IBD therapie Flashcards
behandeldoelen
inductie remissie, onderhouden remissie en voorkomen en behandelen complicaties
welke therapie kiezen?
Start therapie wordt gebaseerd op type IBD, ernst en uitbreiding van de ziekte, altijd stoppen met roken
Meerdere processen geven toename cytokines dus kiezen: immuunsuppressiva (mesalazine, steroïden, calcineurin inhibitoren, thiopurines, methotrexate)/ anti-TNF/ tofacitnib/ biologicals (vedolizumab, ustekinumab)
pyramide van behandelingen plaatje leren
Corticosteroïden
inductiebehandeling crohm en colitis: prednison: oraal/ iv/ zetpil/ klysma
Budesonide: minder toxisch, werkt topicaal, rechtszijdig colon, ileocecaal regio
Veel bijwerkingen: HT, acne, infecties, DM, gewichtstoename, osteoporose
Mesalazine
bij colitis: 5-ASA preparaten, voor inductie en onderhoud mild/ matig CU, oraal en lokaal (zetpil/ klysma) dus combi-therapie
Bijwerkingen: hoofdpijn, misselijk, uitslag, pancreatitis, paradoxale opvlamming, interstitiële nefritis
Immunosuppressiva
mercaptopurine, azathioprine, methotrexaat,
3 maanden inwerktijd–> onderhoudstherapie
Bijwerkingen thioprutines: beenmergtoxiciteit, pancreatitis, griep, leverontsteking, lymfoom
Bijwerkingen MTX: leverontsteking, kaal, griep, teratogeen
Regelmatig controle bloedwaardes
Biologicals
anti-TNF (1999): infiximab (Remicade, IV), adalimumab (Humira, sc), golimumab (Simponi, sc)
Vedolizumab (2014, Entyvio, IV): a4ß7 antagonist
Bijwerkingen: infusie-gerelateerde bijwerkingen, infecties, allergieën, TBC reactivatie, huidmaligniteiten
JAK-STAT
JAK eiwitten: JAK1, JAK2, JAK3 en TYK2: signaaltransductie van cytokine receptoren en groeifactoren, cel-proliferatie en -differentiatie.
STAT: 7 transciptie factoren
JAK inhibitie: effectief bij chronische inflammatoire aandoeningen (RA, psoriasis), mogelijk bij IBD
Tofacitinib
beoordeling cardiovasculair risico voor start therapie, anemie lijkt weinig voor te komen ondanks niet selectieve remming, herpes zoster–> vaccin, niet i.c.m. thiopurines, na 3 dagen effect
behandeling/ medicatie IBD volgorde
- krachtige ontstekingsremmers (corticosteroïden)
- -> remmen ontsteking in de darm, meestal kort gegeven bij opvlamming van de ziekte - immunosupressiva: thiopurines/ MTC
- -> afweer onderdrukkende medicatie, remmen afweersysteem–> minder ontstekingen
- -> bijwerkingen: pancreatitis, beenmergdepressie en lymfoom - anti-TNF blokkers: vedolizumab, ustekinumab
- small molecules
- antibiotica
- -> gegevem bij bacteriele overgroei/ infectie
chirurgie colitis en crohn
colitis ulcerosa
- chirurgie curatief
- (sub)totale colectomie
m. crohn
- chirurgie palliatief (risico recidief)
- (ileo)colische segmentale resectie