HC.9.1: Vitamines en deficiënties Flashcards

1
Q

waar kunnen we vetzuren in opdelen?

A
  • SFA: verzadigde vetzuren (trans vetzuren hebben geen knik en vallen met dubbele binden ook bij verzadigd)
  • PUFA: poly-onverzadigde vetzuren
  • MUFA: mono-onverzadigde vetzuren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke onverzadigde vetzuren zijn essentieel?

A

PUFA en dan omega 6 en 3. 9 dus niet. de dubbele binding zit op plek 3,6,9

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waar haal je vetzuren vandaan?

A

3 PUFA: visolie en walnoten
6 PUFA: plantenolie
MUFA: olijfolie
SFA: dierlijk vet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welke 2 type voedingsvezel hebben we?

A
  • fermenteerbare vezels: darmflora kan er wat mee pancreas niet
  • niet-fermenteerbare vezels: niet te verteren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn de functies van voedingsvezel?

A
  • vertraagd vertering voedsel (beide) -> verlengd verzadigingsgevoel
  • binding water (fermen.) -> verlaagt GI
  • binding galzure zouten (ferm.) -> verlaagt LDL cholesterol
  • activering darmperistaltiek (niet-f) -> bevordert stoelgang
  • buffering darm pH en bevordering darmflora (ferm) -> verlaagt risico colorectaal kanker
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waarom macronutriënten?

A

dit zijn ionen die veel aanwezig zijn. spoorelementen hebben we maar kleine hoeveelheden en zijn belangrijk voor enzymwerking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke vitamines zijn vetoplosbaar?

A

A,D,E, K

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is de functie van B1 (thiamine)?

A

thiaminepyrofosfaat: aldehyde groep transfer
AEROBE GLYCOLYSE, CITROENZUURCYCLUS. AMINOZUURAFBRAAK, PENTOSE-FOSFAAT SHUNT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is de functie van B2 (riboflavine)?

A

FAD: elektronenpaar transfer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is de functie van B3 (niacin)?

A

NAD;NADP: elektronenpaar transfer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is de functie van B5 (pathotenaat)?

A

CoA-SH: acelygroep transfer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is de functie van B6 (pyridoxine)?

A

pyridoxaalfosfaat: aminogroep transfer
GLUCONEOGENSE, UREUMCYCLUS, GLYCOGENOLYSE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de functie van B8 (biotine)?

A

biocytine: carboxylgroep transfer
GLUCONEOGENE, VETZUURSYNTHESE EN OXIDATIE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de functie van B11 (foliumzuur)?

A

tetrahydrofolaat (THP): mono-C groep transfer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de functie van B12 (cobalamine)?

A

cobalamine: alkylgroep transfer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is de functie van vitamine A (retinol)?

A

ligand transcriptiefactor en visus

17
Q

Wat is de functie van vit C (ascorbaat)?

A

collageen synthese, antioxidant

18
Q

wat is de functie van vitamine D (cholecalciferol)?

A

ligand transcriptiefactor

19
Q

wat is de functie van vit E (tocopherol)?

A

antioxidant

20
Q

wat is de functie van vit K (menadion)?

A

gamma-carboxylering

21
Q

welke vitamine kan intoxicaties opleveren?

A

vit A

22
Q

welke vitB1 deficiënties kennen we?

A

Beriberi: eenzijdige (witte) rijstvoeding
- natte: hartspier geeft probleem
- droge: hersenfunctie
Wernicke-Korsakoff: alcoholisme

23
Q

welke vitamines zijn belangrijk voor bloedcelvorming?

A

B11 en B12