Hoorcollege 9-09 Flashcards

1
Q

3 delen schedel (bovenaf)

A

Fossa cranii anterior
Fossa cranii media
Fossa cranii posterior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

kenmerken fossa cranii anterior

A

omgeven door os frontale pars orbitalis, lamina cribrosa van
os ethmoidale en os sphenoidale ala minor, hierin ligt de frontale lob

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

kenmerken fossa cranii media

A

omgeven door os sphenoidale ala major en os parietale (gescheiden
van anterior door de sulcus chiasmaticus, van posterior door de clivus en os petrosus), hierin liggen de
temporale lobben en de hypofyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

kenmerken fossa cranii posterior

A

omgeven door os occipitale, os temporale en os sphenoidale, hierin ligt het
cerebellum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke arteriën gaan de schedel in

A

a. carotis communis (80%) en a. vertebralis (20%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke venen gaan de schedel uit

A

v. jugularis interna en externa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het centrum van Broca

A

gebied in de frontale kwab, het motorische spraakcentrum (productie taal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat als er schade is in centrum van Broca

A

Schade leidt tot het niet meer kunnen napraten of spontaan praten, of motorische afasie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is het centrum van Wernicke

A

gebied in de parietale kwab, het sensorische spraakcentrum (begrijpen van taal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat als schade van centrum van Wernicke

A

Schade leidt tot brabbeltaal zonder leidraad, of dyslexie en sensorische afasie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welke ventrikels heb je

A

twee zijventrikels, 3e ventrikel in het midden en 4e ventrikel in of
onder het cerebellum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

aquaduct hersenen

A

waterkanaal voor uitwisseling tussen de 3e en 4e ventrikel, makkelijke plek voor obstructie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Foramen van Monro

A

waterkanaal voor uitwisseling tussen de zijventrikels en de 3e ventrikel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

belangrijkste veneuze afvloed hersenen

A

sinus sagittalis, splitst zich in sinus transversus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

3 hersenvliezen

A

dura mater, arachnoïdea, pia mater

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

bloeding tussen schedel en dura

A

epidurale bloeding

17
Q

bloeding onder dura

A

subdurale bloeding

18
Q

bloeding onder archnoid

A

subarachnoidale bloeding

19
Q

bloeding in de hersenen

A

intercerebrale bloeding

20
Q

wat is een trepanantie

A

een stuk bot uit de schedel verwijderen, om hersenen te zien, zonder de dura mater te beschadigen

  • Flap aftekenen waarvan voeding zoveel mogelijk gewaarborgd blijft (van beneden naar boven; pootjes beneden), huid er af prepareren, klemmetjes erop, dan kom je op het bot, (vier) boorgaten maken, hierna kom je op de dura uit (paars/parelmoerachtig)
21
Q

behandeling waterhoofd

A

ventriculostomie: endoscopisch
in bodem 3e hersenkamer, gat in maken (omzeilen aquaduct)
liquorshunt; liquor naar hart of naar buik

22
Q

Transcallosale benadering (welke structuren besparen)

A

-brugvenen
-gyrus cingulus
- aa pericallosa
-fornices
-vv internae
- wanden 3e ventrikel

23
Q

wat zijn de lamina quadrigemina

A

vierheuvelplaat, een deel van de middenhersenen
- 2 colliculi superiores
- 2 colliculi inferiores

24
Q

functie 2 colliculi superiores

A

rechtstreeks gevoed door ganglioncellen uit het netvlies, het is een tussenstation
wat twee gebieden voedt voor het gezichtsvermogen; pulvinar (deel thalamus) en deel hersenstam
(aansturing oogspieren)

25
Q

functie 2 colliculi inferiores

A

tussenstation, voor doorschakeling van het gehoor

26
Q

zijkanten 1e en 2e hersenkamer

A

aan 1 kant thalamus aan de andere kant septum (septum bolt jouw kant op)