Hoorcollege 8-10 Flashcards

1
Q

reconstructieve ladder schedelbasis reconstructie

A

o Primair sluiten
o Autografts (niet hetzelfde als spierlap; het is ongevasculariseerd)
 Tensor fascia lata
o Allografts
 Kadaver dura mater (Lyo-Dura)
o Xenografts
 Collageen matrices (Duragen, TachoSil)
o Synthetische grafts
 Gore-Tex, Neuropatch
o Gevasculariseerde spierlap
 Dit doen we bij bestraalde mensen i.v.m. infectierisico

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

schedelbasis chirurgie regio I

A

sinus en orbitatumoren
fossa cranii anterior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

schedelbasis chirurgie regio II

A

laterale schedelbasis tumoren
fossa infratemporalis en pterygopalatina tot aan fossa cranii media

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

schedelbasis chirurgie regio III

A

tumoren rondom oor, parotis en os temporale
fossa cranii posterior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

reconstructie opties schedelbasis defect
regio I

A

Lokaal
- glabella lap
- voorhoofdslap
- galea lap
- pericranium lap
- temporalis lap

Vrij gevasculariseerd
- rectus abdominis
- TRAM
- ALT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

reconstructie opties schedelbasis defect
regio II

A

Lokaal
- temporalis lap

Regionaal
- schedel rotatielap
- supraclaviculaire lap
- trapezius lap
- latissimus dorsi lap
- pectoralis lap

Vrij gevasculariseerd
- Rectus abdominus
- ALT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

reconstructie opties schedelbasis defect
regio III

A
  • Lokaal
    o Temporalis lap
  • Regionaal
    o Latissimus dorsi lap
    o Trapezius lap
  • Vrij gevasculariseerd
    o Rectus abdominis
    o ALT
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Functie maxilla

A

o Ondersteuning van schedelbasis
o Fundering bovengebit
o Scheiden cavum oris en nasi
o Ondersteuning van oogbol
o Ondersteuning gelaat en spieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Doelen maxilla reconstrcutie

A
  • Scheiden cavum oris en nasi
  • Herstel van pijlers maxilla
    o Behoud van projectie en hoogte middengezicht
  • Herstel van functionele dentititie, masticatie en slikfunctie
  • Behoud van positie oogbol of esthetische reconstrcutie van orbita exenteratie
  • Herstel van open neus luchtweg
  • Ondersteuning en suspensie van weke delen gelaat
    o Voorkomen ectropion en herstel contour middengezicht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

reconstructie opties maxilla

A
  • Klosprothese
  • Locoregionale lappen
  • Vrije lap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Locoregionale lappen reconstructie maxilla

A

o FAMM lap; bv. bij palatum defect (type 1)
o Temporalis lap
o Temporopariëtale fascie lap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vrije lap reconstructie maxilla

A

o Osteofascio(myo)cutane lappen
 Fibula lap (meest gebruikt in HH); bv. bij maxilla reconstructie (type 2c)
 Scapula lap (latissimus dorsi); maxilla reconstructie (type 3a)
 Crista iliaca lap
 Radialis lap; bv. bij maxilla reconstructie (type 2a)  cavum oris en nasi scheiden
o Fasio/myocutane lappen (alleen weke delen)
 Radialis lap (arterie)
 ALT lap (anterior lateral thigh); bv. bij maxilla reconstructie (type 4a)
 Rectus abdominis lap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

doelen mandibula reconstructie

A
  • Behoud van ondersteuning van tong en larynx
    o Voorkom tongprolaps en bedreigde luchtweg
  • Herstel van functionele dentitie, masticatie en slikfunctie
    o Voorkom malocclusie
  • Behoud van contour en projectie onderkaak en kin
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

reconstructies mandibula defecten

A
  • niets doen; primair sluiten
  • reconstructieplaat
  • vrije lap
  • osteofasciomyocutane lappen
    -twee vrije lappen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

lap mandibula defecten

A
  • PM lap
  • ALT lap
  • Rectus abdominis lap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

osteofasciomyocutane lappen mandibula defecten

A
  • fibula lap
  • crista iliaca lap
  • scapula lap
  • radialis lap
17
Q

classificatie mandibula defect

A
  • botdefect
  • weke delen defect
18
Q

wat voor voorkeur bij mandibula defect en welke bij maxilla defect

A

mandibula: fibula
maxilla: scapula

19
Q

bot defect mandibula

A

o Condyle (C)
o Ramus (R)
o Body (B)
o Symphyse (S)

20
Q

weke delen defect mandibula

A

o Wangmucosa
o Lipmucosa
o Palatum molle
o Tong
o Farynx
o Huid

21
Q

definitie osteoradionecrose

A
  • Eerdere RT
  • Gedevitaliseerd en blootliggend bot zonder tekenen van genezing > 3 maanden
  • Geen tekenen van recidief tumor
  • NB: simpele radionecrose van de mucosa zonder tekenen van necrose van het bot wordt dus NIET gerekend tot ORN
22
Q

risicofactoren osteoradionecrose

A
  • Tumor dicht bij het bot (kaak)
  • Tanden of kiezen slecht; ontsteking in tand of kies die overgaat naar bot. En wordt vaak getrokken.
  • Dosis hoger dan 60 Gy
  • CRT
  • Trauma’s
  • Implantaten
  • Brachytherapie
23
Q

Symptomen osteoradionecrose

A
  • asymptomatisch; toevals bevinding
  • blootliggend bot
  • pijn
  • fistel (intra- en extraoraal)
  • sequesters
  • pathologische fracturen
24
Q

verschillende soorten classificaties osteoradionecrose

A
  • Marx stadiering
  • Epstein
    -Lyons
  • Notani ( makkelijkste)
25
Q

Preventie osteoradionecrose

A

1) pre radiatie
- Focusonderzoek (langs de tandarts)
- dosisplanning (afhankelijk van tumorsite en stadiering)
2) post radiatie
antibiotica

26
Q

3 theoriën osteoradionecrose ontstaan

A
  • Bestraling, trauma, infectie ( Meyer)
  • Hypoxie, hypovasculariteit, hypocellulariteit ( Marx)
  • Radiation induced fibrosis ( Delanian)
27
Q

Behandeling osteoradionecrose

A
  • expectatief
  • antibiotica
  • HBO (hypobare zuurstof)
  • chirurgie
  • Medicamenteus
28
Q

chirurgie bij osteoradionecrose

A
  • sequestrectomie
  • debridement
  • segmentresectie en reconstructie vrije lap
29
Q

medicatie behandeling bij osteoradionecrose

A
  • Pentroxifylline
     Methylxantine derivaat
     Anti-TNF alfa
  • Tocopherol
     Vitamine E
     Vangt O2 radicalen
     Laatste studie  geen verbetering ORN Tocopherol + Pentroxifylline
  • Eventueel in combi met clodronaat
     Bisfosfanaat (oraal of Parenteraal)  preventie en behandeling osteoporose
  • Behandeling hypercalciëmie bij maligniteiten
  • Behandeling botmetastasen (prostaat, mammacarcinoom)
  • Behandeling lytische laesies bij M. Kahler