HC.3: longgradiënten en membraanpotentiaal Flashcards
wat is het rust-membraanpotentiaal en waar wordt het door bepaald?
Vm = Vin-Vuit = -50 tot -90. binnenkant is negatief.
door evenwicht tussen K-efflux (open K kanalen) en K-influx (Na/K pomp)
hoe komt de verdeling van de ionen tot stand?
organische anionen die niet over het membraan heen kunnen
welke vorm van passieve transport is er?
- porie: langdurig open en weinig selectief
- kanaal: open en gesloten, ion selectief indien open
- carrier: conformatie verandert, selectief
welke vorm van actief transport is er?
pomp: conformatie verandert beurtelings tijdens transport, selectief (een of enkele moleculen tegelijkertijd)
wat is primair en secundair actief transport?
primair = direct, gedreven door ATP hydrolyse
secundair = indirect, bijv door de natrium gradiënt gaat glucose mee
welke soorten gekoppeld transport zijn er?
symport = beide zelfde kant op
antiport = tegenovergestelde kant
waarvan is de evenwichtspotentiaal van afhankelijk?
- lading van het ion (z)
- ion concentratiegradiënt
waardoor ligt het evenwichtpotentiaal van K ver van het rustpotentiaal?
ze hebben een grote permeabiliteit. in een (spier)cel in rust wordt rustmembraanpotentiaal voornamelijk bepaald door K kanalen. Na en Ca zijn laag permiabel en dragen nauwelijks bij
waar hangt de potentiële energie van af?
concentratiegradiënt en potentiaalverschil
wat gebeurt er bij opening van Na-kanaal?
actiepotentiaal in zenuw- en spiercel
wat gebeurt er bij opening Ca-kanaal?
actiepotentiaal in de pacemakercel
hoe blijven de ion gradiënten tot stand?
door moleculaire werking van de Na/K pomp
welke 2 vormen van de Na/K pomp zijn er?
opening naar cytosol en opening naar extracellulair. fosforylering en defosforylering zorgt voor de vormverandering van de ene vorm naar de andere vorm.
wanneer stromen ionen door een open kanaal de cel in?
delta mu < 0; graag van buiten naar binnen