Het antwoord hierop luidt: nee. Ten laste is gelegd, naast andere bestanddelen, dat de arts wederrechtelijk heeft gehandeld. Door het geslaagde beroep op de rechtvaardigingsgrond wordt de wederrechtelijkheid weggenomen. De - ten laste gelegde - wederrechtelijkheid kan dus niet worden bewezen. Nu de tenlastelegging niet kan worden bewezen, is maar één einduitspraak mogelijk: vrijspraak.
38
Q

Aan een verdachte is tenlastegelegd dat zij op of omstreeks 2 september 2022 te Maastricht, heeft weggenomen uit de onbewaakte fietsenstalling aan het Vrijthof een blauwe damesfiets, merk Gazelle, toebehorend aan mevrouw Gerits, althans toebehorend aan een ander dan de verdachte (art 310 Sr.).
Uit het onderzoek ter terechtzitting blijkt dat er voldoende bewijs is voor dit feit. Tot welke uitspraak zal de rechter komen?
1. Nietigheid van de dagvaarding
2. Vrijspraak
3. Ontslag van alle rechtsvervolging
4. Veroordeling

A
  1. Ontslag van alle rechtsvervolging
    ==>
    Nu er volgens de casus voldoende bewijs is, zal het tenlastegelegde kunnen worden bewezen, maar in de tenlastelegging ontbreekt het bestanddeel ‘met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening’, waardoor het bewezenverklaarde niet als diefstal gekwalificeerd kan worden. Op grond van art. 352 lid 2 Sv zal de rechter tot ontslag van alle rechtsvervolging moeten beslissen. Zie ook: Grondtrekken, par 11.3.3.
39
Q

Jan wordt ten laste gelegd:
‘dat verdachte op [datum] te [plaats], opzettelijk een persoon, te weten X,

meermalen in het gezicht en/of tegen het hoofd heeft gestompt en/of geslagen en/of

meermalen aan de haren heeft getrokken en/of

meermalen tegen het hoofd en/of het lichaam heeft geschopt en/of getrapt terwijl X op de grond lag, waardoor voornoemde X letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden’ (art. 300 Sr).
Hij beroept zich succesvol op noodweer.
Wat zal de einduitspraak zijn?
1. Veroordeling
2. Vrijspraak
3. Ontslag van alle rechtsvervolging
4. Niet ontvankelijkheid van het OM

A
  1. Ontslag van alle rechtsvervolging
    Zie:
    https://www.bjutijdschriften.nl/tijdschrift/NTS/2020/1/NTS_2666-6553_2020_035_001_006
    Mbt mishandeling:
    In het woord “mishandeling” zit de opzet ingeblikt.
    Indien “mishandelen” of “mishandeling” in de tll staat, dan geldt dat door het handelen uit noodweer was niet langer sprake van een ‘mishandelen/mishandeling’. Dus volgt vrijspraak, omdat ‘mishandelen’ niet kan worden bewezen.
    In de casus stond het woord “mishandeling” / “mishandelen” niet in de tll, waardoor ook in geval van noodweer bij ‘eenvoudige mishandeling’ gewoon een ontslag van alle rechtsvervolging zal moeten worden uitgesproken en niet: vrijspraak.
40
Q

Wat is de einduitspraak in geval de rechter aanneemt dat er sprake is van noodweerexces?
1. Niet-ontvankelijkheid van de OvJ.
2. Vrijspraak.
3. Ontslag van alle rechtsvervolging.
4. Dat is afhankelijk van de tenlastelegging.

A
  1. Dat is afhankelijk van de tenlastelegging.
    ==>
    Noodweerexces is een schulduitsluitingsgrond. Een geslaagd beroep op een schulduitsluitingsgrond ontneemt de verwijtbaarheid van de verdachte. Afhankelijk van de tenlastelegging komt de vraag naar de verwijtbaarheid van de verdachte aan de orde (1) bij de vraag of het ten laste gelegde bewezen is danwel (2) bij de vraag naar de strafbaarheid van de dader. De einduitspraak is dan vrijspraak (art. 352, eerste lid, Sv), respectievelijk ontslag van alle rechtsvervolging (art. 352, tweede lid, Sv).

(1) Als de tenlastelegging luidt dat het aan ‘zijn, verdachtes, schuld is te wijten’ (culpoos delict!) dat het slachtoffer is overleden, dan betekent noodweerexces dat de verdachte zegt ‘dat van die schuld in de tenlastelegging klopt niet en valt niet te bewijzen’. Gaat de rechter daarin mee, dan volgt dus vrijspraak. De verwijtbaarheidscomponent van de culpa kan immers niet worden bewezen.

(2) Als de tenlastelegging luidt dat hij, verdachte ‘aan de openbare weg, de Stationsweg te Zwijkhuizen, op 4 maart 2022 op of omstreeks 03.40 uur, enkele keren, althans eenmaal met een steen van ongeveer 2 centimeter doorsnede naar het slachtoffer, de heer X, heeft gegooid, waardoor de bril van de heer X krassen opliep (art. 424)’ dan leidt noodweerexces tot ontslag van alle rechtsvervolging. Er staat geen ‘schuld’ in de zin van culpa in de tenlastelegging. Ondanks de aanwezigheid van een schulduitsluitingsgrond zal het tenlastegelegde daarom kunnen worden bewezen, waardoor er geen vrijspraak volgt.

41
Q

Bij een culpoos delict zal een succesvol beroep op een rechtvaardigingsgrond leiden tot:
1. vrijspraak
2. OVAR

A
  1. vrijspraak
    ==> Bij een ten laste gelegd culpoos delict maken de wederrechtelijkheid en verwijtbaarheid onderdeel uit van de tenlastelegging. Een geslaagd beroep op een strafuitsluitingsgrond of rechtvaardigheidsgrond leidt dan altijd tot vrijspraak.
42
Q

Bij een culpoos delict zal een succesvol beroep op een schulduitsluitingsgrond leiden tot:
1. vrijspraak
2. OVAR

A
  1. vrijspraak
    ==> Bij een ten laste gelegd culpoos delict maken de wederrechtelijkheid en verwijtbaarheid onderdeel uit van de tenlastelegging. Een geslaagd beroep op een strafuitsluitingsgrond of rechtvaardigheidsgrond leidt dan altijd tot vrijspraak.
43
Q

Indien de verdachte met succes beroep doet op ontoerekeningsvatbaarheid bij een opzetdelict, echter er is voldoende bewijs dat hij het heeft gedaan, volgt de einduitspraak:
1. vrijspraak
2. OVAR
3. veroordeling

A
  1. OVAR
    Ontoerekeningsvatbaarheid zegt niks over opzet. Er kan nog steeds opzet zijn (willens en wetens handelen), echter de opzet is gevormd onder de invloed van de stoornis.
    Dus het opzet kan nog steeds bewezen zijn, waardoor er geen vrijspraak volgt.