Expression de 5A Flashcards
1
Q
ondanks
A
malgré
2
Q
Hoewel
A
Tout
3
Q
Hoe ik het hem ook uitleg, hij begrijpt het niet
A
J’ai beau le lui expliquer, il ne comprend pas
4
Q
Ondanks mijn teleurstelling ga ik door
A
Malgré ma déception, je continue
5
Q
Maar
A
Mais
6
Q
Maar toch
A
Pourtant
7
Q
Echter
A
Cependant
8
Q
Hoe dan ook
A
Quand même
9
Q
In ieder geval
A
Tout de même
10
Q
Hoewel
A
Quoique
Bien que
Malgré que
11
Q
Zelfs als
A
Même si
12
Q
Maar
A
Mais
13
Q
In plaats van
A
Au lieu de
14
Q
In tegendeel
A
Au contraire
15
Q
In tegenstelling tot,
A
Alors que
Tandis que