Expression de 3B Flashcards

1
Q

Ik bevind me voor het stadhuis, in het midden van het plein

A

je me trouve devant l’hôtel de ville, au milieu de la place

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

het is langs hier, niet langs daar

A

c’est par ici, non par là

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de bovenburen maken veel lawaai

A

les voisins de dessus font beaucoup de bruit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ga naar de bank terwijl ik bij de apotheker ben

A

Va à la banque pendant que je suis chez le pharmacien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

zij wonen al jaren in de stad

A

ils habitent en ville depuis des années

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

gaat hij nooit naar de kroeg

A

est-ce qu’il ne va jamais au café?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wij hebben afgesproken op de Grote Markt van Hasselt

A

nous nous sommes donné rendez-vous sur la Grand-Place à Hasselt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waarom was je gisteren niet op school?

A

Pourquoi n’étais tu pas à l’école hier?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

zijn de studenten niet in de klas?

A

Est-ce que les étudiants ne sont pas en classe?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hij stapt net op de trein

A

il vient de monter dans le train

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

het kabinet van dr. Lecourt is boven, mevrouw

A

Le cabinet du docteur Lecourt est au-dessus/en haut/à l’étage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de meeste patiënten blijven liefst op hun kamer

A

la plupart des patients préfèrent rester dans leur chambre

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

de dokter is in vergadering

A

le docteur est en réunion

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

zij zijn in Portugal geboren

A

ils sont nés au Portugal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

haar studies heeft ze in de Verenigde Staten afgemaakt

A

elle a fini ses études aux Etats-Unis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

nadien is ze getrouwd in Mexico

A

Après, elle s’est mariée au Mexique

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Haar echtgenoot komt uit Eilat in Marokko

A

Son mari vient d’Eilat au Maroc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Ze hebben zich nu gevestigd in Marokko

A

Ils se sont établis au Maroc maintenant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Het schip komt toe in Marseille

A

Le bateau arrive à Marseille

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Komen deze ingrediënten uit Chili of uit Brazilië?

A

Est-ce que ces ingrédients viennent du Chili ou du Brésil?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Mijn familie woont in Bergen, in de provincie Henegouwen.

A

Ma famille habite à Mons, dans la province du Hainaut

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

De hoofdstad van West-Vlaanderen is Brugge

A

Le capitale de la Flandre Occidentale, c’est Bruges

23
Q

Woont hij in de provincie Luxemburg of in Luxemburg stad?

A

Habite-il dans la province du Luxembourg ou à Luxembourg ville?

24
Q

Gent ligt aan de schelde

A

Gant se trouve sur l’Escaut

25
Q

Ik koop mijn tandpasta bij de apotheek

A

J’achète mon dentifrice chez le pharmacien

26
Q

hij is in zijn kabinet, op de eerste verdieping

A

il est dans son cabinet, au premier étage

27
Q

ze is in Iran geboren

A

Elle est née en Iran

28
Q

Ben jij in Zimbabwe geweest?

A

As-tu été au Zimbabwe?

29
Q

Ze zijn in Charleroi geland

A

ils ont atterri à Charleroi

30
Q

Hij werkt ook in een privéziekenhuis in Luxemburg (het land)

A

Il travaille aussi dans un hôpital privé au Luxembourg

31
Q

ze zat tegenover jou aan tafel?

A

elle était en face de toi à table?

32
Q

Ze hebben een chalet in Luxemburg (de provincie).

A

Ils ont un chalet dans le Luxembourg

33
Q

Dit jaar gaan we naar Portugal

A

Cette année, nous allons au Portugal

34
Q

ik kom van bij de tandarts

A

je viens de chez le dentiste

35
Q

Zie je hem ergens?
Ja. Hij gaat nu binnen bij de diëtiste

A

Tu le vois quelque part?
Oui, en ce moment, il entre chez la diéticienne.

36
Q

Hij woont aan deze kant van het Albertkanaal.

A

Il habite de ce côté-ci du canal Albert

37
Q

de post ligt langs de groepspraktijk van de oogartsen

A

la poste se trouve à côté du cabinet de roupe des ophtalmologues

38
Q

hij heeft een appartement aan zee

A

il a un appartement à la mer

39
Q

ze zit graag aan het venster

A

elle aime être assise à la fenêtre

40
Q

hij woont in Verviers

A

il habite à Verviers

41
Q

Er zijn veel mensen op straat

A

il y a beaucoup de gens dans la rue

42
Q

hij heeft een praktijk gehad in Waals-Brabant

A

Il a eu un cabinet dans le Brabant wallon

43
Q

hij kent een NKO in Cuba

A

il connaît un ORL à Cuba

44
Q

Ze kennen iemand in Luik

A

Ils connaissent quelqu’un à Liège

45
Q

Ben jij dat, daar onderaan de foto?

A

C’est toi, là, en bas de la photo?

46
Q

is de ziekenkas dichtbij.

A

la mutuelle, est-elle près d’ici?

47
Q

ik koop deze hoestpastilles in de apotheek hier juist tegenover

A

j’achète ces pastilles antitussifs à la pharmacie ici juste en face

48
Q

Wonen ze in de stad Namen of in de provincie?

A

Habitent-ils à Namur ou dans le province?

49
Q

ik kom net uit het verzekeringskantoor

A

je sors de l’agence d’assurances

50
Q

zij wandelt graag langs de Maas

A

elle aime se promener le long de la Meuse

51
Q

zet de datum bovenaan de brief

A

Mets la date en haut de la lettre

52
Q

hij parkeert de wagen naast het gebouw van de daghospitalisaties

A

il stationne a voiture à côté du bâtument des hospitalisations de jour

53
Q

als u van de parking komt, kan u ook langs achteren binnenkomen

A

si vous venez du parking, vous pouvez aussi entrer par-derrière