Hoofdstuk 14 - Humorale immuniteit Flashcards
Wat is de functie van antistoffen?
Ze merken pathogenen voor destructie, opsoniseren, neutraliseren of binden complement.
Waaruit bestaan de BCR co-receptor?
CD19, CD81 en CR2.
Wat is de functie van CR2?
Het bindt C3b.
Wat zijn thymusonafhankelijke antigenen?
Antigenen die een B-cel kunnen activeren zonder hulp van T-cellen.
Wat zijn de gelijkenissen tussen TI-1 en TI-2?
- Ze wekken antilichamen op van het IgM type
- Er worden geen T-cellen geactiveerd
- Er worden geen geheugen B-cellen gevormd
Bespreek de verschillen tussen TI-1 en TI-2.
TI-1
- Komen voor in kinderen
- Activatie van niet-specifieke B-cellen
TI-2
- Komt pas op gang vanaf de leeftijd van vijf jaar
- Het zijn repititieve suiker of eiwitepitopen
- Ook IgG type
- Geen co-receptoren nodig
Hoe binden folliculaire dendritische cellen antigenen?
Ze binden ze op hun membraan via complement receptoren OF binden antigenen gecoat met antilichamen op hun FcR.
Juist of fout?
Folliculaire dendritische cellen internaliseren de antigenen na binding.
Fout, ze blijven op de membraan zitten, soms maandenlang.
Hoe ontstaan folliculaire dendritische cellen?
Ze ontstaan uit fibroblasten onder invloed van TNF en lymfotoxine.
Wat doen B-cellen net na ontmoeten van een antigen?
Ze internaliseren het antigen en processen het met presentatie op MHC klasse II.
Wat is de primaire focus?
Delende B lymfoblasten in de medulla.
Juist of fout?
Affiniteitsmaturatie en isotype switching gebeurt in de primaire focus.
Fout, het enige wat B-cellen daar doen is delen en differentiëren tot plasmacellen met secretie van IgM.
Wat is de secundaire focus?
Centroblasten (snel delende B-cellen) omgeven door een laag centrocyten (niet-delende B-cellen).
Wat gebeurt er in de secundaire focus?
Somatische hypermutatie en affiniteitsmaturatie.
Wat gebeurt er na interactie tussen de foliculaire T-helper cel en de B-cel?
Ze differentiëren ofwel naar plasmacel ofwel naar geheugencel.