Expression de 6A Flashcards
1
Q
Als
A
Si
2
Q
Als je komt, zal je je amuseren
A
Si tu viens, tu t’amuseras
3
Q
Als je akkoord bent, is er geen probleem
A
Si tu es d’accord, il n’y a aucun problème
4
Q
Als je zou komen, zou je je amuseren
A
Si tu venais, tu t’amuserais
5
Q
Als hij hier was, zou hij het kunnen beamen
A
s’il était ici, il pourrait le confirmer
6
Q
Op voorwaarde dat (+ww)
A
à condition de
7
Q
Op voorwaarde dat (+ voornaamw)
A
à condition que
pourvu que
8
Q
in het geval dat
A
au cas où
dans le cas où
9
Q
Tenzij
A
à moins que
10
Q
Als je gekomen was, had je je geamuseerd
A
Si tu étais venu, tu te serais amusé
