fysiologie van gal Flashcards
samenstelling en functie van gal in de lever (galzouten, cholesterol, fosfolipide, geconjugeerd bilirubine en elektrolyten/water
900 ml gal per dag geproduceerd door hepatocyten
galzouten (67%) komt uit hepatocyt (+poortader)
functie= vormt galmicellen in PC en C, emulgeren/transporteren dieet lipiden, solubilisatie vitamine A,D,E,K en B12
cholesterol (4%) komt uit hepatocyt (LDL en HDL)
functie= afvoer in gal (enige vorm van cholesterol secretie, dus erg belangrijk)
fosfolipide (22%) komt uit hepatocyt
functie= beschermt tegen toxiciteit BS en lost cholesterol op
geconjugeerd bilirubine komt uit erytrocyt en hepatocyt
functie= afvoer van metaboliet
elektrolyten, water komt uit hepatocyt(70%) en cholangiocyt (30%)
Samenstelling en functie van gal in lever (vet-oplosbare vitamines, geconjugeerde drugs, steroid hormonen, immunoglobulines (igA), glutathion, eiwit)
Vet-oplosbare vitamines komt uit hepatocyt
functie= recirculeren via darmresorptie
geconjugeerde drugs komt uit circulatie
functie= lever ‘clearance’ van farmaca
steroid hormonen komt uit circulatie
functie= recirculeren via darmresorptie
immunoglobulines (igA) komt uit hepatocyt
functie= recirculeren via darmresorptie
glutathion komt uit hepatocyt
functie= antioxidant
Eiwit komt uit galduct/blaas
functie= cytoprotectie
synthese van primaire galzouten in de hepatocyt
cholesterol is zeer apolair–> slecht oplosbaar in water
wordt omgezet door hepatocyt in galzouten (galzuur)
dit is beter oplosbaar in water
in praktijk is het altijd aanwezig in de vorm van galzout
kost energie, dus mitochondrien voor nodig
conjugatie van galzouten
dit is 2e stap in vorming van galzouten, hier wordt een aminozuur aan het primaire galzout gemaakt dmv een isopeptide binding
aan galzouten (cholaat) wordt glycine of taurine toegevoegd waardoor glucocholaat of taurocholaat ontstaat
door aminozuur nu nog beter oplosbaar in water
dus door de conjugatie–> stijgt de polariteit en de emulgerende werking
en nu zijn ze resistent tegen afbrekende peptides van pancreas
vorming van galmicellen en CMC
galzouten zijn amfoteren moleculen
ze zijn gemengd lipofiel en hydrofiel –> ze werken als emulgator
komt doordat alle OH-groepen aan 1 kant van het molecuul zitten
micellen worden spontaan gevormd, hydrofobe kant naar buiten en hydrofiele kant naar binnen
kleine micel= 4 galzouten
CMC= kritische micellaire concentratie. Boven een concentratie van 2-5 mM worden er micellen gevormd
concentratie galzout in gal> CMC –> dus in vorm micellen
concentratie galzout in hepatocyt «_space;CMC –> dus hier in vorm van monomeren
Secretie van galmicel componenten door hepatocyt
hepatocyt synthetiseert 0,5 g galzout per dag de rest van de galzouten recirculeert en komen in hepatocyt via v. porta
opname galzouten:
NTCO: Na gedreven tranporter
OATP: gedreven door organisch anion
3 transporterers (ATP):
BSEP: export galzouten
Steroline 1/2: export cholesterol
MDR3: export fosfolipasen
in de galgang wordt vocht met bicarbonaat uit CFTR-kanaal door de cholangiocyt (galgang cel)
Galflow componenten
70% van vloeistof van gal komt uit lever= hepatische secretie
30% van vloeistof van gal komt uit canaliculi =ductulaire secretie
choleretisch effect van galzouten= hepatische secretie is afhankelijk van concentratie galzouten–> hoe meer galzouten, hoe meer vloeistof secretie
rest van secretie is onafhankelijk van concentratie galzouten
CF: defect aan CFTR-kanaal –> minder secretie –> gal geconcentreerder
deconjugatie van galzouten door darmflora
door bacteriën in colon en distaal ileum
glycine en taurine worden eraf gehaald
polariteit (hydrofober) neemt toe–> kan nu diffunderen over plasma membraan
en epitheel van colon en terug via v. porta naar lever
UDCA
speciaal galzout: hydrofiel, niet-amfoteer, niet-toxisch is oraal galzout bij cholestase, galstenen en CF
wordt als behandeling gebruikt als er risico is op cholestase en galstenen
choleretisch effect (meer galzouten dus meer vloeistof)–> galflow gaat omhoog–> stenen weggespoeld
remt ook de novo synthese van toxisch(dit kan voor galstenen zorgen) endogeen galzout in hepatocyt
is zelf niet toxisch
entero-hepatische cyclus van galzouten
lichaam heeft 3-4 g galzouten wat circuleert
per dag 8-12 cycli in darm/lever
rond de 30 g galzout gaat naar duodenum om daar vet te emulgeren
wordt op verschillende plekken in darm weer gereabsorbeerd:
- in jejunum via diffusie (<5%) voor ongeconjugeerde galzouten
- in distale ileum via IBAT (80%), is secundair actief transport voor geconjugeerde galzouten
- in colon via diffusie (5%) bacterien uit darmflora deconjugeren de galzouten zodat ze opgenomen kunnen worden
3-6% uitgescheiden via faeces, dit is enige manier om cholesterol kwijt te raken
om genoeg galzouten te behouden wordt er ook zoveel nieuw galzout bijgemaakt door de hepatocyt
galvorming in 3 stappen
- secretie van gal door hepatocyten in canaliculi normaal is dit 0,5 g per dag
- transport en toevoeging HCO3- rijke bloedstof
hierbij speelt CFTR-kanaal een belangrijke rol (cl- naar buiten en circuleert en HCO naar canaliculi. Secretine, VIP en glucagon kunnen dit stimuleren–> cAMP verhoogt –> CFTR activer.
Somatostatine remt dit - opslag galblaas (50% van productie in de interdigestieve fase)
2 processen:
-verhoging concentratie:
Na/H-transporter Na naar binnen en H+ naar buiten
en Cl/HCO3- tranporter cl- naar binnen en HCO3- naar buiten
water volgt Na en Cl–> hogere concentratie in galblaas
-pH verlaging:
om de concentratie te verhogen heb je Na/K-ATPase nodig.
Hierdoor is Na/H pomp veel actiever (3x zoveel Na pompen). Hierdoor verzuurt het gal, want 3x meer H+ dan HCO3-
Regulatie van de vulling van de galblaas
opslag van gal in galblaas hangt af van:
relatieve druk in de galgang en vullingstoestand van galblaas
belangrijkste regulator is sphincter van Oddi zit op plek daar ductus choledochus en ductus pancreaticus samenkomen in duodenum (bij papil van Vater)
geen maaltijd–> sfincter oddi spant samen–> druk hoog–> galsap gaat naar galblaas
wel maaltijd–>cck–> relaxatie–> lage druk–> gal naar duodenum