HC.5: stabiel coronairlijden en acuut coronair syndroom Flashcards
welke soorten plaque zijn er?
stabiel: weinig vet, dik fibreuze kap en veel bindweefsel
kwetsbaar: dunne fibreuze kap, veel vet als de kap scheur dan heb je een acuut coronair syndroom
uit welke 3 vormen bestaat het acute coronaire syndroom?
- onstabiele AP: alleen bloedplaatjes als kap scheurt
- NSTEMI: thrombus die niet het bloedvat afsluit
- STEMI: thrombus die heel het bloedvat afsluit
wat is het probleem met AP?
zuurstof vraag en aanbod zijn niet in balans
wat is de behandeling bij stabiele AP?
- lifestyle management
- medicamenteus
- revascularisatie
- cardiale revalidatie
wat is de behandeling bij acuut coronair syndroom?
- revascularisatie
- medicamenteus
- lifestyle management
- cardiale revalidatie
wat is revascularisatie?
bloedtoevoer verbeteren bv. door stent
wat doet statine?
progressie van atherosclerose remmen
zijn er klachten in rust bij STEMI en NSTEMI?
beide hebben klachten in rust
bij welk acuut coronaire syndroom is er een cardiale marker?
NSTEMI en STEMI je meet troponine
wanneer spreken we van STEMI?
ST segment elevatie in minimaal 2 afleidingen
dus de S en T top zijn hoger of gewoon niet gescheiden
wat zijn de medicamenteus-secundaire preventie
- aspirine
- P2Y 12 receptor inhibitor
- ACE remmer
- bèta blokker
- statine
Wat is atherosclerose?
Vetophoping onder de endotheellaag.
Wat is het effect van nitraten?
Nitraten zijn vooral vaatverwijders, met ook een bloeddrukverlagend effect.
Wat is aspirine?
Een bloedplaatjes remmer.
wat ontspringt er uit de hoofdstam van het hart?
RCA: rechter coronair arterie
LAD: linker anterior descending
RCX: ramus circumflexus