Afbraak nutrienten in tractus digestivus Flashcards
nut spijsvertering
nodig voor afbraak macromoleculen tot transporteerbare brokstukken
voorkomt antilichaamvorming tegen eigen dieet eiwitten
garandeert soort specifieke resynthese van lichaamseigen macromoleculen (met aminozuren uit voedsel eigen eiwitten maken)
met dieet kan samenstelling van lichaam niet worden verandert, mat als uitzondering de samenstelling van de vetpool
spijsverteringsenzymen
zijn hydrolases= gebruiken water bij splitsing substraat (is altijd beschikbaar)
hydrolyse levert energie–> warmte (geen ATP)
rea’s zijn exotherm (verlopen spontaan) bij heel langzaam bij lichaamstemperatuur, daarom zijn er enzymen nodig
koolhydraat= glucosidase vet= esterase eiwit= amidase, peptidase
koolhydraten
4 vormen koolhydraten:
-zetmeel(60%):
amylose bestaat uit D-glucose met a-1,4 bindingen
amylopectine bestaat uit D-glucose met a-1,4 en a-1,5 (5%) verbindingen
- glycogeen bestaat uit D-glucose met a-1,4 en a-1,6 (10%) verbindingen
- saccharose bestaat uit glucose en fructose met a-1,2 bindingen
- lactose bestaat uit glucose en galactose met b-1,4 bindingen
cellulose=voedingsvezel (niet verteerbaar) bestaat uit D-glucose met b-1,4 bindingen
dus glucose, fructose en galactose zijn de 3 bouwstenen
koolhydraatafbraak in lumen
a-amylase wordt door speekselklieren en pancreas uitgescheiden
knipt a-1,4 bindingen
knipt geen eindstandige bindingen niet na een a-1,6 binding
na knippen zetmeel:
maltriose, maltose en a-limit dextrine
GEEN glucose dus
koolhydraatafbraak aan darmepitheel
enzym glucoamylase: knipt a-1,4 bindingen, waardoor glucose van keten gaat er blijft nu maltose en maltriose over
enzym sucrose-isomaltase bestaat uit 2 delen
isomaltase: breekt a-limitis dextrines af
sucrase: breekt maltose, maltotriose en sucrose af
lactase breekt lactose af tot galactose en glucose (lactase is traagste enzym)
zo zijn alle koolhydraten afgebroken tot de bouwstenen, dit wordt gereabsorbeerd
opname koolhydraten
als koolhydraten zijn afgebroken tot glucose, galactose en fructose moet dit gelijk worden opgenomen omdat je anders een hoge osmotische belasting hebt in lumen van de darm waardoor je diarree krijgt
SGLT-1: glucose en galactose transport= secundair actief aan Na
GLUT-5: passief fructose transport
transporters zitten op zelfde plek als afbraakenzymen, zo kunnen de afbraakproducten gelijk worden opgenomen
afbraak eiwit door intraluminale proteases
3 soorten
endopeptidase (maag en pancreas): knipt in midden van eiwit
carboxypeptidases (pancreas): knipt aan C-terminus
aminopeptidase(darmoppervlak en cytosol van enterocyt): knipt aan N-terminus
verschillende endopeptidases
maag: pepsine na zure aminozuren pancreas: trypsine na basische aminozuren chymotrypsine na hydrofobe aminozuren elastase na kleine aminozuren
met pakket van proteases kan achter elk aminozuur worden geknipt
vet nut en samenstelling
ong 100 g/dag krijgen we binnen –> 30-40% van voedingsenergie
nut:
energiebron, drager vet-oplosbare vitamines (A,D,E en K) en enige bron van essentiele vetzuren
componenten:
triglycerides (>90%)
fosfolipides (5%)
cholesterol(0,5%)
vetafbraak door lipase
triglyceride bestaat uit een glycerolmolecuul met 3 vetzuurstaarten
lipase breekt buitenste 2 vetzuurstarten eraf
je hebt van 2 vrije vetzuren (FFA) en monoglyceride
melk en maag lipase
maaglipase=
uit hoofdcellen van maag bij verhoogd gastrine
pepsine resistent, werkt in zuur pH en zorgt voor 15-30% van afbraak
is trypsine gevoelig–> dus kan het afbreken
melklipase=
in moedermelk, HCL-resistent, alkalisch pH-optimum en galzout afhankelijk
nut van deze 2:
vorming FFA als trigger voor CCK secretie door cellen in duodenum
essentieel voor vetverzuring zuigelingen, daar werkt pancreas nog niet optimaal
pancreas lipase
wordt als actief enzym uitgescheiden omdat het pas werkzaam is in combi met co-lipase
pro-colipase wordt actief in duodenum door trypsine
colipase zorgt voor binding van pancreaslipase aan het opp van vetdruppels en voorkomt inactivatie van lipase door galzouten
micelvorming galzouten en lipolyse producten
door lipolyse heb je gemengde micellen die amfoteer zijn (gemengd polair en apolair)
ze vormen micel met galzouten–> galzouten en fosfolipiden aan buitenkant en triglyceriden aan binnenkant
aan opp van enterocyt (darmcel)
aan opp darmcel is pH 5 door Na/H exchanger
hierdoor worden vetzuren geprotoneerd en dus neutraal–> ze kunnen via diffusie opgenomen worden net als de monoglyceriden
micel met alleen galzouten blijft achter–> MBAT zorgt voor recycling
re-synthese van triglycerides in enterocyt
triglyceriden worden verpakt in chylomicronen –> via lymfevaten naar lever
korte vetzuren kunnen wel gelijk afgegeven worden aan het bloed