Hoofdstuk 4 - De barrières, de normale flora en de verstoring ervan Flashcards

1
Q

Juist of fout?

Haar, nagels en huid zijn afgedekt met een dode cellaag zodat viruspassage niet mogelijk is.

A

Juist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe werken lysosymes?

A

Ze breken peptidoglycanen af.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe werkt lipocaline / siderocaline?

A

Het bindt bacteriële sideroforen (ijzer) voor degradatie door granulocyten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn defensines?

A

Humane antimicrobiële peptides met hydrofobe delen voor insertie in bacteriële, virale of schimmelmembranen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke twee defensines bestaan er en waar worden ze gemaakt?

A
  • Alfa-defensines: gemaakt door neutrofielen en Paneth cellen
  • Bèta-defensines: gemaakt door epitheliale cellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Juist of fout?

Defensines zijn meteen actief na synthese.

A

Fout, ze worden gemaakt als inactief eiwit en worden pas actief na secretie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Is er mogelijkheid tot volledige eliminatie van de normale flora?

A

Nee, ze kan enkel (tijdelijk of voor langere tijd) gewijzigd worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe beïnvloedt onze microflora andere bacteriën?

A
  • Bevordert groei van anderen: bv. productie metabolieten, pH
  • Inhibeert groei van anderen: competitie voor ruimte en voedsel, productie metabolieten, synthese bacteriocines
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn bacteriocines?

A

Antibiotica door de bacteriën zelf aangemaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar is onze microflora allemaal bij betrokken?

A
  • Productie vitamines, vertering eten, stimulatie immuunsysteem
  • Contaminatie van stalen afgenomen voor microbiologisch onderzoek
  • Bron van geurtjes
  • Bron van endogene infecties
  • Kolonisatie resistentie: bezet de niche, beïnvloedt lokale omgeving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waaruit bestaat de flora van de huid?

A

Coagulase-negatieve stafylokokken (S. epidermidis), Corynebacterium en Propionibacterium spp.

In iets vochterige regio’s: ook S. aureus, Acinetobacter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat gebeurt er indien de huid te nat is?

A

Er ontstaat kolonisatie van S. aureus, gramnegatieve staven en gisten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Juist of fout?

Indien de huid te vet is ontstaat er woekering van Streptococcus pyogenes.

A

Fout, indien de huid te vet is ontstaat er woekering van een commensale lipofiele gist, Malassezia sp.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe ontstaat acné?

A

Onder andere door woekering van Cutibacterium doordat de afvoer van kliersecreties geblokkeerd zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn dermatofyten?

A

Schimmels die keratine als voedsel gebruiken en oppervlakkig kunnen invaderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waaruit bestaat het reservoir van S. aureus?

A

Vochtige huid (neusgang, perineum) en keel.

17
Q

Hoe kan S. aureus een metastatische infectie op gang brengen?

A

Ze kunnen overleven in macrofagen en worden zo via de bloedbaan als een paard van Troje verstrooid naar andere organen.

18
Q

Juist of fout?

S. aureus bevat over een B-cel superantigen die de immuunresponsen misleidt.

19
Q

Welke drie groepen van streptokken zijn er?

A

De pyogene groep, de S. pneumoniae groep en de S. viridans groep

20
Q

Juist of fout?

Het reservoir van S. pyogenes ligt in de oropharynx.

A

Fout, het ligt in de nasopharynx.

21
Q

Welke infecties veroorzaakt S. pyogenes?

A
  • Keelontsteking: belangrijkste verwekker!
  • Huid- en weke deleninfecties: impetigo, cellullitis, necrotiserende fascitis
  • Scarlatina: roodvonk
  • Andere: NKO, artritis
22
Q

Waar bevindt S. viridans zich?

A

Op de slijmvliezen en in grote aantallen in de mond.

23
Q

Welke infecties veroorzaakt S. viridans?

A
  • Soms onderdeel van gemengde abcessen
  • Endocarditis na transiënte bacteriëmie en in aanwezigheid van beschadigde hartklep
  • Ontstaan cariës
24
Q

Juist of fout?

De meningokok of Neisseria meningitidis is een commensaal.

A

Fout, men kan deze wel aantreffen zonder ziek te zijn of worden en dan spreekt men van asymptomatisch dragerschap.

25
Mycobacterium tuberculosis en Legionella sp. moeten meteen diep in de luchtwegen geraken om infectie te veroorzaken. Hoe komt dit?
Ze zijn niet in staat de nasopharynx te koloniseren.
26
Juist of fout? S. pneumoniae bevat endotoxines.
Fout, het is een grampositieve bacterie en bevat er dus geen.
27
Waaruit bestaan de bedreigingen voor de vagina (en urethra) op gebied van kolonisatie en infectie?
- Grote fysiologische veranderingen (menstruatiecyclus) - Korte afstand tot anus / perineum - Beïnvloeding door sperma - Veel darmsoorten tijdelijk aanwezig
28
Hoe wordt de vagina beschermd tegen kolonisatie in de geslachtsrijpe periode?
- Oestrogenen: dikker epitheel + glycogeenopslag - Lactobacillen: zorgen voor zure pH door productie van melkzuur
29
Wat gebeurt er met de flora in de vagina in de periode voor de menarche en in de menopauze?
De lactobacillen zijn afwezig en er is een meer gemengde flora.
30
Mannelijke genitaliën zijn meer beschermd tegen kolonisatie dan vrouwelijke genitaliën. Hoe komt dit?
- Relatief grotere afstand tot anus en perineum - Fysiologisch veel stabieler - Minder 'contact' met anaal gebied dan bij de vrouw
31
Wat is dysbacteriose?
Een veranderde flora die aanleiding geeft tot symptomen of op langere termijn gevolgen geeft voor de gezondheid.
32
Wat gebeurt er bij een bacteriële vaginose?
De flora met hoofdzakelijk Lactobacillus verandert in een flora met G. vaginalis, anaeroben (Streptococci) en mycoplasmata.
33
Beschrijf de pathogenese, het klinisch uitzicht en de symptomen van candidiase.
- Pathogenese: toenemend aantal gistcellen - Klinisch: rode vagina met wit beslag - Symptomen: fluor, branderig gevoel
34
Welke bacteriën woekeren bij supragingivale plaque?
Streptococcus mutans: zetten voedingssuikers om in melkzuur met oplossing van het glazuur als gevolg.
35
Welke bacteriën woekeren bij subgingivale plaque?
Anaërobe gram-staven: inflammatie en later verlies van steunweefsel en bot (paradontitis)