HC.5 - Normale en abnormale lengtegroei Flashcards

1
Q

Waar is de normale groei afhankelijk van?

A
  • Maternale factoren: leeftijd, gezondheid, roken
  • Foetale factoren: meerling, genetische afwijkingen
  • Placentaire factoren: verminderde doorbloeding van de placenta
  • Insuline growth factor I (late fase) en II (vroege fase) -> zijn voorafgaand aan de geboorte nog onafhankelijk van groeihormoon. ze zijn wel afhankelijk van insuline
  • Voeding en insuline
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn kenmerken van groei in het 1e jaar?

A
  • 50% toename in lengte
  • 3x toename in gewicht
  • Voeding belangrijkste factor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn kenmerken van groei na het 1e jaar?

A
  • Afname groeisnelheid
  • Grote rol voor hormonen
  • 80% genetisch bepaald
    + Voeding, omgeving en gezondheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn kenmerken van groei in de puberteit?

A

Groeispeurt door groeihormoon productie oiv geslachtshormonen
- Vroeger begin bij meisjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de defenitie van kleine of grote lengte?

A

Lengte < of > 2 SDS voor leeftijd, geslacht en puberteitsstadium tov de referentiepopulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn kenmerken van de target height?

A

Gebaseerd op gemeten lengte van ouders
- Range +/- 1,6 SDS ofwel 9 cm
- Minder betrouwbaar bij > 20 cm verschil tussen ouders
- broers en zussen mogen ongeveer 18 cm verschillen in lengte
- Aparte groeicurve voor verschillende afkomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer heb je een grotere kans op pathologie obv je lengte?

A
  • Groei afbuiging of versnelling (>1 SDS; herhaald gemeten)
  • Te kleine of te grote lengte (<-2 of >+2 SDS, bij normale TH)
  • Groot verschil met streeflengte (>+1.6 SDS)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

tot welke leeftijd volgen kinderen een eigen groeilijn vaak

A

tot 3 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke typen groeistoornissen zijn er?

A

Primair: small for gestational age bij geboorte zonder inhaalgroei
Secundair: aanvankelijk normale groei gevolgd door afbuiging
Idiopatisch (80%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn kenmerken van primaire groeistoornissen?

A
  • Verstoorde regulatie epifysairschijf
  • Mutaties in genen van cellulaire processen (SHOX-GEN), paracriene signalen (NPR2-GEN) of ECM (ACAN-GEN)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke typen primaire groeistoornissen zijn er?

A
  • Zonder dysmorfe kenmerken: oorzaak monogentisch, vaak disproportie zoals korte benen of armen
  • Met dysmorfe kenmerken / syndromaal: chromosomaal of (epi)genetisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

voorbeelden van primaire groeistoornis zonder dysmorfe kenmerk met kleine lengte

A

achondroplasie of mutaties in SHOX, NPR2 of ACAN

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

voorbeelden primaire groeistoornis met dysmorfe kenmerk met kleine lengte

A
  • turner syndroom
  • prader-willi syndroom
  • silver russel syndroom
  • UPD
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is er bij primaire groeistoornis

A

de botleeftijd is comform de kalenderleeftijd
vaak is er sprake van vroege afbuiging met stabiele lengtegroei tot aan de puberteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

turner syndroom

A

 Klassiek 45XO
 Faciale dysmorfieen, wijde tepelstand, korte benen
 Hartafwijkingen, nierafwijkingen
 verhoogde kans ontwikkeling auto-immuun aandoeningen
 Premature ovariële insufficiëntie
 Milde ontwikkelingsprobleme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

silver-russel syndroom

A

 Netchine-Harbison criteria:
- SGA geboorte
- Relatieve macrocefalie bij geboorte met frontal bossing
- Voedingsproblemen en/of BMI < -2SDS
- Postnataal slechte groei
-Lichaamsasymmetrie
 Ontwikkelingsproblemen
 Genetische oorzaken:
- Hypomethylatie Chr11p15
- Maternale UPD7
- Genmutaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

SHOX-grelateerde groeistoornis

A
  • afwijkingen in de pseu-autosomale regio’s
  • hierdoor ontstaan deleties en puntmutaties
  • kenmerken: korte armen en benen, spierhypertrofie, madelungse deformiteiten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn mogelijke oorzaken voor secundaire groeistoornissen?

