HC.5 - Tumoren van de kinderleeftijd Flashcards
epidemiologie van kanker op kinderleeftijd
per jaar ongeveer 600 kinderen -> 0,8% van de totale aantal kankerdiagnoses per jaar
wat zie je veel op kinderleeftijd en wat op volwassenen leeftijd
kinder: blastomen en sarcomen
volwassenen: carcinomen
waarin wordt kinderkanker onderverdeeld
- hematologische maligniteiten
- hersentumoren
– solidetumoren
welke kankersoort zijn het meest voorkomend op kinderleeftijd
- leukemie
- hersentumoren
- lymfomen
wat is de meest voorkomende vorm van kanker bij kinderen
ALL
wat is het genezingspercentage bij kinderen met kanker
80%
Wat zijn kenmerken van tumoren van de kinderleeftijd?
- 1/3 solide, 1/3 hersen, 1/3 hematogeen
- Gevoelig voor chemotherapie -> grijpt aan op de celdeling en tumoren in de kinderleeftijd hebben vaak een hoge verdubbelingstijd
etiologie kinderkanker
- genetische afwijkingen
- multipel hit model (knudson)
- familiaire factoren (10%)
- virale infecties (bvb associatie tussen EBV en lymfoom)
- straling
wat is het verschil tussen etiologie bij volwassenen en kinderen met kanker
bij volwassenen spelen vooral risicofactoren en erfelijkheid een rol. bij kinderen zijn vooral de genetische afwijkingen belangrijk voor het ontwikkelen van kanker.
welke kinderkanker soorten hebben een goede prognose en welke een slechte
- Goede prognose: retineblastoom en leukemie
- Slechte prognose: osteosarcoom, hersentumor
epidemiologie ALL bij kinderen
115 per jaar (vooral kleuters en puberteit)
- 80% B-lymfocyten
- hierbij is er een type leukocyten wat zich afwijkend en overmatig ontwikkeld, waardoor andere cellijnen verdrongen worden
symptomen ALL
- bleekheid
- verhoogde bloedingsneiging
- infecties
- botpijn
- algehele malaise
LO ALL
- hepatosplenomegalie
- bleekheid
- petechien/purpura/ecchymosen
- lymfadenopathie
- koorts
- verhoogde hartslag
- huidinfiltraten
- testisinfiltraten (asymmetrische testis)
- uitval hersenzenuwen
- tandvleeshyperplasie/-bloedingen
waarmee moet rekening gehouden worden bij ALL
leukemische cellen hebben de neiging om in de testis of in de hersenen te gaan zitten. niet alle soorten chemotherapie kunnen de bloed-hersenbarriere en bloed-testis barriere passeren
diagnostiek ALL
- volledig bloedbeeld Hb, trombo’s, blasten
- beenmergpunctie: normaliter zijn er minder dan 5% blasten. een beeld van 5-25% blasten is abnormaal, maar niet altijd ernstig. vanaf 25% is er een afwijkend beeld.
- lumbaalpunctie: aantonen van cerebrale betrokkenheid
- cytomorfologie: bij ALL is er sprake van een monotoon beeld waarbij 1 type cel overheerst
- cytogenetica: mutaties/translocaties in het DNA. bepaalde translocaties hebben invloed op de prognose. mogelijke onderzoeken zijn RT-PCR, karyotypering en FISH
- flowcytometrie: labelen van celen met antistoffen tegen CD-markers, waarbij de mate van fluorescentie gemeten worden (immunofenotypering). op deze manier kan bepaald worden wat voor soort cellen overmatig delen
- beeldvorming: X-thorax om mediastinale betrokkenheid aan te tonen