expression de 1B Flashcards
wat ben je lui vandaag
que/comme/ce que tu es paresseux aujourd’hui
hij is nogal optimistisch, zij is erg pessimistisch
il est plutôt optimiste, elle esttrès pessimiste
we zijn heel ongerust
nous sommes très inquiets
veel mensen
beaucoup de gens
veel te veel lawaai
beaucoup trop de bruit
evenveel pijn
autant de douleur
vrij veel patiënten
assez de patients
te veel problemen
trop de problèmes
zo veel mensen
tant de gens
heel veel rekeningen
énormément de notes
veel geluk
beaucoup de chance
bonne chance
weinig assistenten
peu d’assistants
veel te weinig hulp
beaucoup trop peu d’aide
even weinig jongens
aussi peu de garçons
vrij weinig drank
assez peu de boissons
te weinig verpleegkundigen
trop peu d’infirmiers
zo weinig moed
si peu de courage
heel weinig meisjes
très peu de filles
niet genoeg bier
pas assez de bière
hebben ze echt zoveel problemen
est-ce qu’il ont vraimant tant/tellement de problèmes?
vind je haar zo vriendelijk?
tu la trouves si gentille?
werk je zoveel?
tu travailles tant?
je hebt niet zoveel zorgen als ik
tu n’as pas autant de soucis que moi
tu n’as pas tant de soucis que moi
toch wel, ik heb er zeker evenveel
si quand même, j’en ai certainement autant