Histologie Flashcards
Welke twee multipotente hematopoïetische stamcellen ontstaan er uit de pluripotente hematopoïetische stamcellen?
Lymfoïde voorlopercellen en myeloïde voorlopercellen.
Waaruit bestaat het stroma van het beenmerg?
Reticulumcellen (gespecialiseerde fibroblasten), een netwerk van reticulinevezels (collageen III), hematopoïetische cellen, macrofagen en een wisselend aantal vetcellen.
Wat is de functie van de macrofagen in het beenmerg?
Slecht gevormde en verouderde rode bloedcellen opruimen.
Wat is de functie van het reticulumnetwerk in het beenmerg?
Productie van de reticulinevezels, groeifactoren en extracelullaire matrixcomponenten.
Beschrijf de vasculaire sinusoïden in het beenmerg.
- Gedilateerde capillairen
- Basale membraan: discontinu
- Endotheel: discontinu
- Functie: intrede van bloedcellen en bloedplaatjes in de circulatie
Wat zijn de verschillende voorlopers van erythrocyten?
- Pro-erythroblast
- Basofiele erythroblast
- Polychromatofiele erythroblast
- Orthochromatofiele erythroblast
- Reticulocyt
- Erythrocyt
Wat gebeurt er geleidelijk in de differentiatie tot erythrocyt?
- Kern: densiteit chromatine neemt toe en kern verdwijnt geleidelijk
- Graduele afname polyribosomen
- Graduele toename hemoglobine
- Mitochondria en andere organellen verdwijnen gradueel
Wat zijn erythronen?
Eilandjes van voorlopers van rode bloedcellen.
Beschrijf de myeloblast.
- = de meest immature herkenbare voorloper van de granulocyten
- Kern: groot, fijn chromatinepatroon, 1 tot 3 nucleolen
- Cytoplasma: basofiel
Beschrijf de promyelocyt.
- = grootste voorloper van de granulocyten
- Azurofiele granulen: bevatten lysosomale enzymen + myeloperoxidase
Beschrijf de myelocyt.
Ontstaan specifieke granulen: maken onderscheid tussen neutrofiele, eosinofiele en basofiele granulocyten.
Beschrijf de metamyelocyt.
Toename aantal specifieke granulen die een groot deel van het cytoplasma innemen, kernvolume neemt af, chromatine denser.
Juist of fout?
De meer immature cellen bevinden zich meer centraal in het beenmerg.
Fout, ze bevinden zich paratrabeculair.
Wat is een monoblast?
Een commited progenitor cel van de monocyt.
Hoe kan de promonocyt onderscheiden worden van de monoblast?
De aanwezigheid van een plooitje in de kern.
Beschrijf de monocyt.
- Organellen: veel RER, groot Golgicomplex
- Cytoplasma: kleine vacuooltjes
Beschrijf de megakaryocyt.
- Kern: groot, onregelmatig gelobd, DNA is polyploïd
- Organellen: sterk ontwikkeld RER, groot Golgicomplex
- Proplatelets: cytoplasmatische uitlopers
Waarom zijn megakaryoblasten polyploïd?
Ze ondergaan endomitosis: meerdere ronden van replicatie zonder celdeling.
Wat is het myelodyspastisch syndroom?
Precancereus of celrijk beenmerg met verminderde maturatie.
Beschrijf de opbouw van de thymus.
Dun bindweefselkapsel met bindweefselsepta die de thymus verdelen in lobuli. Elke lobuli heeft een donkere cortex en een heldere medulla.
Waaruit bestaat de cortex van de thymus?
- Corticale reticulaire epitheelcellen met lange uitlopers die met elkaar in verbinding staan
- Talrijke thymocyten tussen de mazen van het reticulumnetwerk
- Macrofagen en capillairtjes
Waaruit bestaat de medulla van de thymus?
- Medullaire reticulaire epitheelcellen die dichter bij elkaar liggen en kortere celuitlopers hebben
- Kleinere lymfocyten
- Macrofagen
- Dendritische cellen
- Lichaampjes van Hassal: concentrisch geschikte epitheelcellen verbonden door desmosomen met centraal kernloze cellen
Juist of fout?
Zowel de cortex als de medulla bevatten venulen.
Fout, de cortex bezit er geen.
Juist of fout?
De thymus heeft afferente en efferente lymfevaten.
Fout, de thymus heeft alleen efferente lymfevaten.
Bespreek de sinussen van de lymfeknoop.
- Subcapsulaire sinus: hier monden afferente lymfevaten in uit
- Trabekelsinus: hier monden de subcapsulaire sinussen in uit
- Medullaire sinus: hier monden de trabekelsinussen in uit
Hoe zijn de sinussen van de lymfeknoop opgebouwd?
- S- en T-sinus: continu endotheel dat rust op basale membraan
- M-sinus: discontinu endotheel zonder duidelijke basale membraan
Welke cellen zitten in de paracortex?
T-cellen, reticulumcellen met reticulinevezels, macrofagen en interdigiterende dendritische cellen.
Juist of fout?
De hoog-endotheliale venules bevinden zich in de paracortex.
Juist.
Wat zijn lichaampjes van Malpighi?
Kleine, witte ronde vlekjes die samen de witte pulpa van de milt vormen.
Wat zijn de balken van Billroth?
Parenchym van de rode pulpa tussen de sinussen.
Waarvoor staat PALS en wat is het?
Peri-arteriolaire lymfoïde schede: lymfoïd weefsel rondom de centrale arteriool bestaande uit een netwerk van reticulumcellen met reticulinevezels
Wat vindt men in de PALS?
Talrijke T-lymfocyten en antigeen-presenterende interdigiterende dendritische cellen.