A
  • Endocrien: geisoleerd, multipele hormoonuitval of overmaat cortisol
  • Chronische ziekten: hart, nier, darm, CF, metabool
  • Iatrogeen: glucocorticosteroïden, bestraling, chemotherapie
  • Emotionele deprivatie
  • Malnutritie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

wat is er bij secundaire groeistoornis

A

aanvankelijke normale groei, waarna de groeicurve afbuigt
- de botleeftijd loopt vaak achter op kalenderleeftijd

20
Q

GH-IGF-I as

A

hypothalamus: somatostatine en GNRH
hypofyse groeihormoon
lever groeifactoren

21
Q

Wat zijn kenmerken van groeihormoon?

A
  • Wordt in pieken afgegeven door de hypofyse
  • Stimulatie door GHRH, remming door somatostatine
  • Stimuleert lever tot productie van IGF
22
Q

Wat zijn gevolgen van een groeihormoon deficiëntie?

A
  • Kleine lengte met meestal progressieve afbuiging (vaak pas zichtbaar na 1e levensjaar)
  • Vertraagde botrijping en daardoor achterlopende skeletleeftijd
  • Meer vet, minder spiermassa, verminderde botdichtheid
23
Q

Waar is schildklierhormoon essentieel voor?

A
  • Hersengroei/neurologische ontwikkeling vooral in de eerste drie jaar
  • Stofwisseling: thermogenese, aminozuur/vet metabolisme
  • Lengtegroei
24
Q

waar jan een hypothyroidie oop kinderleeftijd tot leiden

A

endocriene kruis
-> afgenomen lengtegroei en toegenomen gewicht

25
Q

behandeling hypothyroidie

A

suppletie schildklierhormoon

26
Q

waar leidt een deficientiestoornis in de gonodale as tot

A

vertraagde puberteit en daarmee tot een afbuigende lengtegroei

27
Q

Wat is het gevolg van het Cushing syndroom?

A

Te veel cortisol door tumor hypofyse ( geeft ACTH af nadat het gestimuleerd wordt door CRH), nier of iatrogeen
- Afbuigende lengtecurve met toename gewicht tot obesitas
- Emotionele problemen, moeheid, spierzwakte, vollemaans gezicht, striae en hirsutisme

28
Q

Wat vraag je uit in de anamnese bij kleine groei?

A
  • Medischevoorgeschiedenis, - medicatie
  • Ontwikkeling
  • Psychosociale anamnese, uitgebreide tractusanamnese, voedingsanmnese
  • Familie anamnese mn tav lengte en leeftijd puberteit ouders
  • Reconstructie lengte- en gewichtscurve incl geboortegewicht/lengte/SO
29
Q

Waar let je op bij lichamelijk onderzoek bij kleine groei?

A

Lengte, gewicht, hoofdomtrek, tensie
Zithoogte, spanwijdte
Lengte van ouders meten
Proporties, dysmorfe kenmerken
Algemeen intern LO
Puberteitsstadium (incl testisvolume)

30
Q

wat moet er worden gedaan bij alle kinderen < 2 jaar met een kleine lengte van SD < -2

A

bloedonderzoek

31
Q

waarna wordt gekeken bij bloedonderzoek bij een kleine lengte

A
  • Hb, erytrocyten -> anemie door chronische ziekte
  • TSH, Ft4 -> hypothyreoïdie
  • IGF-I -> groeihormoondeficiëntie
  • anti-TTG IgA, totaal IgA -> coeliakie
  • Na, K, Ca, P, creatinine -> bot-, nierziekte
32
Q

AO bij kleine lengte

A

meisjes met lengte SD < -2 en/of > 1,6 SD korter dan TH -> turner syndroom (snp-array)
- < 3 jaar met afgenomen groei -> serum IGFBP-3 voor groeihormoondefiiciëntie, renale tubulaire acidose
- > 10 jaar met afgenomen groei en een lage BMI SD < 1 -> bezinking, bloedcellen, calprotectine in feces voor IBD
- X-hand -> botleeftijd

33
Q

Welke vervolgonderzoeken kun je doen bij kleine lengte?

A
  • GH stimulatie test: clonidine en/of arginine, wordt gegeven. meisjes > 8 jaar en jongens > 9 jaar worden vooraf geprimed hierbij krijgen ze enkele dagen vooraf geslachtshormonen toegediend om de gevoeligheid voor de testen te vergroten.
    -> kijken naar deficiëntie of resistentie afhankelijk van IGF-I waarde en oploop van groeihormoon
  • Karyogram of SNP array bij meisjes (Turner)
  • uitgebreide NGS panel bij skeletdysplasie, groeistoornissen, grote lengte
  • NGS genpanel analyse bij kleine lengte
  • Methyleringsonderzoek: prader-willi syndroom en silver-russell syndroom
  • WES/WGS bij dysmorfe kenmerken of ontwikkelingsstoornissen alleen door klinische geneticus
34
Q

Wat zijn kenmerken van grote lengte groei?

A

2-12% heeft een onderliggende pathologische oorzaak
- Referentie > 2 SDS
- Target height > 1,6 SDS
- Groeiversnelling > 1 SDS
- BMI meenemen -> er is vaak een grotere lengtegroei bij obesitas (+ 1SD) en Botleeftijd vaak 1-3 jaar voorlopend op kalenderleeftijd

35
Q

Wat zijn mogelijke oorzaken voor grote lengte?

A
  • Constitutioneel snelle rijping: hoog-normale eindlengte, hetzelfde groeipatroon als 1 of beide ouders, fysiologische variant: expectatief beleid
  • Obesitas geinduceerd: uiteindelijk normale eindlengte
  • Polygeen familair: meest voorkomende vorm door 1 of beide ouders die lang zijn. geen pathologie
  • Monogenetisch: heterogene groep van overgroeisyndromen
  • Hormonale overproductie: vroegtijdige puberteitskenmerken of hyperthyreoidie, zeldzaam: GH overproductie
36
Q

voorbeelden van primaire groeistoornissen bij lange lengte

A
  • monogenetische afwijkingen:
    metabool -> homocystinurie
    symmetrische overgroei syndromen -> sotos, weaver, stickler
    asymmetrische overgroei syndromen -> beckwith-wiedemann
    bindweefselaandoeningen -> marfan ehlers danlos
  • geslachtschromosoomafwijkingen:
    klinefelter, triple-x-syndroom
37
Q

Wat zijn kenmerken van het Klinefelter syndroom?

A

47, XXY
- 1-1,5 per 1000 jongens
- slechts 10% wordt gediagnosticeerd voor de puberteit
- afwijkingen in motorische en spraakontwikkeling, leer en gedragsproblemen, verminderde spier en haarvorming, kleine testis, gynaecomastie
- Groeiversnelling tussen 5-8 jaar, verstoorde puberteitsontwikkeling -> door te weinig testosteron
- er is overlap met de normale curve, dus niet iedereen is langer dan de normale bevolking

38
Q

Wat zijn kenmerken van het Marfan syndroom?

A

Autosomaal dominant waarbij de lengte vaak binnen de TH valt
- 23 per 100.000
- Tumb and wrist sign: lange dunne vingers
- Cardiale pathologie, visusproblemen

39
Q

wat is thumb sign

A

het bovenste kootje van de duim komt voorbij de pink bij het insluiten van de duim in de handpalm

40
Q

wat is wrist sign

A

dan kunnen de duim en pink de pols helemaal omsluiten waarbij de vingertoppen elkaar met een kootje overlapen

41
Q

Wat zijn kenmerken van pubertas praecox?

A

Versnelde groei en verhoogde botleeftijd door vroege puberteit

42
Q

Wat vraag je uit in de anamnese bij grote lengte?

A
  • Geboortegewicht, lengte en schedelomtrek: primair of secundair
  • Groeicurve
  • Gedrags/ontwikkelingsproblematiek: syndromaal
  • Visusproblemen: Marfan
  • Puberteit: pubertas praecox
  • Familieanamnse
43
Q

Waar let je op bij het lichamelijk onderzoek bij grote lengte?

A
  • Lengte, gewicht, zithooge, spanwijdte
  • Ontwikkelingsniveau, gedrag
  • Tanner stadia, gynaecomastie
  • Dysmorfe kenmerken
  • Beighton score: Marfan
44
Q

wat moet je doen bij beighton score

A
  • elleboog > 10 graden strekken
  • pink 90 graden dorsaalflexie
  • duim tegen onderarm
  • knie > 10 graden overstrekken
  • handen plat op de grond met gestrekte benen
45
Q

Welk aanvullend onderzoek doe je bij grote lengte?

A
  • Lab: IGF, TSH, LH/FSH/T/E2
  • Röntgen hand
  • Genetisch onderzoek op indicatie
46
Q

welke genetische onderzoek op indicatie zijn er bij te grote lengte

A
  • gericht DNA-onderzoek
  • CNV analyse
  • grote lengte of overgroei panel
  • WES
47
Q

behandeling te grote lengte

A

epifysiodese -> beschadigen van de groeischrijven
lengte reductie van 7 cm bij jongens (moet voor de 14 jaar) en 6 cm bij meisjes (moet voor 12,5 jaar)

bij een voorspelde eindlengte > 205 cm bij jongens en 185 cm bij meiden kan er doorverwezen worden naar een uitvoerend centrum