HC.8.6: Metabool syndroom Flashcards

1
Q

wat is insuline resistentie?

A

een subnormale respons (van bloedglucose levels) op endogeen en exogeen insuline. de glucose opname wordt minder in de weefsels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waar kun je mensen met glucose tolerantie indelen?

A
  • normaal <7,8
  • impaired glucose tolerance 7,3-11,1
  • diabetes mellitus > 11.1
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn de oorzaken van insuline resistentie?

A
  • pre-receptor: insuline kan niet aan de receptor binden of wordt vervroegd weggevangen
  • receptor: verlaagd receptor aantal of verlaagt de affiniteit
  • postreceptor: abnormale signaaltransductie of fosforylatie (meest voorkomend)
  • glucose-transporter: verlaagd aantal GLUT-4 transporters
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn belangrijke factoren die invloed hebben op insuline resistentie?

A
  • leeftijd (hoe ouder)
  • obesitas
  • meer visceraal vetmassa
  • hyperinsulinemie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn de risicofactoren voor een metabool syndroom?

A
  • abnormale diabetes
  • triglyceriden te hoog
  • HDL cholesterol te laag
  • bloeddruk te hoog
  • nuchter glucose te hoog

je moet 3/5 hebben voor de diagnose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn de consequenties van een metabool syndroom?

A

binnen 5-10 jaar HVZ, hogere kans op diabetes, meer kans op kanker en meer kans op overlijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

is er een rol voor medicatie bij de van insuline resistentie bij het metabolische syndroom?

A

is nog geen bewijs voor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly