Hoofdstuk 20 - Worminfecties en importpathologie Flashcards

1
Q

Waaruit bestaat de diagnostiek van wormpjes?

A
  • Aantonen van eieren in ontlasting, urine of luchtwegsecreties
  • Serologie: species specifiek, interessant bij lage ei-concentratie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef twee voorbeelden van lintwormen.

A

Taenia saginata (rund) en Taenia solium (varken).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn proglottiden?

A

Gesegmenteerd lichaamsuiteinde dat gevuld wordt met eitjes, afbreekt en het lichaam verlaat met de stoelgang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Juist of fout?

De volwassen vorm kunnen ernstige ziekten veroorzaken.

A

Fout, het zijn de larven die dit kunnen. Volwassen wormen zijn vaak onschadelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe geraken mensen besmet met Schistosoma?

A

Door te baden, te zwemmen, te drinken en te wassen in besmet water. De larven dringen de huid binnen en komen in het bloedvatstelsel terecht waar ze uitgroeien tot volwassen wormen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Juist of fout?

Schistosoma infecteert eerst een tussengastheer, meestal een zoetwaterslak, waar ze zich ongeslachtelijk in voortplanten.

A

Juist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de acute symptomen van een Schistosoma infectie?

A

Koorts, rillingen, spierpijn, hoest, verminderde eetlust, gewichtsverlies, buik-, hoofd- en gewrichtspijn, diarree, misselijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de chronische symptomen van een Schistosoma infectie?

A

Ontsteking van blaas of darmen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waaruit bestaat de afweer tegen wormpjes?

A
  • Eosinofielen: secretie lysosomiale enzymen die wormeitjes en larven kunnen doden
  • Mastcellen: secretie histamine voor verhoogde darmmotiliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bespreek Ascaris lumbricoides.

A
  • Asymptomatisch, behalve bij migratie van volwassen wormen
  • Fecaal-orale transmissie
  • Kunnen via bloed naar longen, naar keel en terug ingeslikt worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bespreek Ancylostoma duodenale en Necator americanus.

A
  • = haakwormen
  • Symptomen: buikpijn, anemie, respiratoire klachten bij migreren larven
  • Kunnen via intacte huid binnenkomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bespreek Trichuris trichiura.

A
  • Meer voorkomend in tropische / arme landen
  • Symptomen: variabel, abdominale last
  • Fecaal/orale transmissie
  • Kinderen vaak dragers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bespreek Enterobius vermicularis.

A
  • Meer voorkomend in gematigd klimaat
  • Kinderen vaak dragers
  • Symptomen: anale jeuk (komen ‘s nachts naar buiten en leggen eitjes peri-anaal)
  • Orale besmetting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn prionen?

A

Infectieuze, fout opgevouwen eiwitten die zeer stabiel zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn eigenschappen van prionen?

A
  • Ze kunnen neerslaan in de cellen
  • Ze kunnen andere eiwitten ‘dwingen’ tot dezelfde foute configuratie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly