La visite chez le psychiatre exercices Flashcards

1
Q

Hoe lang hebt u al last van deze problemen?

A

Depuis quand souffrez-vous déjà de ces problèmes?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Slaagt u er niet in om aan de verleiding te weerstaan bepaalde geluiden te maken (hoesten, uw keel schrapen, grommen, vloeken of scheldwoorden zeggen) ?

A

N’arrivez-vous pas à résister à la tentation de faire certains bruits (tousser, vous râcler la gorge, grogner, dire des injures ou des gros mots)?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bent u vlug verstrooid?

A

Êtes-vous vite distrait(e) ?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Stellen veranderingen u op uw ongemak?

A

Est-ce que les changements vous dérangent?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hebt u vaak de neiging om veel te eten zonder honger te hebben?

A

Avez-vous souvent (la) tendance de manger beaucoup sans avoir faim?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Overkomt het u soms dat u een onbedwingbare neiging niet kan beheersen en een woeduitbarsting hebt?

A

Cela vous arrive-t-il que vous ne pouvez pas maîtriser une tendance irrésistible et que vous avez un accès de rage?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Gebruikt u meer geneesmiddelen dan voorgeschreven?

A

Utilisez-vous plus de médicaments que prescrits?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Denkt u echt dat u een afwijking hebt, ondanks de geruststellende woorden van de arts?

A

Pensez-vous vraiment que vous souffrez d’une anomalie, malgré les paroles (f.) rassurantes du médecin?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Vindt u zichzelf lelijk?

A

Vous trouvez-vous moche?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bent u angstig?

A

Etes-vous anxieux?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bent u vaak gespannen, zelfs zonder duidelijke reden?

A

Êtes-vous souvent tendu, même sans raison apparente?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bent u gemakkelijk geneigd te piekeren?

A

Avez-vous tendance à ruminer?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bent u opvliegend?

A

Êtes-vous soupe au lait?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hebt u soms het gevoel alles aan te kunnen?

A

Avez-vous parfois le sentiment de pouvoir faire face à tout?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Doet u vaak dingen waar u achteraf spijt van hebt?

A

Faites-vous souvent des choses que vous regrettez après?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kan u nog helder nadenken?

A

Êtes-vous encore capable de réfléchir clairement?

17
Q

Hebt u verwarde gedachten ?

A

Avez-vous des pensées confuses?

18
Q

Voelt u zich verplicht om een lijst op te stellen van de dingen die u moet doen om ze niet te vergeten?

A

Vous sentez-vous obligé d’établir une liste des choses que vous devez faire pour ne pas les oublier?

19
Q

Begrijpt u soms niet wat er om u heen gebeurt?

A

Ne comprenez-vous parfois pas ce qui se passe autour de vous?

20
Q

Voelt u zich slaperig of versuft?

A

Vous sentez-vous somnolent ou abruti?